Programme de 1 janv. à 31 déc. 1923



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#456

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme


CINED­HA­WE­RELD

ORGAAN DER CINE­MA'S VAN BEL­GIË

Aan­ges­lo­ten bij den „ Bond der Bel­gische Per­io­dieke Druk­pers ”

MARY MILES MIN­TER

Cinema ZOO­LO­GIE

Sta­tie­plein, 21, Ant­wer­pen - Tele­foon 5259


ANVERS

LOUIS CAVENTS

Ins­tal­la­tions et Répa­ra­tions dfE­lec­tri­cité

Mai­son Prin­ci­pale:

21, RUE LÉO­POLD

Suc­cur­sales

60, rue de l'Église l. 118, rue Natio­nale

Ate­liers:

rue Guillaume 4 Tell, 1

GROS

Devis gra­tuit sur demande

DÉTAIL

FABRIQUE:

Rue Vir­çotte, 8

RQR­GE­RHOUT

Spé­cia­lité: LUS­TRER1E

TELE­PHONE 5842

w&SàXf­SJ­SHüâ

HACKIN

Ksri­hai­serss­tr­sal, 9A - Erus­sei 4

Kor­te­lings te Ant­wer­pen: t

D: i " ai s'p. sueeei fil­men

De Liefde sterft nooit

Zijn Plicht j

Ver los­sing*

Do Zee­dui­vel t

HUIS DE LANGE

Kor­te­lings te Ant­wer­pen:

Een film van bij­zon­dere groote waarde

Ie Kleine Mar­te­lares

D. W. Grif­fith

met LILIAN ÜÏSH

Een Levend Woor­den­boek

WAARDE Lezers, kent gij die­gene welke men in de Veree-nigde Sta­ten noemt de Ant-woord-Man (the Ans­wer-Man)?

Welnu, dan zul­len we trach­ten u dit uit te leg­gen.

De Ant­wooord-Man is de bek­la­gens­waar­dige ops­tel­ler van een cine­ma­blad die belast is de vra­gen, hem door de Izers ges­teld, te beant­woor­den.

Dit is u zeg­gen dat het werk van den Ans­wer-Man aan het onmo­ge­lijke grenst.

Boven­dien, laten wij eens eenige brie­ven nakij­ken uit den reu­sach­ti­gen koe­rier die hij dage­lijks ont­vangt.

Zie­hier een schri­j­ven van Mej. No Name die de naam der ver­tol­kers van dezen film vraagt. Dit is niet moei­lijk, zult ge zeg­gen?

Bedriegt u niet, vrien­de­lijke lezers; die onbe­kende brief­wis­se­laars heb­ben dik­wi­jls een inge­wik­kelde, een schalksche geest; daar­door willen wij bedui­den, dat zij som­ti­jds die rol­ver­dee­ling zeer goed ken­nen, maar zij hou­den er zoo veel van hun naam of dek­naam in een blad afge­drukt te zien.

Ande­ren stel­len u « rem »-vra­gen, o.a. die­ge­nen welke de rol­ver­dee­ling van den oud­sten film die er bes­taat vra­gen. De arme Ans­wer-Man is dan genood­zaakt opzoe­kin­gen te doen en dik­wi­jls niets vindt, om de goede reden dat de film van 1909 dag­teekent, en vóór dien tijd wer­den de namen der sce­na­ris­ten, regis­seurs, ope­ra­teurs en ver­tol­kers niet mede­ge­deeld.

In dit geval, indien onze held niet kan ant­woor­den, dat hij dan acht geve, daar hij zich de toorn van zijn brief­wis­se­laar op den hals heeft gehaald. Deze zal niet lang wach­ten om hem een « gepe­perde » brief te zen­den, hem met al de moge­lijke namen betit­te­lende (en er zijn er zeer lieve, hoor!) hem mede­dee­lende dat,

aan­ge­zien men hem niet heeft kun­nen in-4 lich­ten, hij het blad in kwes­tie niet meer zal lezen.

Nemen wij nu eens de brief van Mej. Zed. Deze jonge dame moet een zeer bes­chaafd per­soontje zijn: haar stijl en haar brief­pa­pier getui­gen hier­van; ónge­lukl­cig schi­jnt zij aan eene onge­nees­bare ziekte te lij­den: zij wil aan cinema doen!

Onze held ont­vangt hon­der­den brie­ven in dien trant, wat hem de rol van eene repe­teer-machine doet spe­len! Het meeste deel van den tijd vers­trekt hij adres­sen van film voort­bren­gers, alsook deze van eenige regis­seurs. Dit bevre­digt de meer­de­rheid dier brief­wis­se­laars. Maar het andere deel, zult ge vra­gen?

Het andere gedeelte? Dit is eene andere zaak! Het omvat de eer­zuch­ti­gen (en zij zijn tal­rijk!) die star willen wor­den alvo­rens door eene op-een-kier-staan-de deur van het eerste het beste Stu­dio geke­ken te heb­ben. Die­ge­nen vra­gen u aller­lei mid­deltjes, aan­be­ve­lin­gen, om, in kor­ten tijd tot een uits­te­kend rezul­taat te komen en, indien ge dan het onge­luk hebt hun te zeg­gen dat deze loop­baan over­be­zet is, en dat het wen­sche­lijk ware dat zij hun hui­dig beroep ble­ven uitoe­fe­nen, dan zijt ge zeker ’s ande­ren­daags een schri­j­ven te ont­van­gen, u als een idioot, enz. enz. kom­pli­men­tee­rende.

Lezen wij eens even wat Mej. Chi­chi zegt: Haar brief is vrién­de­lijk, maar wat nog vrién­de­lij­ker is: zij is niet nieuws­gie­rig! O, neen! Zij wil alleen­lijk maar het pri­vaat adres van Viola Dana ken­nen. Of zij gehuwd is? Zoo ja, met wie? De kleur van heur haar? Harer oogen? Haar gewicht? Haar geboor­te­da­tum? Of zij wel 1 m. 48 meet? Hare voor­naam­ste fil­men? Hoe zij aan cinema is gaan doen? enz. enz... Zooals u dus zelf zult kun­nen, oor­dee­len, beste lezers, is dit per­soontje hoe­ge­naamd niet nieuws­gie­rig, maar weet toch graag veel...


« CIN EMA WERELD

Indien u der­ge­lijke brie­ven moest ont­van­gen, zoudt ge er u zeer ver­le­gen mede gevoe­len, niet waar?

Welnu, de Ans­wer-Man ont­vangt dage­lijks der­ge­lijke brie­ven en, wij geloo-ven dat het niet zou over­dre­ven zijn hem te ver­ge­lij­ken met die aan­kon­di­ging welke een gent­le­man voors­telt, die als hoofd een wereld­bol heeft waa­rop de woor­den « Je sais tout » (ik weet alles) te lezen staan.

Zeke­ren dag had­den wij het onge­luk­kig gedacht aan een onzer lezers de be-tee­ke­nis van ons pseudo uit te leg­gen, waa­ruit bleek dat we niets min­der dan een levend raad­sel moes­ten zijn. De daa­rop vol­gende weken gewer­den ons eene menigte brie­ven, vra­gende onze photo af te druk­ken. Zelfs was er een bij die begon: « Ma très chère Nemo ».

Ande­ren dee­len ons mede dat zij ons erkend had­den en dat het bij­ge­volg nut­te­loos was om ons nog ver­der ach­ter den naam van Nemo te ver­schui­len, ver­mits wij M. X... zijn, die, naar ’t schi­jnt, er dezelfde stijl als de onze op na houdt. Indien wij per onge­luk ont­ken­nend moes­ten ant­woor­den, dan waren wij er over­tuigd van ’s ande­ren­daags een ander schri­j­ven te vin­den, de bewe­ring staande hou­dend, dat wij wer­ke­lijk wel M. X. waren en onge­lijk had­den aldus te han­de­len. Noch­tans weten we wel wie we zijn...

