Programma van 1 tot 31 dec. 1922



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#530

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma


□NE­MA­WE­RELD

Statïepleïn, 21, Ant­wer­pen - Te­le­foon 5259

PRO­GRAM­MA

HOOFD­BU­REEL EN OP­STEL­RAAD:

ANT­WER­PEN — 124, VAN SCHOON­BEK ESTRA AT, 124 - = ANT­WER­PEN

BIJ­BU­REE­LEN:

BRUS­SEL: ME­CHE­LEN : OOS­TEN­DE : QENT :

Broeks­traat, 37. Borgt­straat, 15. Langstraat, B5/bls. Abra­ham­straat, 5.

Druk­ke­rij Nep­tu­ne, Steen­hou­wers­vest. 28


Hoe­veel malen zult gy

gaan zien?

I ïTVÂïTRttTHm' VER­SCHU­REN ÄC-

THAW­SPORTSOC MOI­Illt SS RUE NA­TI­O­NA­LE 136 I . AN­VERS

VER­SCHU­REN & C

RUE NA­TI­O­NA­LE, 136, AN­VERS

Déména­ge­ments - Trans­ports - Gar­de-Meu­bles

Mai­son Prin­ci­pa­le à Bruxel­les „La Con­ti­nen­ta­le Men­kes"

Téléphone 4768 Adres­se Télégrap­hi­que : CON­TI­NENT

0 Suc­ces­seurs de Ed. VAN REETH

OUÏS

In­stal­la­ti­ons et Répa­ra­ti­ons d’Elec­tri­cité

GROS ... Devis gra­tuit sur de­man­de ... DÉTAIL

PHI­LIPS

.USTRE­RIE a

LE­O­POLD

LISE

vlALE

ELL

AN­VERS

Téléph. 5842

FA­BRI­QUE: Rue Vin­cot­te, 88 BOR­GER­HOUT (An­vers) —

Téléphone No. 5842

vBB

2555 CI­NE­MA­WE­RELD 25 55

De Schouw­spel­nij­ver­heid en de tak­sen

De wet van 28 Fe­bru­a­ri 1920, door hare ar­ti­kels 1 en 2, be­last de uit­ba­ters van schouw­spel zalen (schouw­bur­gen en ki­ne­mas) met eene bij­zon­de­re taks die van 15 tot 25 p. h. der bru­to-ont­vang­sten gaat. Zij schaft eene vroe­ge­re wet af die de ki­ne­mas al­leen met 10 p. b. be­last­te.

De sprong was van be­lang; de wet­ge­ver wist ten an­de­re dat hij een harde slag kwam te slaan, want door ar­ti­kel 8, stond hij een tien­de van de op­brengst der taks aan de pro­vin­cie toe en drie tien­den aan de ge­meen­te, maar ver­bood aa nde pro­vin­ciën en ge­meen­ten nog op­cen­tie­men op de taks te stel­len.

De wet­ge­ver wilde aldus eene nij­ver­heid, dia hij zwaar kwam te be­las­ten, be­scher­men tegen nieu­we las­ten van­we­ge de an­de­re be­stu­ren.

He­laas, die be­scher­ming was ijdel. Pro­vin­cies en ge­meen­ten be­vre­dig­den zich niet met hun deel van de Staats­taks; zij namen dit deel aan, maar gin­gen er om ter meest op los in het schep­pen van bij­ge­voeg­de tak­sen op schouw­bur­gen en ki­ne­mas.

De eenen, die de wet aan­dach­tig ge­le­zen had­den, wis­ten het ver­bod dat hen ge­daan werd te ont­dui­ken. Zij moch­ten de ont­vang­sten niet meer tref­fen, maar zij sloe­gen las­ten per toe­schou­wer, wat ten an­de­re ei­gen­lijk op het­zelf­de neer­komt.

An­de­ren stoor­den zich niet aan de wet; zij be­last­ten een twee­de maal de ont­vang­sten en hie­ven een­vou­dig op­cen­tie­men.

An­de­ren gin­gen nog ver­der; zij be­last­ten de brn­to-ont­vang­sten en hie­ven dus eene taks zelf op de op­brengst van de Staats­kas!

Het ge­volg is dat thans schouw­bur­gen en ki­ne­mas over­al op de meest over­dre­ve­ne ma­nier be­last wor­den, ver­mits in veel ge­val­len het to­taal der tak­sen tot boven de 40 p. c. der bru­to-ont­vang­sten gaat.

Zulke toe­stand is een­vou­dig on­houd­baar; ge­lijk welke nij­ver­heid of han­del moet er nood­za­ke­lijk onder be­zwij­ken.

De be­las­ting der bru­to-ont­vang­sten in de schouw-spel­on­der­ne­min­gen is een uit­zon­de­rings­re­giem.Hoe ook die be­las­ting toe­ge­past wordt, zij is on­recht­vaar­dig in prin­ciep.

In­dien de tak­sen den uit­ba­ter tref­fen, zijn zij on­recht­vaar­dig, daar schouw­burg- of kme­ma­be-stuur­ders een­vou­dig han­de­laars zijn, als alle an­de­re han­de­laars; zij be­ta­len a’.le be­las­tin­gen en tak­sen die den han­del in het al­ge­meen tref­fen en in­dien schouw­burg en ki­ne­ma voor het pu­bliek eene weel­de of een ver­maak zijn, voor den uit­ba­ter zijn zij een­vou­dig een be­drijf.

In­dien de tak­sen den toe­schou­wer tref­fen, zijn zij ook on­recht­vaar­dig, ten min­ste in hun­nen hui-di­gen vorm. Schouw­burg en ki­ne­ma zijn, in het al­ge­meen, een volks­ver­maak en eene zeer ne­de­ri­ge weel­de. En toch, door de op­een­sta­pe­ling der Staats-pro­vin­cie- en ge­meen­te­tak­sen, moet de toe­schou­wer in de meest gun­sti­ge ge­val­len 20 p. h. en in ze­ke­re ge­val­len tot over de 40 p. h. be­ta­len van den in-kom­prijs, ter­wijl de koo­per van een au­to­mo­biel, een ju­weel of ge­lijk welk echt luxe-ar­ti­kel, er van af­komt met de weel­de­taks, dus meer dan vier­maal min­der be­taalt!

De recht­vaar­dig­heid ei­scht dus dat de schouw-spel­on­der­ne­min­gen in het ge­mee­ne recht ge­steld wor­den en in geen geval méér bta­len dan an­de­re on­der­ne­min­gen die ken­mer­kend het weel­de­ka­rak­ter dra­gen.

Niet al­leen in prin­ciep, maar ook bij het aan­schou­wen der fei­ten, blijkt eene her­vor­ming nood­za­ke­lijk.

De toe­stand der schouw­bur­gen en ki­ne­mas was, ten ge­vol­ge van uit­zon­der­lij­ke om­stan­dig­he­den, zeer schit­te­rend in de jaren 1919 en 1920. In 1921 begon het ver­val en in 1922 gin­gen de zaken steeds slech­te,'.

