zich op eerstgenoemde te wreken.
Mathó geeft aan de slaven van Hamiicar de vrijheid terug; onder hen bevindt zich de neger Spendius, sluw en eerzuchtig van aard. Spendius wordt de raadgever en de dienaar van Mathó en verbindt de wonde aan den arm van zijnen meester door de werpspies van Narr-Havas toegebracht.
De huurtroepen hebben zich uit Carthago terug getrokken en...om de stad tot de overgave te dwingen: er ’s nachts getweeën binnendringen, de Zaimf of gewijde sluier van Tanit, de beschermgodin der stad, rooven, en eene bres maken in de vergaarbakken van drinkbaar water, om aldus de inwoners door den dorst tot overgave te dwingen.
De twee mannen voeren deze dubbele heldendaad uit op gevaar...Zomermorgen; b) Ase’s dood; c) Anitra’s dans.
4. De spaarpot van Bout-de-Zan, klucht
5. Het geheim des Harten, drama
6. De Hugenoten, bloemlezing uit het zangspel G. Meyerbeer
7. SALAMMBO . . .