We herin­ne­ren ons ins­ge­lijks nog een brief ons door een onzer brief­wis­se­laar-sters toe­ge­zon­den, omdat wij haar niet had­den geant­woord ten pro­pooste van de kleur der oogen van Tho­mas Mei­ghan. Haar brief begon als volgt: « Dat de Goden u van uit den Olym­pus neer­blik­se­men, en dat er niets bli­jve over­le­ven! » Lief, niet­waar?

Daa­ren­te­gen, indien ge de pri­vate adres­sen der artis­ten vers­trekt, als­mede eenige bizon­de­rhe­den uit hun intiem le-yen, laten deze laatste dik­wi­jls of min of meer vrein­de­lijke wijze weten dat hun pri­vaat leven nie­mand aan­gaat. In den grond, vrien­den lezers, moet ge met ons beken­nen dat zij gelijk heb­ben, en dat zij wel iets anders te doen heb­ben dan de vlam­mende epis­tels te lezen, door hunne bewon­de­raars toe­ge­zon­den.

Zooals ge dus ziet, is de taak van den Ans­wer-Man zeer deli­kaat, en hij moet

de geit en de kool op han­dige wijze zien te behan­de­len. Ondanks dit alles speelt er immer een glim­lach om zijne lip­pen.

Waa­rom? Wel heel een­vou­dig omdat zekere kor­res­pon­den­ten mor­di­cus dit beroemd mensch wen­schen te ken­nen. Geluk­ki­glijk dat deze laatste het ano­ny­maat bewaard.

Wan­neer we eens niet meer weten wat te doen, zul­len we de ver­schil­lende pseu-do’s ofte dek­na­men onzer kor­res­pon­den­ten ver­za­me­len en ze op ver­schil­lende wij­zen rang­schik­ken, waar­door we een zeer zon­der­ling artie­kel zul­len beko­men.

Gij allen, die ons wel tot hier­toe hebt/ 1 willen lezen, gij die dik­wi­jls tot het licht -van den Ans­wer-Man hebt toev­lucht geno­men, ver­wen­scht hem niet, indien hij niet altijd op al de vra­gen die gij hem stelt ant­woordt, daar die onge­luk­kige ops­tel­ler zich dan zou genood­zaakt zien op nog jeug­di­gen leef­tijd onts­lag te nemen ofwel zich in eene inrich­ting voor zenuw­li­j­ders terug te trek­ken.

Nemo.

CINEM ANIEU W S JES

De boe­zem­vriend van Wal­lace Reid was Anto­nio Moreno en Wal­lie’s weduwe ver­zocht Anto­nio om bij de begra­fe­nis van haar man de diens­ten te lei­den. In het Lasky Stu­dio werd de kleed­ka­mer van Wal­lace Reid gege­ven aan More­no1 welke, naar men zegt, de prach­tig­ste is van Hol­ly­wood. Anto­nio Moreno is er trotsch op deze te mogen inne­men.

Een gebro­ken hand. — William Dun­can heeft zich de hand gebro­ken bij zijn laatste opname voor het witte scherm, « Ter­rible Terry ». Hij moest over den kop van zijn paard een schot los­sen; het dier schrok zoo hevig dat het den kop ach­te­ro­ver wierp met zulk een kracht dat Bill’s hand getrof­fen werd. Het zal wel twee weken duren eer Dun­can iets kan ver­rich­ten.

Leest in ons vol­gend num­mer het REFE­REN­DUM dat wij uit­schri­j­ven over onze Cinema Rubriek. Ieder’s mede­wer­king is gewen­scht.

» CINE­MA­WE­RELD »

s-wj O

Q,-k co CQ

ca ca

nI 8_-:Hr° 0) Lu Lu co

fi CQ

Tg-s a

-CtbO

i-t ni

ca -p ca ca

i.l 4-> C0 4-> e ca ce • i—»

SI -u

S-s Ts g

g.S g SJ

uV ID T3

CN i CT\ iD

co 0)

"2 13

213

eu -Q

Cu BO

CU T3

1 4-4

Daniels wordt tot


« CINE­MA­WE­RELD »

EEN GROOTE TREURS­PEEL­STER

CLARA KIM­BALL YOUNG

Clara Kim­ball Young is op Sep­tem­ber 1890 te Chi­cago (U.S.A.) gebo­ren en betrad voor de eerste maal de plan­ken op drie­ja­ri­gen ouder­dom, onder de lei­ding van haar vader Edward M. Kim­ball, die rond dit tijd­stip, met zijne vrouw, Miss Pau­line Madern, deel uit­maakte van het ron­drei­zend too-neel­ge­zel­schap Hol­den.

Eeinge jaren later ver­trouw­den Clara s ouders hunne doch­ter aan dezes tante, die te Ben­ton Har­bor, een klein stadje in den Staat Michi­gan woonde, toe. Kort daa­rop gaat zij hare opvoe­ding in het St-Xave­rius Col­lege, te Chi­cago, vol­ledi-gen.

Hare stu­dies geëin­digd zijnde, werd Clara, inmid­dels een mooi jong meisje gewor­den, door haar oom, die een kleine schouw­burg te Gold­field (Nevada) bes­tuurde, aan­ge­wor­ven om er « jonge meisjes »-rol­len te ver­tol­ken.

Na in menige stuk­ken, waa­ron­der zelfs

CLARA KIM­BALL YOUNG

Amidst ail the tumult and shou­ting, this beau­ti­ful screen star moves sere­nely on, with a lar­ger fol­lo­wing than ever.

PRO­FIEL

CLARA KIM­BALL

YOUNG

After fini­shing a drama of high society, this beau­ti­ful star will appear before the camera in a tale ‘ of old Madrid.

IN STAD­SK­LEE­DIJ

een paar belan­grijke, in de schouw­bur­gen van Tona­pah en van Seat­tle (Washing­ton) opge­tre­den te zijn, bes­loot Miss Clara hare kans te New-York te gaan beproe­ven.

Zeke­ren mor­gend, het was in 1899,' landde de jonge too­neels­peel­ster in de groote Metro­pool aan, er nie­mand ken­nende, en niet wetend waa­rheen, met als eenige aan­be­ve­ling slechts haar talent en schoon­heid.

De eerste dagen waren natuur­lijk zeer moei­lijk en ont­moe­di­gend, maar hoe groot was hare vreugde niet toen zij een rol in (( The Sky­lark », eene ope­rette van Rida John­son mocht ver­tol­ken. Daarna maakt zij wede­rom deel uit van een ron­drei­zend too­neel­ge­zel­schap, dat in de groote ste­den ver­too­nin­gen gaf. Bizon­der­lijk te Phi­la­del­phia, Saint-Louis en Bos­ton werd zij fel opge­merkt.

Het vol­gend sei­zoen werd zij door Percy Win­ter, bes­tuur­der der « Orpheum Players » van Phi­la­del­phia, aan­ge­wor­ven voor de somme van 20 dol­lar per week; haar spel was zóó vol­maakt dat de film-

* CINE­MA­WE­RELD »

regis­seur, J. Stuart Black­ton, der Vita-graph Cy, haar 25 dol­lar aan­bood, indien zij het too­neel voor het witte doek vaar­wel wilde zeg­gen.

Zooals men het wel kan veron­ders­tel­len ging zij met groote vreugde op dit voors­tel in en eenige dagen later ver­tolkte zij de rol van Anna Boleyn in een ges­chied­kun­dige film getrok­ken uit het pri­vate leven van Hen­drik VIII, koning van Enge­land; daarna was het « My Offi­cial Wife » cn « For­bid­den Woman » met Mau­rice Cos­tello, die des­ti­jds eene beroemde star des Vita­graph was.

Daarna draaide zij voor de World Cy menige ban­den om nadien hare eigen maat­schap­pij te stich­ten. De buree­len waren geves­tigd in het Aeo­lian Buil­ding te New-York, ter­wijl de fil­men in de Tann­hau­ser Stu­dios dier­zelfde stad gedraaid wer­den.

Dààr was het dat zij hare eerste hier bekende fil­men draaide.

Sinds eenige maan­den heeft Clara Kim­ball Young New-Rochelle voor Los Angeles ver­la­ten. Daar zij hier in betere voor­waar­den dan voor eigen reke­ning kon draaien, ont­bond zij hare eigen maat­schap­pij en sloot in Cali­fo­mië eene ver­bin­te­nis met de Harry Gar­son Pro­duc­tions af. Hare ban­den wor­den nu ech­ter door de zor­gen der Metro Pic­tures Cy de wereld inge­zon­den.