Wel­is­waar is het to­taal der bru­to-ont­vang­sten, voor gan­seh België, steeds blij­ven stij­gen, maar dat is geens­zins een teek­en van stij­gen­de wel­vaart, want die ver­hoo­ging heeft voor­al de drie vol­gen­de oor­za­ken:

1° Nieu­we tak­sen wer­den in­ge­voerd en de op­brengst dier tak­sen doet de bru­to-ont­vangst stij­gen, zon­der dat de uit­ba­ter iets meer trekt;

2° De «vette jaren» hier­bo­ven aan­ge­haald had­den voor ge­volg de ope­ning van tal van nieu­we zalen, wat ook de to­ta­le cij­fers der* ont­vang­sten deed stij­gen, zon­der pro­fijt voor ieder in het bij­zon­der;

3° De uit­ba­ters heb­ben de prij­zen der plaat­sen ver­hoogd in de maten van het mo­ge­lij­ke, maar zij heb­ben er niets bij ge­won­nen daar de on­kos­ten ter­zelf­der­tijd in veel groo­ter ver­hou­ding ste­gen.

Aan­gaan­de dit 3°, valt er op te mer­ken dat ner-gens de prij­zen der plaat­sen (na af­trok der tak­sen) het dub­bel over­schrij­den der prij­zen van VOOR den oor­log, ter­wijl de kos­ten ver­drie- of vier­dub-bel­den, zooals in alle an­de­re on­der­ne­min­gen. Dit legt het bij eer­ste zicht zon­der­lin­ge feit uit, dat de bru­to-ont­vang­sten om­hoog gin­gen, ter­wijl de win­sten steeds ver­min­der­den en in veie on­der­ne­min­gen gan­seh ver­dwe­nen.

Alle nieu­we ver­hoo­ging der prij­zen is on­mo­ge­lijk; een nauw­keu­rig on­der­zoek van den toe­stand be­wijst dat men de ui­ter­ste grens heeft be­reikt van wat het pu­bliek wil en kan be­ta­len.

Wij bren­gen des­aan­gaan­de een veel­heteek­e­nend ant­woord in her­in­ne­ring van bur­ge­mees­ter Max, toen een Brus­selsch ge­meen­te­raads­lid voor­stel­de de prij­zen te ver­hoogen in den Munt­schouw­burg:

« Wij heb­ben het reeds ge­daan, zegde heer Max, en de ont­vang­sten zijn er niet mer­ke­lijk door ge-stégen. Eene nieu­we ver­hoo­ging zou mis­schien de ont­vang­sten doen dalen».

Te Brus­sel en te Ant­wer­pen, na­me­lijk, heb­ben groote on­der­ne­min­gen de in­kom­prij­zen moe­ten ver­min­de­ren om het pu­bliek aan te lok­ken en heb­ben nu alle moei­te om hunne kos­ten te dek­ken of met zoo wei­nig ver­lies mo­ge­lijk uit te baten. Zij moe­ten wel voort­wer­ken omdat hun ka­pi­taal in dê on­der­ne­ming steekt en omdat zij in de hoop leven van eene spoe­di­ge her­vor­ming der tak­sen. Maar moest die her­vor­ming nog lang uit­blij­ven, dan wordt voor velen de on­der­gang on­ver­mij­de­lijk.

Het is voor­ba­rig voor­beel­den met namen aan te halen, maar al wie de ware toe­stand kent, weet wel dat te Brus­sel, onder an­de­ren, de mees­te schouw-bu­gen en ki­ne­mas zeer moei­lijk aan hun ge­rand

komen. En in de pro­vin­cies is het nog erger:tal van on­der­ne­min­gen moesten reeds slui­ten en in meer ge­val­len nog werd de uit­ba­ting op twee of drie dagen per week in­ge­kort, wat mee­st­al het voorteek­en is van eene na­ken­de slui­ting.

Men moet er zich dus niet over ver­won­de­ren dat de be­stuur­ders van schouw­bur­gen en ki­ne­mas in hun Con­gres tot het zeer ern­sti­ge be­sluit ge­ko­men zijn der al­ge­mee­ne slui­ting hun­ner zalen te be­gin­nen van 1 Mei 1923, in­dien op dien datum de ge­rech­tig­heid en de wijs­heid van den wet­ge­ver hen niet ter hulp zou­den ge­ko­men zijn.

Wij roe­pen dus die ge­rech­tig­heid en wijs­heid van den wet­ge­ver aan.

Wij vra­gen dat hij de kwes­tie be­stu­deere en dat hij de fo­muul vinde die de be­lan­gen vrij­wa­re van de Schat­kist, van de pro­vin­ciën en ge­meen­ten, maar ook van den on­der­gang redde de schouw­spel­on­der-ne­min­gen en al de­ge­nen die er van leven:uit­ba­ters, per­so­neel en le­ve­ran­ciers.

Wij vra­gen eene recht­vaar­di­ge for­muul, die ons het ge­mee­ne recht toe­pas­se, die ons niet meer door uit­zon­drings­maat­re­ge­len tref­fe, het­zij, in­dien het stel­sel der weel­de­tak­sen be­hou­den wordt, dat men het mid­del vinde alle weel­de op den­zelf­den voet te be­las­ten en in zulke mate dat Staat, pro­vin­cie en ge­meen­te er het noodi­ge bij vin­den, het­zij, in­dien men het zeer in­ge­wik­kel­de tak­sen­stel­sol af schaft, dat men onze win­sten zooals de win­sten aller Bel­gen be­las­te zoo­veel het be­hoort voor het her­stel van het geld­we­zen en den goe­den gang der open­ba­re dien­sten.

Het bo­ven­staan­de is een ma­ni­fest uit­ge­ge­ven door het « Co­mi­teit tot ver­de­di­ging der be­lan­gen van het spek­ta­kel » (Schouw­bur­gen en Ci­ne­ma’s van België),wier hoofd­ze­tel is te Brus­sel, Bis­schop-straat, 3.

Doch, of dit ma­ni­fest wel vol­le­dig is, zooals wij het heb­ben over­ge­drukt, twij­fe­len wij ten sterk­ste.

Het is ge­raad­zaam, en van het al­ler­groot­ste be­lang, dat de be­zoe­kers van den schouw­burg of de ci­ne­ma weten, dat dit al de tak­sen niet zijn waar­aan de be­stuur­ders der in­rich­tin­gen zijn bloot­ge­steld, op verre na niet, en dat een groot aan­deel der tak­sen recht­streeks komt uit de beurs van den schouw­burg of de ci­ne­ma­be­zoe­kers.

Fei­ten met de macht zou­den wij kun­nen aan­ha­len, doch het zou ons te yer bren­gen, enkel dit toch wil­len wij er bij­voe­gen dat wat ook in den schouw­burg of ci­ne­ma ver­kocht wordt, ’t zij dran­ken, gebak, cho­co­la­de, rook­ar­ti­ke­len, enz., enz., dit alles aan een groote taks on­der­wor­pen is waar­door de uit­ba­ters ver­plicht zijn, ’t zij ge­lijk welk ar­ti­kel aan een veel hoog­e­ren prijs te ver-koop­en dan een han­dels­huis naast den schouw­burg of ci­ne­ma ge­le­gen, aan­ge­zien deze aan dit taks­stel­sel niet zijn bloot­ge­steld.

Aan dat alles moet paal en perk ge­steld wor­den, en daar waar het zal gel­den de be­lan­gen der schouw­bur­gen en ci­ne­ma’s te ver­de­di­gen, blij­ven wij voort­aan « au qui vive ».

Tooneel we­reld.