Haar eerste film voor de nieuwe kom-bina­tie was « Straight from Paris »; deze werd nog door de zor­gen der « Equity Pic­tures Cor­por. » uit­ge­ge­ven.

In Ame­rika neemt Clara Kim­ball Young een immer belan­grij­ker wor­dende plaats in tus­schen de graag­ge­ziene film­di­va’s. En hare sekre­ta­risse weet er iets van mede te ver­tel­len: in eene enkele maand ver­zond zij 952 pho­to’s in ant­woord op de brie­ven der bewon­de­raars en bewon­de­raars­ters.

Toen het Bel­gisch koning­spaar in Ame­rika op omreis was land­den zij natuur­lijk ins­ge­lijks in het film­pa­ra­dijs, Los Angeles, aan. Aldaar bezoch­ten zij o. a. de Gar­son Stu­dios. Clara Kim­ball Young was er juist een band aan t draaien en de Koning vroeg den bes­tuur­der er hem eene kopij van te doen gewor­den.

In een harer laatste ban­den, waa­rin eenige hon­der­den India­nen gebe­zigd wor­den, was Clara Kim­ball Young door de ont­wik­ke­ling waar­van een jon­getje.

CLARA KIM­BALL YOUNG

Grea­ter and grea­ter grows the screen fol­lo­wing of this beau­ti­ful actress, whose vogue is no pas­sing fancy.

FACE

van den Sobo­das­tam getuigde, zóó getrof­fen, dat zij er zich ters­tond het lot van aan­trok.

« Penasca » — zoo heette de boy — was een en al opge­to­gen, en wei­nige dagen later mocht hij zijne opvoe­ding 'in eene mili­taire school gaan vol­ma­ken. Wan­neer man aan die lieve star de vol­gende vraag stelt: <( What are your hob­bies? » (Hoe brengt u het liefst uw tijd door?), zal zij ant­woor­den: « Ik houd dol graag van die­ren, en wan­neer het stu­dio mij niet wee­rhoudt, breng ik gan-scher dagen met mijne hon­den, paar­den, vogels en... pape­gaaien door! Ik vind ze oprech­ter dan de man­nen, en in mijne jeugd heb­ben zij mij gehol­pen menige moei­lij­kheid te boven komen. »

Clara Kim­ball Young, die in Ame­rika den naam draagt van « Sarah Bern­hardt van het Witte Doek », weegt 65 kgr., meet 1 m. 68. Hare haren zijn zwart als­mede hare oogen, en de brie­ven haar toe­ge­zon­den kun­nen gea­dres­serd wor­den aan: Harry Gar­son Stu­dio?,

1845, Glen­dale Bou­le­vard,

Los Angeles (Cali­for­nia) U. S. A.

Nemo.


Het Mas­ker van Venus

Sce­na­rio van ...V. E. Bra­vita

Hip­po­lita Duodo . Linda Pini

Hip­po­lyta Duodo is de laatste afstam­me­linge eener patri­ciërs­fa­mi­lie. Lan­gen tijd was zij trotsch over hare schoon­heid geweest, en nu, op den drem­pel van het ver­val voelt zij dat al hare bekoor­lij­kheid, die al wat in de aris­to­cra­tie naam had aan hare voe­ten gebon­den hield, in het niet ging verz­win­den.

lot­ti­gen inv­loed dier vrouw zal komen, inv­loed die voor al hare aan­bid­ders ten laatste fataal werd.

Maar het is niet de kuns­te­naar die zij in Furio lief­heeft, alléén de jeugd van den jon­gen dich­ter.

En Marco begri­jpt dit plot­se­ling: hijf ~) beeft voor Furio, hij beeft voor Lau­retta.

Onmach­tig zich in haar lot te schik­ken, is zij smoor­lijk op een jong dich­ter, zekere Furio Argenti, ver­liefde gewor­den. Maar de jonge schri­j­ver bemint eene arme doch mooie wees, Lau­retta Qua­drio, nicht en pleeg­doch­ter van den groo­ten beeld­hou­wer Marco Qua­drio. Met eene innige zelf­vol­doe­ning heeft de oude Marco de liefde in het hart dier beide jonge lie­den zien ont­lui­ken.

Maar hoe Furio aan den noo­dlot­ti­gen inv­loed der ver­leid­ster ont­trek­ken?

Marco zelf zal het beproe­ven, zon­der te voor­zien dat ook hij onder den noodc CINEMA WERELD »

De eene kan onder hare ver­lei­ding bez­wij­ken, de andere kan hare bloed­dors­tige wraak oploo­pen.

Bes­lo­ten alles te wagen, spant hij haar een strik waa­rin alléén de vrou­wen zich zul­len ver­war­ren.

Op zijn aan­drin­gen begeeft zij zich naar een Schoon­heids Ges­ticht ten einde er haar gelaat door zekere kunst­mid­de­len te laten bewer­ken.

Zij zal in de toe­komst slechts het gelaat van Venus ver­too­nen, maar het zal slechts een por­ce­lei­nen mas­ker zijn, waa­rop Furio’s lip­pen zich bij den eers­ten kus zul­len vers­ti­j­ven.

Maar eene diepe droef­heid wordt in het hart van den dich­ter gebo­ren, wan­neer hij door Marco het droe­vige geheim van den ver­val­len afgod ver­neemt, en in eene plot­se­linge omwen­ding zij­ner ziel, keert hij terug naar Lau­retta, wier onein­dig inni­gere liefde hij scheen ver­ge­ten te heb­ben.

De strijd tegen het onver­mi­j­de­lijke opge­vende, begri­jpt Hip­po­lyta dat nie­mand ter wereld de tijd kan over­win­nen. Levens­moe en ont­goo­cheld, zoekt zij in de diepe waters van het meer de stilte en de eeu­wige rust...

A A A FILM HAA

Van Goit­sen­ho­ven

Oude Kleer­koo­perss­traat, 17

BRUS­SEL


De Roman eener Straat­deerne

Lore .... Maria Zelenka

De oude Nöttens leeft met zijne vrouw en zijne doch­ter Lore op een arm­za­lige zol­der en alle drie doen hun uiterste best om de eindjes aan een te knoo­pen voor het dage­lijks bes­taan. De vader

Wal­ton haar wil ver­la­ten. Zij ontv­lucht haar huis zon­der spoor na te laten.

Een jaar later is zij in Lon­den waar zij veel bij­val inoogst. Zij ont­vangt eene aan­bie­ding om in Amster­dam, hare geboor­tes­tad, te komen spe­len. Eerst twi­j­felt zij, ten laatste neemt zij aan.

De eerste dag der ver­too­ning wordt zij door Wal ton her­kend. Hij bemint haar nog altijd doch hij

geeft het aan Wal­ton hem zeg­gende dat Lore er zich wil van ont­ma­ken. Wal­ton heeft mis­trou­wen en ver­wit­tigd de poli­tie. Deze komt en herkent de kerel die aan­ge­hou­den wordt.

Lore ver­neemt intus­schen al wat er voor­ge­val­len is en hoort ook dat haar huwe­lijk met den Ita­liaan ongel­dig is daar deze haar gehuwd heeft onder een valsche naam.

speelt de hari­no­nika in een tin­gel­tan­gel waar de doch­ter danst.

Zeke­ren dag komt zij in ken­nis met een rijk man, Harry Wal­ton. Deze wil van haar eene groote kuns­te­na­resse maken. Men komt haar zeg­gen dat

ver­neemt dat Lore gehuwd is met een Ita­liaan. Deze is een lid eener stroo­pers­bende en wordt door de poli­cie opge­zocht. Hij wdl vluch­ten en wil Lore dwin­gen hem te ver­ge­zel­len. Deze wei­gert. Om zich te wre­ken neemt de Ita­liaan het kind mede en

Zij huwt aldus met Wal­ton zich aldus een nieuw leven van geluk schep­pende.

Film De Lange, (19, Groens­traat, Brus­sel.


Wanda Haw­ley, lid der U. C.

Wanda Haw­ley is lid eener Ame­ri­kaansche Bui ger Veree­nin­ging (Union Civique), doch die aldaar alléén voor doel heeft in geval van ontoe­rei­kend­heid van per­so­neel, de extra-tram­way’s te bedie­nen. Hier ziet men haar aan de « Controll » staan, net alsof zij haar gansche leven niets anders dan

ALICE BRADY

Alice Brady denkt er aan te her­trou­wen. Over onge­veer een jaar werd de echt­schei­ding tus­schen haar en James Crane uit­ges­pro­ken. Twee maan­den later werd zij moe­der van een zoontje, Donald. Alice Brady is de doch­ter van een bekend New-Yor­ker schouw­burg­bes­tuur­der, en tevens sce­na­rio­schri­j­ver.

Deze hier nog bit­ter wei­nig bekende doch in Ame­rika oeroemde fil­mar­tist is de zoon van een Spaansche Grande. Zijn ware naam is Ramon Sa-mania­gos. Een ges­chil in den fami­lie­kring was de oor­zaak dat hij naar Ame­rika uit­week en het lot was er hem guns­tig: nu is hij er eene beroemd­heid. Voor ’t oogen­blik is hij aan de Metro ver­bon­den, waar­voor hij « Sca­ra­mouche » draait.

MARIO AUSO­NIA

He is to por­tray, “Sca­ra­mouche," one of most pro­mi­sing cha­rac­ters upon the screen hori­zon.

Zie levens­bes­chri­j­ving onder Tril­beel­den.

RAMON NOVARRO

CINEMA WERELD »

REGI­NALD BAR­KER

Having bur­ned up a forest in his last pho­to­play, this noted direc­tor » of great spec­tacle dra­mas devotes him­self in his next pic­ture to fil­ming a buf­falo stam­pede and an ice jam.

Deze fil­mer­gis­seur houdt er de spe­cia­li­teit op na groote spek­ta­kel­ban­den ineen te zet­ten. Nu is hij ech­ter bezig aan een film, die tevens kluch­tige en dra­ma­tische too­nee­len zal omvat­ten en waa­ran het sce­na­rio eener gaansche. nieuwe strek­king is.

Regi­nald Bar­ker zal in de zomer­maan­den is ver­lof gaan. Hij komt naar Europa en zal den­ke­lijk ook Bel­gië bezoe­ken.

Deze lieve Para­mounts­tar schi­jnt van fransche afkomst te zijn. Fami­lie­ban­den hech­ten haar aan de afstam­me­lin­gen van den onder Napo­leon I beken­den maar­schalk Ney. In hare vrije oogen­blik-ken is zij dan­seres, en de dans­kur­sus welke zij te New-York houdt en bes­tuurt wordt door de aldaar ver­toe­vende High Life druk bezocht.

CINE­MA­NIEUWSJES

Eene ake­lige mis­re­ke­ning. — Er heeft bijna eene dub­bele tra­ge­die plaats gehad welke het leven kon gekost heb­ben yan twee zeer gelief­koosde film­ster­ren, name­lijk Mil­ton Sills en John Bowers, gedu­rende het opne­men van too­nee­len voor «What a Wife Lear­ned». Bei­den moes­ten over een, voor de gele­gen­heid gebouwde dam klim­men; op een gege­ven signaal liet men deze dam sprin­gen zoo­dat zij door het stroo­mende water ver­rast wer­den. Doch de inge­nieurs had­den eene mis­re­ke­ning gemaakt voor wat betreft de hoe­veel­heid water welke op beide artis-ten neers­tortte. Eene massa water van 40 voet hoog kwam met zulk geweld op hen neer dat zij met een vree­se­lijke slag in de

rivier gewor­pen wer­den; zelfs de beide ope­ra­teurs op de oevers wer­den weg­ges­la­gen. Geluk­kig kwam ieder er met den schrik van af.

Een roman­tisch min­naar. — George Walsh wint meer en meer veld op het witte doek als een roman­tische min­naaT. Hij was zoo heer­lijk in zijne Spaansche klee­ding in de film: « Sere­nada » dat de Goldwyn Co hem toe­ges­taan heeft om met Mary Pick­ford te « draaien » in haar laatste voort­brengst « Rosita » genaamd welke ook in Spanje speelt.

Joseph Schild­krant welke in «De Wee-zen in den Storm» zoo mees­ter­lijk de rol ver­tolkt van «Rid­der de Vau­drey» zal nu optre­den in een film met Mary Pick­ford. Haar nieuwe film zal «Rosita» hee­ten.


Hoe ik aan Cinema ben gaan doen door

CLAIRE WIND­SOR

A CO Ul? W V IS PIC­TURE P-2-I COL

« Velen heb­ben lange jaren moe­ten zwoe­gen en dan nog wach­ten om toch maar ets in de cinema te kun­nen wor­den; met mij is dit het geval niet en toch ben ik er niet verheugd om.

» Hoe graag had is ins­ge­lijks eerst na noes­ten arbeid de beloo­ning willen in ont­vangst nemen, maar het lot heeft er anders over bes­list, en daar ik fata­list ben, kan ik niet anders dan mij in de uit-spraakt van het lot berus­ten.

» Ik ben over een vijf-en-twin­tig­tal jaren gele­den te Caw­ker City, in den Kan­sas, gebo­ren en genoot er de eer als het mooiste meisje van het dorp aan­zien te wor­den. In 1919 kwam ik over naar Cali­for­nië en met mijne moe­der bezocht ik eens een stu­dio, niet om de inrich­ting zelve, maar om een oom die er bediende was.

» Ik zag « draaien » en de lust bekroop me, mij ook eens in de plaats dier ver­tol­kers te bevin­den.

» Stout­moe­dig als ik was, sprak ik de eerste de beste aan, en dit was mijne geluks­ter. Die man in kwes­tie was de beroemde regis­seur Allan Dwan. Naar hij mij later ver­telde, was hij door mijn

naïef spel zoo zeer getrof­fen dat hij niet kon nala­ten aan mijn ver­zoek te vol­doen.

» Ik mocht dus ook « draaien »!

» Na ver­schei­den maan­den als figu­rant gewerkt te heb­ben, moest er iemand gevon­den die een aris­to­kra­tisch opzicht had. Het scheen dat ik in dit geval ver­keerde, en iede­reen duidde er mij toe aan.

» Dit was de aan­vang van mijn « star­dom ».

» Ik ben er hoe­ge­naamd niet trotsch op nu aan­hou­dend aan­bie­din­gen van ver­schil­lende film­maat­schap­pi­jen te ont­van­gen. Ik ben bij Goldwyn tevre­den, voor dewelke ik nu « Bro­ken Chains » (Gebro­ken Ketens) kom te ein­di­gen.

» Voor het ove­rige, is mijn grootste genoe­gen ’s avonds met mijn echt­ge­noot en vier­ja­rig zoontje voor het lus­tige haard­vuur te zit­ten droo­men. »

ONS PHO­TO­HOEKJE

Reina Guns ont­ving gra­tis de photo van Georges Car­pen­tier, 20x30, na 16 dagen; van Fer­nand Her­mann, na 11 dagen; van Blanche Mon­tel, na Yl dagen; van William S. Hart, 20x23, na 7 weken.

R. Ant­werp F.C. ont­ving gra­tis de photo van Luciano Alber­tini na 6 dagen; van Georges Car­pen­tier (groot for­maat) na 3 weken.

Eddie Polo ont­ving gra­tis de photo van William Far­num en van William S. Hart na 2 maan­den.

Pen­syl­va­nië ont­ving gra­tis de photo van Char­ley Cha­plin na 46 dagen.

Ona­gra ont­ving ratis de photo van Lady Diana Man­ners na 4 weken.

Pol en Mit ont­vin­gen gra­tis de photo van Raquel Mel­ler en van Andrée Bra­bant.

Recht door zee ont­ving gra­tis de photo van William S. Hart na 39 dagen, 21.5x 16.3; van Flora Le Bre­ton na 31 dagen, 13.5x8.5.