Onze film = wed­strÿd komt

kor­te­lings op het witte doek

Meer dan 6.000 ïr. prij­zen


« CI­NE­MA­WE­RELD »

& & Tril­beel­den &

VER­LE­DEN ff HEDEN TOE­KOMST

Ka­len­der Onze Ster Nieu­we Fil­men

Vrij­dag 15 De­cem­ber (1907). — Wil­li­am Far­num treedt op als fi­gu­rant aan een schouw­burg te Chi­ca­go.

Za­ter­dag 16 De­cem­ber (1887). — Ge­boor­te­dag te San Fran­cis­co van Vi­o­let Hop­sen.

Zon­dag 17 De­cem­ber (1916). — Hélène Chad­wick treedt voor de eer­ste maal v

Maan­dag 18 De­cem­ber (1918). — Loui­se Lo­ve­ly wordt ei­ge­na­res eener pe-tro­le­um­bron.

Dins­dag 19 De­cem­bet (1920). — Ivor No­vel­lo en Hilda Bay­ley draai­en de laat­ste toonee­len van hun­nen mees­ter­film ( Kar­na­val ».

Woens­dag 20 De­cem­ber (1907). — Mar­gu­e­ri­te Snow be­gint hare tooheel-loop­baan.

Don­der­dag 21 De­cem­ber (1920). — Jane Paige, film­ac­tri­ce, huwt met Al­bert E. Smith, Be­stuur­der der Vi­ta­g­raph Com­pa­ny waar­aan zij ver­bon­den was.

MATT MOORE

Matt Moore is in 1888 ge­bo­ren en is een broe­der der hier wel­be­ken­de film-spe­lers Tom, Owen en Joë Moore.

Vroe­ger was hij ma­chi­nist op den Ca­na­di­an Pa­ci­fic Rail­way. Eene film­maat­schap­pij die langs­heen de lijn eeni­ge op­na­men draai­de vroeg hem om in een paar toonee­len te fi­gu­ree­ren.

Matt zou sinds­dien het witte doek niet meer ver­la­ten.

Matt Moore heeft licht­bruin haar en blau­we oogen en meet I m. 70.

Zijn adres is:

Matt Moore 130 West, 44th Street, New-York City, U.S.A.

De Dame met de Camélias. — Ame­ri-kaan­sche film. Ru­dolph Va­len­ti­no en Alla Na­zi­mo­va. V. B. Au­bert, 40, de Brou­ckère­plaats, Brus­sel.

De klei­ne Ver­stoote­lin­ge. — Fran­sche film. Re­gi­ne Du­mien, Dalsa­ce, Darüert, V. B. Ge­or­ges Petit, 85, Lae­ken­straat, Brus­sel.

De Eeu­wi­ge Stil­te, de Ex­pe­di­tie Scott naar de Zuid­pool. V. B. Ci­ne-Eclip­se, 74, Plan­ten­straat, Brus­sel.

De Mees­ter van het Lot.— Ame­ri­kaan-sche film. Wil­li­am Des­mond, drama. V.

B.: O. G. C., 12, de Brou­ckère­plaats, Bi­us­sel.

Moe­der. — Ame­ri­kaan­sche film. — Lloyd Hug­hes. V. B. Hac­kin, 9 a. Kart-hui­zers­straat, Brus­sel.

De Schoo­ne Slaap­ster in het Woud. — Ame­ri­kaan­sche film. Ma­ri­on Da­vies. V.

P. Pa­ra­mount, 48, Nieuwstraat, Brus­sel.

Pola Negri

Char­lie Chap­lin

ver­loofd

Dit is het al­ler­laat­ste nieuws­je van be­lang in de ci­ne­ma­we­reld.

Aan Char­ley Chap­lin's eer­ste hu­we­lijks­le­ven is er reeds heel wat inkt ver­schre­ven ge­wor­den. Wij zul­len deze ge­schie­de­nis nog­maals in 't kort her­ha­len.

Char­ley Chap­lin huwde in 1918 met Mild­red Har­ris, de hier even­eens goed ge­kend­ei Ame­gi­kaan­sche film­ster. Uit het hu­we­lijk, dat in den be­gin­ne zeer ge­luk­kig was, werd een zoon­tje ge­bo­ren dat ech­ter reeds een paar dagen na­dien stierf. Dit scheen het ver­trek­punt te zijn der steeds aan­groei­en­de en scher­per wor­den­de on­eenig­heid. De ware reden ervan, zul­len we mis­schien nooit te weten komen. Gis­sin­gen waren er ge­noeg en een paar dezer, welke in Ame­ri­ka als de meest ge­loof­waar­dig­ste aan­zien wer­den waren: Mild­red Har­ris ver­weet haar echt­ge­noot van haar de noodi­ge mid­de­len tot haar on­der­houd te wei­ge­ren.

Char­ley Chap­lin zou als reden op­ge­ge­ven heb­ben dat zijne vrouw zeer ver­kwis­tend van aard was.

Dus twee ver­kla­rin­gen die met el­kaar in ver­band sche­nen te staan. Wat er ook van zij, de echt­schei­ding werd in 1921 uit­ge­spro­ken en zeer op­ge­merkt werd het dat Char­ley Chap­lin de be­schul­di­gin­gen zij­ner vrouw over het hoofd liet gaan en... zweeg.

Sinds­dien werd er nog wel een paar malen over een aan­staand hu­we­lijk van Char­ley Chap­lin gewag ge­maakt; een­maal met zijne par­te­nai­re Edna Pur­vi­an-ce, een an­de­re maal met May Col­lins; beide ge­ruch­ten wer­den ech­ter van be­lang­heb­ben­de zij­den ge­lo­gen­straft.

Pola Negri’s waren naam is Ap­po­lo­nia Cha­lu­pez. Haar dek­naam ver­klaart zij als volgt: Pola komt voort van Polen, want zij is Pool­sche: Negri is de naam van Ada Negri, de Ita­li­aan­sche dich­te­res, wier wer­ken zij ver­film­de.

Pola was ge­huwd met Graaf Hugo Dom­ski, Poolsch be­vel­heb­ber van Sos-no­wicz. Hier is zij ech­ter van ge­schei­den. Voor en tij­dens den oor­log was Pola Negri in Duit­sch­land zeer graag ge­zien, doch sinds zij lief­da­dig­heids­fil­men draai­de voor de ‘Polen, hare land­ge­noo-ten, werd zij er ge­weerd en hare fil­men uit­gef loten.

Het leven in Duit­sch­land on­mo­ge­lijk zijn­de, deed zij aan­bie­din­gen in Ame­ri­ka en werd door de Pa­ra­mount aan­ge­no­men, waar­voor zij reeds haar eer­ste band, « Bella Dona » aan ’t draai­en is.

Char­ley Chap­lin ont­moet­te Pola Ne-gris voor de eer­ste maal tij­dens zijne reis in Eu­ro­pa en zijn be­zoek aan Ber­lijn in 1921.

Een nieu­we roman schijnt nu te be­gin­nen en wij zul­len niet na­la­ten onze le­zers er ver­der op de hoog­te van te hou­den. Nemo.

Gi­ne­ma­nieuws­jes

Agnes Ayres ver­tolkt in haren nieu­wen film, »Bor­der­land» (Grens­land), eenen drie­dub­be­len rol.