Zwartje ont­ving gra­tis de photo van William S. Hart na 6 weken; van Mary Pick­ford na 9 weken; van Tho­mas Mei-ghan na 5 weken; van Rudolph Valen­tino na 7 weken; van Constance en Norma Tal­madge na 7 weken; van Maë Mur­ray na 18 weken.

« CINE­MAW­BRELD »

Brie­ven­bus —

R. Guus. — 1° Luciano Alber­tini, adres; Frie­drichs­trasse, 12, Ber­lin S'. W. 48.

2C Bij gele­gen­heid laten we de photo van Jack Mul­hall als bij­lage ver­schi­j­nen.

3° Jacques Gre­tillat zendt zijne photo.

Zon­nes­traaltje. — 1° Van welke maat­schap­pij was dien film?

2° Geduld heb­ben, en hen uw schri­j­ven eens herin­ne­ren.

3° Die band is hier kort na den wapens­til­stand in den Cinema Majes­tic ver­toond gewor­den.

R. Ant­werp F. C. — 1° Baby Peggy is 4 jaar oud; adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal i U. S. A.; is een meisje hoor!

2° Ginette Mad­die, adres: 41, rue Dau­vie­mont, Paris.

3° Lya de Ptti zendt hare photo; adres; Tauent-ziens­trasse, 14, Ber­lin W. 50.

Avons­tond. — Buck Jones is gebo­ren te Vin cennes (Ind. U. S. A.) in 1889; zendt zijne photo, adres: 1954, Cra­sena Drive, Los Angeles (Cal. ) U. S. A.

Suzie. — 1° La cou­leur natu­relle des che­veux de Gina Kelly est noire. (De natuur­lijke kleur dei huren van Gina Relly is zwart.)

2’ Dans « l’Em­pe­reur des Pauvres » elle por­tait une per­ruque blonde. (In « De Kei­zer der Armen » droeg zij eene blonde pruik.)

Star. — 1° Een stu­dio is geen dui­ven­hok, en ieder bui­tens­taan­der, die er door zijn bezi­gheid niet geroe­pen is, wordt er streng gewei­gerd.

2° Een « bui­ten­reeks-film » is een band die bui­ten het gewone peil der voort­brengst eener maat­schap­pij treedt: b.v. een film die groote onkos­ten vergde.

3” Jack Holt is rond de 35 jaar oud, gehuwd en heeft 3 kin­de­ren; adres: Lasky Stu­dios, 5284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

N.-B. — Ons kom­pli­ment voor uwe sym­bo­lische tee­ke­ning, hoor! en gepar­fu­meerd!

Eddie Polo. — 1° Die artist was Jack Gil­bert,

2J Die rol werd ver­tolkt door Darell Foss.

3" Best is hem uw schri­j­ven nog eens herin­ne­ren.

Pen­syl­va­nië. — Laat u patrio­tisme met «ver­voe­ring » door een mooie film­too­neel niet ver­war­ren.

2° Daar Jack Pick­ford reeds sedert eeni­gen tijd her­trouwd is, zal hij u meer dan waar­schi­jn­lijk de photo zijne over­le­dene eerste vrouw, Olive Tho­mas, niet zen­den.

Ona­gra. — 1» De derde en hui­dige echt­ge­noot van Maë Mur­ray is Robert Z. Leo­nard, die hare fil­men bes­tuurt.

2° Norma Tal­madge, adres: 318 East 48th street New-York City (U. S. A.).

Sphinx van Giseh.— 1» Alla Nazi­mova is de ware naam dezer artiste; is van Rus­sische natio­na­li­teit.

2° Alice Terry adres: Metro Stu­dios, 1025, Lilian Way, Los Angeles (Cal.) U. S. A.

3° Rudolf Valen­tino, adres: 6776, Wed­ge­wood Place, Whit­ley Heights, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

School­girl. — 1. Emile Drain, adres: à la Comé­die Fran­çaise, Paris.

2° De rol van Jose­phine in « l’Ai­glonne » werd ver­tolkt door Celia Clair­ney.

3J Die artis­ten zijn geene « Stars » en zen­den hunne photo.

Pol en Mit. — Met genoe­gen ver­ne­men we dat het album u bevalt; het ove­rige spijt ons gewel­dig hoor, maar, eilaas, zoo­ve­len hou­den er tegen de cinema nog voo­roor­dee­len op na, en uw geval is geen alleens­taan­der!

Wally. — 1° In een onzer vol­gende num­mers zult u een arti­kel over het « sce­na­rio » vin­den.

2' Door­gaans niet, daar de meeste bekende let­ter­kun­dige wer­ken reeds op het scherm zijn gebracht gewor­den.

3" Moei­lijk om zeg­gen: het ori­gi­neele sce­na­rio kan b. v. 100 blz. bedra­gen en na over­le­zen en bewmr­king door den ince­neer­der bli­j­ven er dik­wi­jls nog maar, een 20-tal blz. over.

Hoops­tertje. 1° Beroeps­fil­mar­tis­ten tel­len we in Bel­gië nog niet; wèl ope­ret­ten­ver­tol­kers, en;dip bij gele­gen­heid een band draai­den.

2° Dit is het ideaal, maar hoe­ve­len bezeit­ten het?

3° Rudolf Valen­ti­no’s ware naam is Rudolph, Gu-glielmi, gebo­ren op 6 Mei 1895 te Cas­tel­la­neta (Ita­lië), gehuwd met Nas­ta­cha Ram­bova, wieus ware naam Wini­fred Hud­nut is; zij is de doch­ter van een bekend Newr-Yor­ker reuk­werk­fa­bri­kant.

M. Tailler. — Wils­kracht heb­ben is, in der­ge­lijke geval­len vaak het eenige genees­mid­del, m’n Deste,

Recht door Zee. — 1° Al de ver­noemde artis­ten zen­den de hun gevraagde photo.

2° Tot hier­toe zijn er die nog niet.

I. en A. Mul­le­kens. — 1» Het ware is er niet van gekend; ons inziens is dat hunne karak­ters niet ove­reenkw-amen.

3° « Cine­ma­we­reld », het offi­cieele pro­gramma der cine­ma’s, is in de dag­blad­win­kels niet te koop.

2- Niet ver­ge­ten dat Ame­ri­kaasnche kin­de­ren vroe­ger ont­wik­keld zijn dan die ten onzent.

3- Kor­te­lings ver­schi­jnt de vol­le­dige oplos­sing.

Sapho. — 1° U kunt zelf die photo aan Gla­dys

Cooper vra­gen, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Roul-vard, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

2° Zie ant­woord n° 3 aan J. A. Mol­le­kens.

N. -B. — Hqpen dat u nu gan­seh gene­zen zijt!

Zwartje. — Zon­der­ling hoe we toch iede­reen afluis­te­ren, niet Het pro­jekt is ter stu­die doch kun nen niet met zeke­rheid zeg­gen wan­neer het zal uit­ge­werkt wor­den.

Femina. — 1° Fran­cis X. Bush­man, a'dres: c/o 6015,Hol­ly­wood Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A

2’- Bever­ley Bayne, zelfde adres als voor­gaande; is haar echt­ge­noot.

3° Mil­ton Sills, adres: 1320, Cres­cent Height* Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal. ) U. S. A.

N.-B. — Zen­den alle drie hunne photo.

Lucie. — 1° Mary Miles Min­ter, adres: 701, New Hamp­shire Boul­vard, Los Angeles (Cal.) U. S..A.

2’ Doro­thy Phi­lips, adres: 7510, Lau­rel Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

3° Mile Madys, . adres: 47, rue Saint-Vincent, Paris.

Bos­cli­roosje. — 1" Crane Wil­bur, adres: Vita-graph Stu­dio, East 15th street and locust ave­nue, Brook­lyn New-York (U. S. A.).

Mar­got. — 1» Jean Bra­din, essayez une fois, asresse: c/o 3, rue Rocroy Paris. (Tracht eens..,)

2° La bio­gra­phie de Gabriel de Gra­vonne paraî­tra cer­tai­ne­ment. (De levens­bes­chri­j­ving van G. d. G. zal zeker ver­schi­j­nen. )

3- Gas­ton Glass, l’in­ter­prète de « Humo­resque », est de natio­na­lité fran­çaise; né en 1896; adresse: FV>rmosa Appar­teemnts, Los Angeles (Cal.) U.S.A. (G G., de ver­tol­ker van « H .. », is van fransche natio­na­li­teit; gebo­ren in 1896.)