Mary Pick­ford on­der­houdt zelve 24 ka­na­rie­vo­gels. Laatst­le­den gaf zij op­dracht deze vo­gels te pho­to-giaphi­eeren. Ten­ge­vol­ge eener ze­ke­re na­la­tig­heid werd de kooi open­ge­la­ten en de vo­gels ont­snap­ten. Dou­g­las Fair­banks, de ramp over­zien­de, be­sloot van de vo­gels kost wat kœt terug te van­gen. Na vele we­tens­waar­dig­he­den en hals­bre­ke­rij en, waar­in me» aan den flim « He comes up smi­ling» dacht, gei­uk­te men er in de ka­na­ries terug in hunne kooi te bren­gen zon­der dat Mary Pick­ford iets van het ge­beur­de af­wist.

Ri­chard Leeu­wen­hart, ko­ning van En­ge­land, stierf ten­ge­vol­ge eenèr wonde aan den arm. Wal­la­ce Beery, die de rol van Ko­ning Leeu­wen­hart in Dou­g­las Fair­banks’ nieu­wen film « Robin Hood » vtrtolkt, komt nu zij­nen arm te bre­ken in een. au­to-on gel uk. Hij ver­zorgt nu zij­nen arm op zorg­vul­di­ge wijze daar hij vreest van te ster­ven zooals ko­ning Leeu­wen­hart.

N. B. — Dit nieuws­je is ver­le­den week we­gens plaats­ge­o­rek niet kun­nen ge­plaatst wor­den,

CI­NE­MA­WE­RELD »

Gau­mont Film

THE­O­DO­RA

The­o­do­ra....​Rita Jol­li­vet

An­dre­as....​René Maupré

Jus­ti­ni­aan....​Ferrucio Bi­an­ci­ni

Gau­mont Film

De ver­we­zen­lij­king van dezen tijd­perk­film is een waar won­der.

Slechts een voor­na­me firma als de « Am­bro­sio-Film » moch er aan den­ken een zoo grootsch werk op touw te zet­ten. De her­op­bouw van het By­zan­ti­um onder de re­geering van Jus­ti­ni­aan heeft nauw­keu­ri­ge elt ge­dul­di­ge op­zoe­kin­gen ver­eischt en stelt een on­on­der­bro­ken werk van meer dan twee jaren voor. Ook heeft men den in­druk een over­groote muur­schil­de­ring, fres­co, te zien, dié, in al zijn bij­zon­der­he­den zich juist ont­rolt.Het is iets toover-ach­tigs, een feeënspel, van een nog op onze dagen on­ge­ken­de groot­sch­heid, en wan­neer het scherm zich sluit na het laat­ste tooneel, ge­looft men te ont­wa­ken uit een droom van « Dui­zend en één Nacht ».

De bui­ten­ge­wo­ne dra­ma­ti­sche ver­wik­ke­ling is te zeer uit­ge­breid om haar in een kort ver­haal samen te vat­ten

liefd wordt. Deze vrouw, ge­woon de man­nen te be-heer­schen, wordt op haar beurt be­heer­scht, en om An­dre­as te ver­voe­gen be­gaat zij de stout­ste on­voor­zich­tig­he­den.

An­dre­as is gansch on­kun­dig van de ware per­soon­lijk­heid zij­ner min­na­res, die hij slechts onder dt naam van Myrta kent, en me­nig­maal be­klaagt hij zich bij haar over de dwin­ge­lan­dij die het kei­zer­lijk paar op By­zan­ti­um doet druk­ken. The­o­do­ra voor­al wordt al­ge­meen ver­acht. Lie­der­lijk, ei­gen­zin­nig en wreed, deinst zij voor geen en­ke­le mis­daad terug om aan haar in­val­len van het oog­en­blik te vol­doen. Om By­zan­ti­um van dit schan­de­lijk juk te ver­los­ser, be­slui­ten An­dre­as en zijn vrien­den in het Kei­zer­lijk Pa­leis te drin­gen en den dwin­ge­land en zijn schaant-te­looze ge­zel­lin te dooden. An­dre­as, zon­der wan­trou­wen, stelt Myrta op de hoog­te van het kom­plot.

Op het over­een­ge­ko­men uur komen de sa­men­ge­van­ge­ne om zich van zijn stil­zwij­gen te ver­ze­ke­ren.

De vol­gen­de dag grij­pen er spe­len plaats in het cir­kus en het volk, hoe lan­ger hoe meer over­prik-keld, ei­scht dat de kei­ze­rin haar slui­er zou op­lich­ten. An­dre­as, die zich op den eer­sten rang der toe­schou­wers be­vindt, her­kent Myrta en scheldt haai in ’t open­baar. Hij wordt op de plaats aan­ge­hou­den en de Kei­zer, om een voor­beeld te stel­len, be­veelt zijn da­de­lij­ke te­recht­stel­ling. On­danks zijn mis­prij­zen en zijn scheld­woor­den, kan The­o­do­ra er niet toe be­slui­ten An­dre­as Ce ver­la­ten. Om hem te kun­nen red­den, ge­bruik ma­ken­de van een ver­war­ring, geeft zij het bevel de leeu­wen op het volk los te laten.

De wilde die­ren over­rom­pe­len het arena, en, in de her­rie die ont­staat, weet The­o­do­ra haar min­naar to ont­voe­ren. Deze is ge­du­ren­de zijn aan­hou­ding

The­o­do­ra, doch­ter van den be­wa­ker der wilde die­ren van het hip­po­droom, won­der­lijk se­hoo­ne en be­ko­ren­de vrouw, is een der hoogst aan­geteek­end staan­de hof­da­men van By­zan­ti­um. Ver­stan­dig en ij­ver­zuch­tig, weet zij er toe te komen Jus­ti­ni­aan, zoon van den Kei­zer te ver­lei­den en hem met haar te doen huwen Op het top­punt der groot­heid ge­ko­men, daar Jus­ti­ni­aan op zijne beurt de troon van den mach­ti­gen Kei­zer van het Oos­ten be­stijgt, heeft The­o­do­ra haar nei­gin­gen van hof­da­me be­waard. Door eene vrien­din uit vroe­ge­re dagen, die zij ver­he­ven heeft tot de rol van on­af­scheid­ba­re ver­trou­we­lin­ge, ver­ge­zeld, ver­laat zij eiken nacht het pa­leis, op avon­tu­ren be­lust. Alzoo ont­moet zij An­dre­as, jonge pa­tri­ciër, waar­op zij smoor­lijk ver­zweer­derg aan hét Pa­leis. An­dre­as ligt in hin­der­laag ter­wijl zijn vriend bin­nen de plaats dringt. Hij wordt on­mid­de­lijk gevat en ge­bon­den en Jus­ti­ni­aan geeft het bevel hem op de pijn­bank te leg­gen om te weten te komen wie de man is, die heeft kun­nen ont­snap­pen.

The­o­do­ra, vreest door den ge­van­ge­ne, die meer­maals An­dre­as en Myrta ge­du­ren­de hun nach­te'.ijke ont­moe­tin­gen heeft ge­zien, her­kend te wor­den. Zij vraagt daar­om dat hij haar over­ge­le­verd zou wor­den, zich er op be­roe­pend dat zij door zacht­heid de be­ken­te­nis zou ont­lok­ken waar­in de beul mis­schien door fol­te­rin­gen niet zou ge­luk­ken. Jus­ti­ni­aan stemt toe en ge­bruik ma­ken­de van den kor­ten tijd die haar toe­ge­staan wordt, door­steekt zij den

ge­kwetst ge­wor­den en het is gansch be­bloed dat zij hpm in de ge­van­ge­nis van het pa­leis weer­vindt. Zij laat aan haar zoog­ster, een oude Egyp­ti­sche heks, een toover­drank vra­gen die hem red­den moet; doch het is ver­gift dat de Egyp­ti­sche zendt en An­dre­as valt als neer­ge­blik­semd ten gron­de.

Jus­ti­ni­aan heeft veel zaken ge­ra­den; hij laat zich ver­ge­zeld van den beul, in de ge­van­ge­nis ge­lei­den om hem of haar die An­dre­as gered heeft te ver­wur­gen.

Zij vin­den de Kei­ze­rin neer­ge­stort op het lijk van den ge­van­ge­ne. Jus­ti­ni­aan be­veelt den beul zijn werk te doen.

Gau­mont, 11, Tim­mer­hout­ka­de, Brus­sel.

Gi­ne­ma­nieuws­jes

UIT HET LAND DER ECHT­SCHEI­DIN­GEN.

Over eeni­gen tijd werd Ru­dolph Va­len­ti­no, ge­schei­den van J, Acker, en her­trouwd met de dan­se­res Na­st­a­cha Ram­bo­va, wier ware naam Wi­nif­red Hud­nut, en doch­ter van een groot New-Yor-ker reuk­werk­fa­bri­kant is, be­schul­digd van twee-wij­ve­rij en hij kon zie}) slech­te red­den ten koste

van veel moei­te. Een der­ge­lijk feit komt zich nu te Hol­ly­wood, al­waar de echt­schei­din­gen tus­schen ar­tis­ten zeer tal­rijk zijn, voor te doen. Frank Mayo, om Dag­mar Go­dow­ski te huwen, moest van Ele­a­nor Joyce schei­den. Alles ging op­per­best.Maar nu on­langs komt Ele­a­nor Joyce de ve­miet­ti­ging der echt­schei­ding te ei­schen op grond der vol­ko­men eens­ge­zind­heid welke er tus­schen haar en haar vroe­ge­re echt­ge­noot heer­sch­te. De be­wij­zen ont­bre­ken om deze laat­ste bij te staan. Frank Mayo. alzoo twee echt­ge­noo­t­en heb­ben­de, zal, op straf van ge­van­ge­nis, tus­schen bei­den te kie­zen heb­ben.

Eva Novak, de par­te­nai­re van Wil­li­am Hart, komt te huwen met Wil­li­am Reed, een ope­ra­teur van Lasky.

Lew Cody zal kor­te­lings J. Acker huwen, de eer­ste vrouw van Ru­dolp­he Va­len­ti­no.

Eli­ott Dex­ter, de ge­schei­den echt­ge­noot van Marie Doro, en de par­te­nai­re van Mary Pick­ford, Ethel Clay­ton en Glo­ria Swan­son, gaat een dezer dagen terug her­trou­wen.

En ein­de­lijk spreekt men te Hol­ly­wood van niets an­ders meer dan van het aan­staan­de hu­we­lijk van Char­ley Chap­lin met Pola Negri.


“DE STORM”

De her­ten­jacht geëin­digd, heeft de we­reld­sche Dave Ste­wart, vol geest­drift over het land­le­ven, er niet kun­nen toe be­slui­ten naar New-York terug te keeren, en heeft zijn in­trek ge­no­men in de fak-to­rij Saint Mi­chael. Eeni­gen tijd later ont­moet hij de trap­per-hout­hak­ker Burr Wing­ton. Wel­haast zijn zij on­af­scheid­baar. Et wan­neer Burr naar zijn kam­pje jaats Syl­ves­ter te Deep Val­ley trekt om er te over­win­te­ren, gaat Dave, als zijn vriend en ven­noot mede.

Ze­ke­ren dag komen een fran­sche trap­per, doodelijk ge­kwetst, en zijne doch­ter Je­an­net­te de twee man­nen om on­der­stand vra­gen. Jac­ques weet dat hij nog maar en­ke­le oog­en­blik­ken te leven heeft, maar al­vo­rens te ster­ven wil hij de ze­ker-.

heid heb­ben dat zijne doch­ter niet aan haar lot zal over­ge­la­ten wor­den, en hij smeekt zijn oude vriend Burr van over haar zorg te dra­gen en ze naar het kloos­ter van O. L. Vrouw te lei­den.

In dien nacht doet de sneeuw zijne ver­schij­ning; hij valt zoo dicht en zoo ge­wel­dig dat er een or­kaan te vree­zen valt. Noch­tans be­sluit Burr van toch maar te ver­trek­ken. En wan­neer zij, vol moei­te, de door­gang, langs de­wel­ke men alléén de Deep val­ley kan ver­la­ten, be­rei­ken, barst de storm los, gaat over in sneeuw-tem­peest en eene reus­ach­ti­ge sneeuw­la-wi­ne ploft over den door­gang neder, de­wel­ke zij ver­spert. Je­an­net­te, Dave en Burr zien zich nu tot de Lente in die val­lei op­ge­slo­ten.

Maar met Je­an­net­te is er een storm in de har­ten der'twee vrien­den op­ge­sto­ken.

Met de tijd, die alles heelt, is de glim­lach op Je­an­net­te’s lip­pen te­rug­ge­keerd. Maar het lieve kind is er ver van te gis­sen dat deze glim­lach van de twee vrien­den twee vij­an­den heeft ge­maakt. Zij komt zoo pas in ’t leven!

Ieder men­sche­lijk schep­sel is een ver­schil­lend wezen voor die­ge­nen welke het be­kij­ken.De reine Wing­ton, zag in Je­an­net­te het On­ver­ge­lijk­ba­re, te Eeu­wi­ge, die­ge­ne welke men ver­wacht en die nim­mer komt, maar die­ge­ne welke toch ein­de­lijk kwam, en Dave, de we­reld­sche, de wel­lus­ti­ge zag in haar niets meer dan eene mooie prooi, eene wel­rui­ken­de te pluk­ken bloem. Bij de ééne was het de lief­de, bij de an­de­re de drift... Het kon-fiikt dier twee ziels­toe­stan­den was vree-se­lijk. Je­an­net­te ver­nam dat zij er de oor­zaak van was.

Hare droef­heid was zóó groot dat de twee me­de­din­gers zulke vrees heb­ben­de haar te ver­lie­zen, stil­zwij­gend be­slo­ten van de vein­ze­rij eener goede ka­me­raad­schap te spe­len. En de glim­lach kwam we­der­om terug op de lip­pen van het reine kind.

Noch­tans had het kon­flikt de oogen van Je­an­net­te ge­o­pend. Zij had haar hart it had haar ge­ant-

Sce­na­rio van Lang­don Mac Co­mick

Film­re­gis­seur....​Reginald Bar­ker

Eu­ro­pee­sche be­wer­king van

Da­niel Jour­da

Ver­tol­kers

Je­an­net­te Fa­chard,. Vir­gi­nia Valli

Burr Wing­ton....​House Pe­ters

Dave Ste­wart....​Matt Moore

Jac­ques Fa­chard .,. Josef Swick­ard

HISBE

MEUWSTRAAT, 68, BRUS­SEL

on­der­vraagd en

woord dat het vol'van lief­de voor Burr, ver­vuld was. Zij had hem lief, haren Eurr, met eene reine ge­ne­gen­heid, mach­tig, diep, on­wan­kel­baar, sinds hunne lip­pen zich in eenen rei­nen kus had­den ver-eenigd.