N.-B. — Le fait que « Le Cheik » ne vous a pas plu entiè­re­ment, pro­vient de ce que les Amé­ri­cains n’ont pas le même sens des scènes du désert que nous autres. (Het feit dat « De Cheik » u niet geheel vol­daan heeft, komt hier­door dat de Ame­ri­ka­nen over de woes­ti­jn­too­nee­len het­zelfde-begrip niet heb­ben als wij.) NEMO.

N.-B. . . Vra­gen ons toe­ge­ko­men na Zon­dag wórden in ons vol­gend num­mer beant­woord.


14

« CINEMA WERELD

Ja, men zegt... och God, men zegt dik­wi­jls zoo­veel maar toch, rech­tuit ges­pro­ken, het spijt ons groo­te­lijks wat men zegt aan­gaande Viola Dana, die lieve kleine Viola Dana wiens goede naam op zon­der­linge wijze in ops­praak geko­men is en dewelke veel moeite zal heb­ben om deze weder in orde te bren­gen.

VIOLA DANA

Zie­hier dus van wat er sprake is: Over eeni­gen tijd was Viola in betrek­king geko­men met zeke­ren Ste­ward, uit Kan­sas City, die er eene zekere faam ver­wor­ven had betrek­ke­lijk zijne kunst om op den jach­thoorn te bla­zen. Had die kunst eeni­gen inv­loed op de lief­tal­lige Viola? Heeft het bla­zen op dien jach­thoorn op haar zulk effekt gemaakt dat de trillin­gen van dit hoorn­ges­chal een zeker gevoel bij haar los­ge­maakt heb Den en dat die aan­lok­ke­lijke en mees­li­j­pende muziek in haar ver­lich­ten geest die joe­lige en rid­der­lijke jacht­ge­noe­gens van ver­loo­pen tij­den in herin­ne­ring brach­ten, dit is zeker dat de vriend­schaps­be­trek­kin­gen met Dick Ste­ward zoo­da­nig nauw wer­den toe­ges­noerd dat er door haar vele innige brie­ven naar hem ges­chre­ven wer­den en dat men haar dik­wi­jls ont­moette op stille plaat­sen, in gezel­schap van den befaaip­den hoorn­bla­zer.

Dit alles zou stil ver­loo­pen zijn, inge­val deze zon­der­linge muzi­kant het stilz­wi­j­gen bewaard hadde. Doch neen, niet genoeg dat, hij onze Viola in stilte bekoord had, pochtte deze kerel in clubs en drin­khui­zen er fel op dat hij het hart der «lit­tle star », Viola Dana, vero­verd had en dat zij smoor­dron­ken op hem ver­liefd was. Aldus kwam alles aan de ooren van vrouw Ste­ward, en deze werd alzoo van de betrek­kin­gen en de brief­wis­se­ling van haar man met de befaamde star op de hoogte gebracht.

Vrouw Ste­ward heeft dus een klacht inge­diend en bes­chul­digt Viola dat zij haar heur echt­ge­noot ont­vreemd heeft.

Viola ant­woord, ter ver­recht­vaar­di­ging, dat de betrek­kin­gen zich maar bepaal­den tot wan­de­lin­gen in dèn bui­ten, tot vriend­schap­pe­lijke samen­kom­sten .met kri­ti­cee­ren van de kunst der muziek en... voor­wat het schri­j­ven der brie­ven in kwes­tie ne-treft dit maar lou­tere uit­boe­ze­min­gen waren, meer illu­sies 'dan wer­ke­lijke daden, en voo­ral dat zij nooit wist dat Dick Ste­ward gehuwd was, waa­ro­ver deze nooit een woord gerept had.

In alle geval, ons ins­ziens staat de lieve kleine Viola voor een bizon­der erg geval, daar de Ameri-kaansche wet niet lacht met afwij­kin­gen van dezen aard, in ver­band met de huwe­lijks­trouw.

Ons dun­kens geven wij aan Viola Dana den stil­len raad, wan­neer zij irj het ver­volg nij­ging zou gevoe­len om met een heer een wan­de­ling naar bui­ten te gaan doen of vriend­schap­pe­lijke samen­kom­sten met hem te willen heb­ben, dat zij zeer voor­zich­tig zou han­de­len eerst inlich­tin­gen te nemen betref­fende hare nieuwe vrien­den en zich voo­reerst te ver­ze­ke­ren of deze gehuwd zijn of niet.

De goede naam van eene lief­tal­lige « Star » voor w e ieder een sym­pa­thiek gevoel over heeft, hangt er van af.

CINEM ANIEU W S JES

Naar wij ver­ne­men is de film « De Dame van Mon­so­reau », van het huis Aubert, en waar­van wij in ons blad reeds het sce­na­rio opna­men, door de Cen­trale Com­mis­sie goed­ge­keurd en komt kor­te­lings in een der voor­naam­ste cine­mas van Ant­wer­pen.

Wij wen­schen hier aan toe te voe­gen dat deze film zoo­wel door de bin­nen» als bui­ten­land­scbe pers zeer guns­tig onthaald is.

Armand Tal­lier, de beroemde ver­tol­ker van den Joce­lyn-rol in de film van dien naam, en die, wegens de cri­sis in de fransche film­ni­j­ve­rheid, reeds bijna zes maan­den zon­der werk was, heeft eene ver­bin­te­nis afges­lo­ten met de Ameri-kaansche Para­mount. Hij is reeds ver­le­den week ver­trok­ken om er aldaar aan de zijde van Charles de Roche­fort, ins­ge­lijks een Fransch uit­ge­we­kene, te gaan draaien...

Een groot artist ges­tor­ven. — Nanouk is dood! Dit nieuws is ons toe­ge­ko­men door Robert J. Fla­herty, de voort­bren­ger van «Nanouk de Eskimo». Fla­herty kreeg het nieuws van een pel­sen­han­de­laar uit de Hud­son Baai. Nanouk was bij deze als gids in de wilde ijs­woes­tijn van Noord Labra­dor. Dege­nen welke Nanook op het doek gezien heb­ben zul­len opge­merkt heb­ben welk fijn jager en welk gebo­ren artist hij was.

Goldwyn Pic­tures Cor­po­ra­tion heeft eene pre­mie uit­ge­loofd van 1000 pond ster­ling aan die­gene welke een mid­del kan vin­den om de oogen der artis­ten te vri­j­wa­ren van het straffe licht der pro­jec­teurs want steeds wor­den onze film­hel­den er door getrof­fen, ieder om beurt. Nu zijn door dit zelfde licht weer in behan­de­ling Bar­bara La Marr, Mae Bush en George Walsh.

« CINE­MA­WE­RELD »

Onze Cïné-Römans

Levens­bes­chri­j­ving = van Pola Negri

door Ed. Neorg.

(3e Ver­volg)

Mijn eerste optre­den was bijna een triomf. Na de ver­too­ning werd ik door mijne kol­le­gas overs­telpt met kus­sen en in mijne loge werd ik gekom­pli­men-teerd door ieder welke aan de schouw­burg ver­bon­den was, te begin­nen met den bes­tuur­der en te ein­di­gen met den por­tier. Maar wat mij het geluk­kig­ste maakte was de omhel­zing mij­ner moe­der.

« Mijne kleine Pola is nu eene actrice gewor­den! » riep zij na mij herhaalde malen gezoend te heb­ben. « Ik hen trofsch op u, kind! »

En ik herin­ner mij haar gezegd te heb­ben da- wij nu niet meer bezorgd moes­ten zijn voor de toe­komst want dat ik nu in ons bei­der onde­rhoud kon voor­zien.

Dien nacht kon ik niet sla­pen, zoo speelde het debuut mij in het hoofd. Ons appar­te­ment in de Sena­torska Uliza .was gevuld met prach­tige bloe­men ons door vrien­den gezon­den en maak­ten van onze woning een para­dijs.