De haat tus­schen de twee man­nen ge­naakt het top­punt.Het is tijd dat de eene of de an­de­re de val­lei ver­la­te. De ge­le­gen­heid doet zich voor; een brand breekt in ht woud uit en de le­vens­mid­de­len ge­ra­ken uit­ge­put. Het is noodig dat eene der me­de­din­gers naar Saint Mi­chael ver-trek­ke. Het lot be­slist en be­voor­deelt Burr. Maar Dave wei­gert te ver­trek­ken, voor­wen­den­de dat hij de wegen in het woud niet kent, en ook om Je­an­net­te geen ver­driet te be­rok­ke­nen daar zij, be­weert hij, hem be­mint. En daar Burr tegen deze ver­kla­ring op­komt, stelt Dave hem voor van er hem het be­wijs van te le­ve­ren. Door een on waar­dig vein­zen, en uit me­de­lij­den, ont­steelt Dave aan Je­an­net­te een broe­der­lij­ke kus, welke Burr, van verre ge­zien, voor een lief­dekus nemt. Hij is ten einde, zijn droom stort in, de afgod is dood! Hij ver­trekt!...

Maar het vuur heeft de val­lei be­reikt, de door­gang ver­sperd, en dwingt Burr van terug te keeren. De vlam­men loei­en, de vuur­poel omvat de gan­sche val­lei, en ce be­min­de, on­danks alles, gaat om­ko­men, in­dien hij haar niet redt...

Je­an­net­te wordt gered, maar Dave, dcor een val­len­de boom­stam ge­kwetst, si in de vlam­men ge­ble­ven. Burr zijn moed slechts ge­hoor ge­ven­de, werpt zich terug in den vuur­poel en brengt zijn me­de­din­ger in vei­lig­heid.

Op de kanoë van den In­di­aan Peter op­ge­no­men, be­vin­den alle vier, zich 's an­de­ren­daags, verre van het on­heil Dave draagt zijn arm in een ver­band, en droomt; Je­an­net­te wacht ang­stig het oog­en­blik af dat Burr de zwach­tel, welke zijne door den rook ont­sto­ken oogen be­dekt, af­ne­me: zij wil de eer­ste zijn om de stree­ling van den blik van hem. die zij ver­af­goodt, op te van­gen...

He­laas! de blik van den be­min­de glijdt vol on­ver­schil­lig­heid over haar en

de zoozeer aan­be­den mond, opent zich niet om lief­de­woor­den uit te laten, maar om het bevel te geven haar naar het kloos­ter te lei­den.

Het ware ge­daan ge­weest met hun geluk in­dien Dave zijne leu­gen niet kwam be­ken­nen.

De « storm » is geëin­digd. Nu is het de blau­we hel­der, on­ein­di­ge hemel... En Peter is de do­mi­nee gaan ver­zoe­ken die twee vol­maak­te ver­lief­den voor immer te vei bin­den.


CI­NE­MA­WE­RELD »

Hoe ik aan Ci­ne­ma ben gaan doen

door VIR­GI­NIA VALU

(Uni­ver­sal Star)

VIR­GI­NIA VALU ’7/îe STORM“

UN 1 VC ft SAU JEWCU

« De beste wijze om aan een kind dat­ge­ne te laten ver­rich­ten wat men juist wen­scht dat het zoude doen, is van het dat­ge­ne te ver­bie­den. In­dien de Muzen had­den sa­men­ge­zwo­ren om mij op het tooneel dol ver­zot te doen wor­den, had­den zij dit niet beter kun­nen be­werk­stel­li­gen. Mijne ou­ders keur­den het tooneel af en stel­den geen be­lang in de ci­ne­ma­to­gra­fie.We­ten­de dat ik immer wen­sch­te van op de plan­ken op te tre­den, dach­ten zij mij deze be­ko­rin­gen te ont­ne­men met mij naar een kloos­ter te zen­den al­waar, ze o dach­ten zij, de stu­die en an­de­re be­zig­he­den al mijn tijd in be­slag zou­den nemen.

» In the­o­rie was dit zeer wel, maar prak­tisch zou dit wel wat an­ders wor­den. In het kloos­ter was de ci­ne­ma na­tuur­lijk ver­bo­den. Met de aan ons ge­slacht her­ken­de stijf­hoof­dig­heid, wer­den ver­schei­de­ne onder ons, jonge meis­jes « ci­ne­ma-gek », en deden het on­mo­ge­lij­ke om c.​nematijd­schrif­ten mach­tig te wor­den, welke ’s avonds op onze slaap­zaal, wan­neer de lich­ten ge­doofd waren, met een zak­lamp­je wer­den ge­le­zen.

» Meer dan na­tuur­lijk was het dan ook dat het eer­ste welke ik ver­richt­te na het kloos­ter te Chi­ca­go ver­la­ten te heb­ben, was naar New-York te gaan, en er te trach­ten werk te zoe­ken in eene der tal­rij­ke Stu­dios te Fort Lee. Deze film­co­lo-nie, onder oog­punt van voort­brengst, bijna le­vens­loos zijn­de, ver­trok ik al­hoe­wel tegen mijn zin, terug naar Chi­ca­go, naar mij­nen haard.

De dag mij­ner aan­komst, be­merk­te ik eene rek­lame waar­door men ta­lent­vol­le jonge meis­jes vroeg voor de «Mil­wau­kee Stock Com­pa­ny ». Het is meer dan waar­schijn­lijk dat ik zoo­veel ta­lent niet bezat als mij wel in­beeld­de, maar ik was reus­ach­tig goed be­gaaft met eene over­groote dosis « on­be­schaamd­heid ». Ik bood .mij dus aan, en, eeni­ge per­soon­lij­ke uit­vin­din­gen over mijne on­der­vin­ding, gansch in­ge­beeld na­tuulijk, uit­kra­men­de, werd ik aan­ge­no­men. Ik ver­bleef zes maan­den

bij deze maat­schap­pij en kwam daar­door gansch op de hoog­te der ci­ne­ma­kunst.

» Na dit korte tijd­perk had­den geene ra­zen­de paar­den mij nog van de ci­ne­ma-we­reld kun­nen doen schei­den. Het sei­zoen geëin­digd, nam ik de eer­ste trein naar Hol­ly­wood, het aardsch pa­ra­dijs van ie­de­re « ci­ne­ma-gek ». Het oude hoef­ij­zer was immer mijn ta­lis­man. Wel­dra werd ik tot eer­ste plan­rol ver­he­ven. Ik draai­de voor de Essanay, Metro, Fox en Gol­dwyn.Toen kwam de groote kans, als hoofd­rol in « De Storm ». En nu, na jaren van hoop en droo­men, biedt men mij een « star » — kont­rakt aan bij de

HOU­SE_­PE­TERS -

Het is niet al­ge­meen be­kend dat House Pe­ters een En­gel­sch­man is. In 1880 werd hij te Bris­tol ge­bo­ren maar leef­de zeer kor­ten tijd in En­ge­land. Als kind week hij reeds uit naar Au­stra­lië, en van daar naar Ame­ri­ka al­waar hij, na eeni­ge jaren tooneel­spel, zich op de film ging toe­leg­gen. De­ge­ne welke slechts een paar (ogen­blik­ken met hem heeft om­ge­gaan, be­merkt aan­stonds dat hij een En­gelsch-man is en nog steeds bleef.

Eeni­ge maan­den ge­le­den, ver­trok House Pe­ters terug naar Au­stra­lië en ver­liet hij een tijd­wijl de film, daar per­soon­lij­ke l.​andels­za­ken zijne aan­we­zig­heid al­daar ver­reisch­ten. '

Zijn eer­ste film draai­de hij aan de zijde van Mary Pick­ford. Dit was «Bis­hop’s Car­ria­ge». Zijn beste film denkt hij te zijn « The Great Di­vi­de » met Ethel Clay­ton.Hij ver­klaart zelve in deze band een re­kord ge­sla­gen te heb­ben met er een echte baard in te dra­gen. Reeds me­nig­maal werd het feit vast­ge­steld dat ci­ne­ma ar­tis­ten voor een ze­ke­re rol te­rug­dein­zen, bi­zon­der­lijk dan, wan­neer hunne mooie per­soon­lijk­heid in ge­vaar wordt ge­bracht, maar House Pe­ters was eene der eer­sten om die per­son­n­lijk­heid aan zijn te ver­tol­ken rol te of­fe­ren.

Het is zijn eenig le­vens­doel eens zijne ei­ge­ne maat­schap­pij te be­stu­ren, « goede fil­men met goede ver­tol­kers » vóórt te

Uni­ver­sal. Waar­lijk, ben ik met den helm ge­bo­ren ».

Vir­gi­nia Valli is in 1895 te Chi­ca­go ge­bo­ren. Door hare stu­dies in hare ge­boor­te­stad, ver­wierf zij een hoog­e­school-di­plo­ma.

Vir­gi­nia Valli is eene zwart­ha­ri­ge schoon­heid met blau­we oogen.

Zij meet 1 m. 63.

Haar adres is:

bren­gen. Hij wil eene nieu­we rich­ting in de ver­hou­ding der «star» rol­len in­slaan.

« In het (( star » sys­teem ligt er een zeker ge­vaar, ver­klaart hij, en het is dit: Me­ni­ge « stars » zijn be­kend om hunne per­soon­lijk­heid, om hunne pri­va­te bi­zon-cer­he­den, enz.; zij kun­nen mooi glim­la­chen, maar zijn geene ar­tis­ten. Bij­ge­volg is het glad ver­keerd hen met de­ge­lij­ke ar­tis­ten te laten op­tre­den. Het re­sul­taat hier­van is « arm­za­li­ge fil­men. Wan-reer ik éénmaal mijne ei­ge­ne maat­schap­pij zal be­zit­ten, zal ik wil­len dat er slechts

be­kwa­me ver­tol­kers en ver­tolk­sters aan mijne zijde op­tre­den. Een ander punt. Ik wil het be­wer­ken dat een ar­tist re­de­neert en dat hij niet tracht zijn re­gis­seur te over­scha­du­wen, waar ten slot­te toch niets van komt en maar al­leen­lijk aan de film­ver­tol­king schaadt. »

De laat­ste film waar­in hij in op­trad was «The Le­o­pard Woman» met Loui­se Glaum als par­te­nai­re. Hij heeft nu met Tho­mas H. Ince een kont­rakt af­ge­slo­ten tot het draai­en van « The Bron­ze Beil » naar de no­vel­le van Louis Jo­seph Vance.

Zijn mees­ter­film is ech­ter «De Storm» met Vir­gi­nia Valli als par­te­nai­re, band die hij voor de Uni­ver­sal draai­de.

Zijn adres is:

House Pe­ters

Equi­ty Pic­tu­res Cor­po­ra­ti­on 33, West, 42nd- Street

New-York-Ci­ty U. S. A.

Vir­gi­nia Valli

Uni­ver­sal Stu­dios Uni­ver­sal City (Ca­li­for­nia) U. S. A.

CI­NE­MA­WE­RELD »

4 Ji Brie­ven­bus Ci­ne­ma’s

La Garçonne. — Ce sont les lou­eurs de films qui font tra­d­ui­re les tex­tes; cer­tains de ces tra­duc­teurs le croi­ent suf­fisant de n’em­ploy­er que le dic­ti­on­nai­re: d’où des tra­duc­ti­ons stu­pi­des n’ayant pas de sens. Pour ce qui con­cer­ne l’em­ploi d’une lan­gue, il exis­te ici une tri­ste men­ta­lité, even­nimée par les que­rel­les lin­guis­ti­ques; d’ac­cord avec votre opi­ni­on sur les sce­na­rio’s améri­cains. Cette ques­ti­on est à l’étude. Un grand merci pour vos sou­haits.

(Het zijn de film­ver­huur­ders welke de tek­sten laten ver­ta­len; ze­ke­re ver­ta­lers ach­ten het vol­doen­de slechts het woor­den­boek te ge­brui­ken, van­waar de gekke ver­ta­lin­gen die geene beteek­e­nis heb­ben. Voor wat het ge­bruik eener taal be­treft er be­staat hier eene treu­ri­ge gees­tes­ge­steld­heid, ver­gif­tigd door de taalt­wis­ten; ’t ak­koord met uwe opi­nie over de Ame­ri­kaan­sche sce­na­ri­os. Deze kwes­tie is ter stu­die. Bes­ten dank voor uwe wen-schen.)

Per­le­fi­ne. — Ha­rold Lloyd (Lui), adres: Hal E. Ranch Stu­dio, Cul­ver City (Cal.) U.-S. A.

Sapho. — 1° D. W. Grif­fith com­prend assez bien le français. (D. W. Grif­fith is de Fran­sche taal een wei­nig mach­tig.)

21 Que dési­riez-vous sa­voir? (Wat wen­sch­te U te weten.)

3° D’ac­cord pour ce qui con­cer­ne ces récla­ma­ti­ons in­jus­ti­fiées, (’t Ak­koord voor wat die on­ge­recht­vaar­dig­de klach­ten be­treft.)

Mor­gen­stond. — Wynd­ham Stan­ding, ta Lon­den ge­bo­ren op 13 Au­gus­tus 1880; ge­huwd, adres: c/o Ed. Small, 1493, Broad­way, New-York City (U.S.A.), treedt nog steeds in Gol­dwyn­fil­men op.

Rob­bes & C°. — Besta nota van uw schrij­ven ge­no­men; ééne op­mer­king: on­ver­mij­de­lijk is het dat het oor­deel over de ware hoofd­ver­tol­kers (-sters) moet ver­schil­len; van las­tig val­len geen kwes­tie. Wel­kom!

F. Boen. — Om hier ci­ne­ma-ar­tist te kun­nen wor­den moet men phot­q­ge­niek zijn, goed kun­nen mi-mee­ren, ta­lent be­zit­ten en over veel ge­duld en eene goed voor­zie­ne beurs be­schik­ken.

2° Ant­woor­den wor­den alléén door deze « Brie­ven­bus » ver­strekt.

Eva Novak. —- 1° Die ar­tist was Am­let­to No­vel­li.

2' Onze wed­strijd­film zal kor­te­lings in al de ci­ne­ma’s van Vlaamsch België af­ge­rold wor­den.

3’ Uw voor­stel is reeds ter stu­die ge­weest, doch om ze­ke­re re­de­nen werd er voor­loo­p­ig nog geen ge­volg aan ge­ge­ven; we komen er ech­ter op terug.