De herin­ne­ring komt mij te bin­nen dat ik voor mijn bed neerk­nielde en God dankte voor Zijne goed­heid. Mijne moe­der, in mijne kamér iets hoo-rende bewe­gen, kwam zien en mijne gevoe­lens begri­j­pende sloot zij mij in hare armen en, zoo bei­den om stren­ge­lend, ween­den wij van geluk­za­li­gheid. De mor­gen brak aan wan­neer ik in slaap viel; toen ik ont­waakte was het reeds mid­dag.

Nooit zal ik mijn eerste dejeu­ner na mijn de-butt ver­ge­ten.Moe­der bracht de kof­fie aan mijn bed tege­lijk met de dag­bla­den welke mijn eerste optre­den bes­pra­ken; allen roem­den mijn spel en waren vol lof over mijn talent. Moe­der las de arti­kels, niet eens, maar twee en drie­maal en daarna over­las ik ' ze zelf nog eens. Ik was zoo blij dat ik nit mijn bed sprong en de kamer rond danste. Dien namid­dag kwa­men vrien­den en ver­wan­ten mij feli­ci­tee­ren, nu dat ik plots beroemd gewor­den was als actrice.

Alvo­rens ver­der te gaan moet ik u het een en ander ver­tel­len aan­gaande het appar­te­ment dat mijne moe­der en ik bewoon­den, gedu­rende mijn enga­ge­ment aan het Klei­ne’s Thea­ter. Het was op het 7e ver­diep van eene der oud­ste gebou­wen in de Sena­torska Uliza en daar er geene lift was kon men bijna zeker zijn dat, indien er een bezoe­ker kwam om u zoo hoog te komen kom­pli­men­tee­ren, het wel dege­lijk gemeend was.

Wij had­den vier kamers, zeer netjes gemeu­beld en steeds ver­sierd met bloe­men. Zelfs wan­neer ik geld bes­temd had voor kleed­sel dan kocht ik er bloe­men voor, want ik wilde, na mijne dag­taak in het don­kere thea­ter, schoon­heid om mij heen. Later in War­schau heb ik groo­tere appar­te­men­ten bewoond maar in geen enkel was ik geluk­ki­ger dan in het eerste.

War­schau is eene groote stad, met één mil­lioen inwo­ners, maar zel­den is het dat een too­neel­stuk meer dan 3 weken affiche houdt.​Daarom onmid­del­lijk, na de eerste ver­too­ning van Han­nele» begon­nen wij aan «Slu­bie Paniens­kie» drama door Alexan­der Fre­dro, eene der grootste Poolsche schri­j­vers. Gezien mijn schit­te­rende bij­val in « Han­nele » werd mij de hoof­drol « Anela » toe­ver­trouwd.

Mijn tweede ver­schi­j­ning was even triom­fan­te’.'ik als de eerste. Maar nog meer,- het succes was zoo enorm dat de bes­tuur­der van het Kei­zer­lijk Thea­ter, het grootste van War­schau, mij eene ver­bin­te­nis voor één jaar aan­bood met een veel groo­ter sala­ris dan ik nu had. Onnoo­dig te zeg­gen dat ik dit aan­bod aan­nam want op te tre­den in het Kei­zer­lijk Thea­ter was mijn grootste ver­lan­gen.

Ik las in het Poolsch Oscar Wilde en deze zegt-: « In het leven zijn er twee treurs­pe­len: Niet te kri­j­gen wat ge wen­scht en het toch te kri­j­gen. » Zeker was mijne .tra­ge­die het tweede geval. Niet dat ik alles had wat ik ver­langde maar tot zoo­ver in mijne artis­tieke loop­baan is mij alles mee­ge­val­len.

Het jaar aan het Klei­ne’s Thea­ter heb ik hard moe­ten wer­ken. Des mor­gends om 10 nur moest ik reeds op de repe­ti­tie zijn en er werd eiken avond ges­peeld, de Zon­dag inbe­gre­pen. Daar ik veel gele­zen had begreep ik zeer vlug de uit te beel­den karak­ters en daar ik al mijn tijd aan de stu­die bes­teedde kreeg ik maar eerst een lief­des­ge­val lang reeds nadat ik aan het Kei­zer­lijk Thea­ter was. Ik had wei­nig gele­gen­heid om met jonge man­nen om te gaan. Aan liefde dacht ik nooit. Mijne zin­nen ston­den alleen op mijne loop­baan. Ik leefde in den schouw­burg zelfs wan­neer ik tehuis was daar ik steeds nieuwe rol­len aan te lee­ren had; had ik een wei­nig tijd over dan was het om met mijne kleer­maaks­ter te over­leg­gen hoe mijne kos­tu­men te maken.

De maan­den gin­gen vlug voor­bij tot dat in het mid­den van den Zomer War­schau de eerste geruch­ten opving van den oor­log. De mobi­li­sa­tie bracht groote opschud­ding en de eerste dagen van Augus­tus wer­den bes­teed aan mani­fes­ta­ties. Bij de oor­log­sverk­la­ring wer­den alle schouw­bur­gen ges­lo­ten en het Klei­ne’s Thea­ter veran­derde in gas­thuis.

Ik bood mij aan als zie­ken­ver­pleeg­ster en onmid­del­lijk werd ik als zoo­da­nig geoe­fend. Geluk­kig dat eenige weken later de schouw­bur­gen terug open gin­gen en ik terug op de plan­ken kon, want om werk te doen in een mili­tair hos­pi­taal daar­voor was ik niet sterk genoeg en voor­ze­ker zou ik er onder bez­we­ken zijn. Noch­tans bood ik mijne diens­ten aan het Roode Kruis, waar­door ik bes­temd werd om brie­ven te schri­j­ven voor de gewon­den; elke dag bes­teedde ik aldus ver­schil­lende uren om berich­ten te zen­den aan de fami­lie­le­den der gek­wetste sol­da­ten. Die dagen waren voor mij eene vero­pen­ba­ring en danste mij steeds voor oogen het woord: Plicht! Als Poolsche patriote bes­chouwde ik den oor­log met gemengd gevoel: y oor de Rus­sen waren wij niet en zooals al mijne mede­broe­ders dacht ik aan een vrij Polen. Deze hoop spie­gel­den wij allen ons voor den geest in die beroerde dagen van 1914.

De eerste berich­ten waren groote Rus­sische over­win­nin­gen; zij waren Oost-Prui­sen bin­nen geval­len en de kreet « Naar Ber­lijn! » werd ove­ral gehoord. Doch na de Duitsche vic­to­ries te Tan­nen­berg en de Masu­ria-Mee­ren kwam de waa­rheid aan het licht en als de oor­log veran­derde in het sta­dium van op- en aftrek­ken ver­kreeg War­schau zijn gewoon leven terug.

Gedu­rende de twaalf maan­den kon­trakt, in het Kei­zer­lijk Thea­ter was ik van een kind van 16 jaar veran­derd in eene vrouw van 17,


16

CINE­MA­WE­RELD »

Als ik terug zie naar toen en mij voor den geest spie­gel hoe wei­nig ik wist van de bui­ten­we­reld dan begrijp ik niet hoe ik den moed had te vol­har­den. Doch de jeugd is moe­dig en dat is de grootste charme.

Na mijne triom­fen met de genoemde too­neel-stuk­ken boekte ik een ander succes in: « oumu­run » van Richard Ordynski, welke later too­neel­di­rek­teur werd in het Metro­po­li­tan Opera te New-York; hij kwam van het Deutsches Thea­ter uit Ber­lijn om mij deze rol in te stu­dee­ren. Voor deze lei­der zal ik steeds eene groote veree­ring bewa­ren, niet alleen dat hij en land­ge­noot en groot patriot is maar ook om zijne artis­tieke gaven.

Niet­te­gens­taande dat Rus­land en Duit­schland in oor­log waren werd er nu een stuk in stu­die geno­men van de Duitsche schri­j­ver Her­mann Suder-mann: « Sodom’s Ende ». Suder­mann was eene van mijne gelief­koosde too­neel­schri­j­vers en menig­maal had ik van hem een ander werk gele­zen: « De Zang der Zan­gen».

Nog­maals een glo­riea­vond met « Sodom’s Ende». De vol­gende mor­gend ont­waakte ik als de beste Pool­scho too­neels­peel­ster, daar alle bla­den mij zoo noem­den.

Over het Kei­zer­lijk Thea­ter zal ik kort zijn; alleen nog moet ik zeg­gen dat wij een groot reper­to­rium had­den en er veel gere­pe­teerd werd.

Het was gedu­rende mijn tweede jaar aan het Kei­zer­lijk Thea­ter dat ik voor de eerste maal erns­tig ver­liefd werd.

Een jonge Poolsche kunst­schil­der, welke veel beloofde voor de toe­komst, kwam bij me met het ver­zoek mijn por­tret te mogen schil­de­ren. Op het eerste zicht boe­zemde hij mij veel belang in. Lang voor dat het por­tret geëin­digd was waren wij ver­loofd en plots gedu­rende onze plan­nen voor het huwe­lijk, werd hij ziek. Ik staakte mijn werk aan den schouw­burg om hem op te pas­sen, helaas zijn toes­tand verergde en op zeke­ren kou­den Decem­ber­dag stierf hij in mijne armen. Zijn dood was een vree­se­lij­ken slag voor mij; hij was de eerste man welke ik vurig beminde; bui­ten mijn moe­der was hij ook de eenige w'elke ik lief had. Het duurde wel eenige dagen alvo­rens ik die ramp te boven kwam. Ik dacht ono­phou­dend aan onze geluk­kige dagen en onze plan­nen voor de toe­komst.

Ein­de­lijk kwam ik tot de over­tui­ging dat ik mij ziek ging maken en ik zette mij aan het werk met meer ener­gie dan vroe­ger. Nooit, dacht ik, zou ik nog een ander man kun­nen bemin­nen, want ik had mijn ver­loofde zoo har­te­lijk lief gehad.

Doch God wikt en de Mensch bes­chikt. Tijd ver­zacht het grootste ver­driet en laat enkel schoone en tee­dere herin­ne­rin­gen na. Die liefde schi­jnt me nu meer een droom dan ze wrer­ke­lijk was.

-— Pola Negri, zegde ik bij mij zelve, uw leven ligt in uw werk, gij hebt geen tijd om ver­driet te heb­ben.

Ik keerde aldus terug naar de schouw­burg met groo­ter ver­lan­gen naar mijne too­neel­loop­baan. En in mijn werk vond ik heil voor mijne gene­zing.

Ik wen­schte de naam te ken­nen van de film welke de oor­zaak was dat ik mij aan­ge­trok­ken gevoelde tot de kinema. Want deze en de onbe­kende ver­tol­kers ervan ben ik zeer dank­baar. Ik was nog steeds een leer­lin­gen in « Gra­vin Pla­ten’s School » te War­schau, ik was nau­we­lijks 15 jaar oud, wan­neer ik deze film nag en hoopte eens eene film­ster te wor­den.

In wer­ke­lij­kheid, wan­neer ik deze op het witte doek zag afrol­len, een cow­boy- en India­nen­ges­chie­de­nis, werd mijt, geest geprik­keld maar het too­neèl behield bij mij toch de boven­hand. Doch het moét herin­nerd wor­den dat tien jaar gele­den de cinema

in Polen om zoo te zeg­gen niet bes­tond. De eenige fil­men die in War­schau ver­toond wer­den waren arm­za­lige Scan­di­na­vische en Duitsche voort­breng­sels en, per toe­val, deze Ame­ri­kaansche film met zijne India­nen­ge­vech­ten.

Ik zal nooit ver­ge­ten welke indruk deze band op mij maakte. Ik dacht de cow­boy de flinkste man van de wereld en de blonde hel­din, welke door hem gered werd, de heer­lijkste vrouw welke ik ooit gezien had. Het avon­tuur­lijke van de ges­chie­de­nis maakte groo­ten indruk op mij en ik had het ver­lan­gen om een­maal Ame­rika te door­krui­sen.

Wan­neer het mij moge­lijk was bezocht ik cine­mas en tha­ters maar de thea­ters ver­koos ik boven de eerste en wat meer, de tijd welke ik door­bracht op de Bal­let­school te Petro­grad, belette mij van meer fil­men te zien en gedu­rende mijne stu­dies op cl- Phil­har­mo­nie dacht ik er niet meer aan.

Het was enkel nadat ik reeds 7 maan­den aan het Kei­zer­lijk Thea­ter was dat ik opnieuw belang stelde in de kinema. Ik had twee belan­grijke pan-tomi­ne­rol­len ges­peeld, eene in « Sumu­run » et de titel­rol in « De Stomme van Por­tici »; vele vrien­den maak­ten mij wijs dat ik zeer goed zou pres­toe­ren op het witte scherm. Veel aan­dacht gaf ik daar niet aan daar ik niet kon begri­j­pen dat de kinema groote vlucht zou nemen en inder­daad, tegen mijn wil, bezocht ik de twee groote kine­ma­za­len welke een Ità­liaansche en Fransche film ver­toon­den; deze betee­ken­den niet veel maar mijne belang­stel­ling voor deze kunst werd ech­ter groo­ter. Nog meer, ik wilde zelf een film ver­vaar­di­gen om te laten zien hoe dit gedaan moest w’or­den.

Dit was gedu­rende de Zomer Van 1915, de oor­log was volop aan gang, ik maakte plan­nen om een sce­na­rio te schri­j­ven en het uit te wer­ken; ik dacht er niet aan dat het wel van een leien dakje zou loo­pen. Wan­neer ik nu dit alles over­denk dan begrijp ik niet hoe ik toen zul­ken durf had.

Eerst en voo­ral, in gansch Polen was er geen stu­dio. Er was geen enkel per­soon welke ooit een film gemaakt had of maar iets begreep van dezes tech­niek; en het schoonste van al, ik had geen geld om zulk avon­tuur te wagen. Toch deden al deze moei­lij­khe­den mij niet terug dein­zen. In mijn vri­jen tijd schreef ik mijn eigen sce­na­rio, een too-neels­pel in 5 dee­len, genaamd: « Liefde en Harts­tocht »; een jong meisje welke hare woning ver­liet om aan het too­neel te gaan en later eene dan­seres te wor­den. De jon­ge­ling welke zij vroe­ger beminde ziet zij in later jaren terug aan het thea­ter, bemin­nen elkaar opnieuw en huwen; enfin eene ruwe ges­chie­de­nis.

Wan­neer het sce­na­rio geëin­digd was huurde ik van een vrien­din, een foto­graaf, zijn wer­khuis en begon de film te « draaien ». Ik ver­tolkte de hoof­drol. De genoemde foto­graaf had een gele­gen­heids-appa­raat om te fil­men. Nooit had hij zelf aan zoo iets gedaan maar nu nam hij de gele­gen­heid te baat om het te lee­ren. Daar wij geene kunst­lich­ten beza­ten moes­ten wij uits­lui­tend gebruik maken vàn het daglicht en als acteurs hiel­pen ons som­mige col­leges van het thea­ter enkel en alleen uit nieuws­gie­ri­gheid.

Niet­te­gens­taande vele moeie­lij­khe­den en tegens­la­gen was « Liefde en Harts­tocht » toch gefilmd in min­der dan eene maand. En in min­der tijd was alles gereed om hem te ver­too­nen in het publiek, want ik had hem uit­ge­ge­ven en tot zelfs ook alle titels er voor ges­chre­ven.

(Wordt voort­ge­zet).

Als ge het woord

aan de deur van een Kinema ziet staan

treedt dan bin­nen en ge zijt zeker een aan­ge­naam oogen­blik door te bren­gen

Abon­neert u op TOO­NEEL­WE­RELD.f

Het beste en meest gele­zen week­blad van

Bel­gIS.

Prijs per jaar­gang: 30 frank.

oleil-Lm&t

volgt de uit­gave eener reeks ’’Groote fil­men”, bin­nen kort

Neal H ART

jfde lie­ve­ling van het Ame­ri­kaansch publiek