N.-B. — Ver­na­men met veel ge­noe­gen de ont vangst der photo’s van Mlle Madys.

Ama­ryl­lis. — 1° Ru­dolph Va­len­ti­no’s fa­ther was an Ita­li­an; himself is a na­tu­ra­li­zed Ame­ri­can; Adress; 7139 Hol­ly­wood Boul­vard, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A. (R. V.’s vader was een Ita­li­aan; hij­zelf is een ge­na­tu­ra­li­seerd Ame­ri­kaap; adres).

2° Bry­ant Was­burn, adres: 7003 Haw­stor­me Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal). U.-S. A.

N.-B. —Never mind, you are also wel­co­me!

L. De Boeck. — 1° Betty Comp­son, adres: Lasky Stu­dios’s, 6284 Selma Ave­nue Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A.

2? Gla­dys Wal­ton, adres: 456 South W’es­tern Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

3° Viola Dana, adres: 7070 Fran­kin Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

Cnockle. — Ip De over­groote meer­der­heid der Duit­sche film­ar­tis­ten ver­staan een dui­de­lijk in de Vlaam­sche taal ge­schre­ven briei.

2° Dou­g­las Fair­banks’ zoon­tje uit zijn eer­ste hu­we­lijk is toe­ver­trouwd aan zijne moe­der Miss Betli Sully, en is tot nu toe in geen en­ke­le film op­ge­tre­den.

3° Geral­di­ne Far­rar was ge­huwd met haren par­te­nai­re en later re­gis­seur Lou Tel­le­gan, doch zijn reeds sinds eeni­ge maan­den'ge­schei­den; ge­looven dat hun huw­lijk kin­der­loos bleef.

N.-B. — Een groet aan St-Ni­k­laas terug!

Mu­guet­te. — 1° De rol van Gins­berg in « Hu­mo­resque » werd ver­tolkt, als kind, door Mi­ri­am Bat. tista, ils meis­je door Alma Ru­bens. Leo Kan­tor was Dore Ivid­son.

2° De rol van Lot­tie uit « Kla­ve­ren 7 » werd ver­tolkt door Jac­que­li­ne Arly, en de rol van Mme Malet, de moe­der van La­wren­ce in «L’Aig­lon­ne», werd ver­tolkt door Mme Sey­mon.

3° De hoofd­rol in « De Straat der Droo­men », Gypsy Fair, werd ver­tolkt door Carol Demp­ster.

Alice. — 1° Bettv Bl­v­the spreekt men uit « Betti Blijr, ».

Al de ver­tol­kers van « Hu­mo­resque » waren van jood­sche af­komst.

TP Julia Faye, adres: Lasky Stu­dio, 6284 Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A.

J. T. — De rol van lui­te­nant de Saint-Avit in « l’At­lan­ti­de » werd ver­tolkt door Ge­or­ges Mel­chi­or en is de­zelf­de ar­tist niet welke de rol van Vla­di­mir in « Fe­do­ra » ver­tolk­te.

Mimi So­leil. — 1° Dans « Un drame en Ca­li­for­nie » le rôle prin­ci­pal était in­ter­prêté par Car­mel Myers; com­prend pas le français; adres­se: 5721,

Carl­ton Way, Ho­ly­wood (Cal.) U.-S. A. (In « Een Drama in Ca­li­for­nie » werd de hood­rol ver­tolkt door Car­mel Myers; is de fran­sche taal niet mach­tig; adres....)

2° Frank Mayo ne com­prend pas le français;adres-se: 7018, Fran­kin Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A. (F. M. is de fran­sche taal niet mach­tig, adres...)

3° Wal­la­ce Reid non plus ne com­prend le français. (W. R. is ook de fran­sche taal niet mach­tig.).

N.-B. — Nous pro­cu­rons des renseig­ne­ments sur n’im­por­te quel­le per­son­na­lité du cinéma. Wij ver­schaf­fen in­lich­tin­gen over ge­lijk welke ei­ne­ma­per-socn­lijk­heid.)

Het Mo­dist­je. — 1° Alla Na­zi­mo­va is de ware naam dezer ar­tis­te, adres: 6124 Car­los Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

2» Régine Du­mien is in 1915 ge­bo­ren; adres: 197 Ave­nue du Maine, Paris.

3° «Twin­tig Jaar later», het ver­volg op «De drie Mus­ke­tiers », zal reeds kor­te­lings in de Ci­ne­ma Pathé al­hier af­ge­rold wor­den.

Iris. — 1° Betty Comp­son, James Kirk­wood, Her­bert Rawl­in­son en Hedda Ver­non zen­den hunne photo.

2° Zendt zijne photo; adres: Play­ers’ Club, New-York (U.-S. A.).

3 Emory Jo­hn­son; adres: 1834 El Cer­ri­ta Place, Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A. Den­ken wel dat hij zijne photo zal zen­den.

N.-B. — Wel­kom! Houdt ons op de hoog­te voor wat de pho­tos be­treft.

Darel. — 1° Een der­ge­lij­ke prijs­kamp is ter stu­die.

2° De Ame­ri­kaan­sche film « In den Wer­vel­storm » wordt ver­tolkt door Carol Demp­ster en Ri­chard Bart­hel­mess.

3° Ónmo­ge­lijk op voor­hand te zeg­gen.

Zorro. — « Een Mil­li­oen » is een Duit­sche film en wordt ver­tolkt door Max Ro­ber­ty en Helga Mo­lan­der.

T. G. P. Jr. — We zeg­den het reeds in ons vorig num­mer en we her­ha­len het: dat de opi­nies over ds hoofd­rol­len, bij het pu­bliek, zeer uit­een­loc­pen.

2° Hier hebt u den­ke­lijk slecht ge­le­zen: in « De Snel­heids­dui­vel » werd de rol van Jim Wal­den ver­tolkt door Wal­la­ce Reid en de « rol » van Doro­thy Wal­den door Ann Litt­le. — ’t Ak­koord?

3' Ver­tolk­te de rol van po­li­tie­agent.

N.-B. — Voor wat de num­mers aan­be­langt, werd het geval den be­voeg­den dienst over­ge­maakt.

Ge­trou­we Lezer. —- Flora Le Bre­ton, adres: 0/o Room 53, The Fleet­way House, Far­ring­don Street, Lon­don E. O. 4.

N.-B. — Ver­ne­men met ge­noe­gen de ont­vangst der photo’s van Henny Por­ten en Mary Pick­ford. Hoe­veel photo’s hebt u dan al wel?

Vrool­ij­ke Trio. — 1° Ma­ri­on Da­vies, adjes: Cos­mo­po­li­tan Pro­duc­ti­ons, 127th Street, en 2nd ave­nue New-York City (U.-S. A.).

2- Seena Owen, ge­schei­den van Ge­or­ge Walsh; nog on­ge­huwd; rond de 26 jaar; zelf­de adres als Ma­ri­on Da­vies.

3° Li­li­an Gish is op 1 Ok­to­ber 1896 ge­bo­ren; adres: Grif­fith Stu­dio, Ma­ma­ro­neck New-York

Bom­be­ren Ghis­lain. — F De rol­ver­deel­ing van dien film werd niet ge­ge­ven.

2° De voor­naams­te man­ne­lij­ke ar­tis­ten der Mack-Sen­net-kluch­ten zijn Ben Tur­pin (die scheel ziet), Char­ley Mur­ray (die een bok­ke­baard­jo draagt) en Billy Bevan (die net een dron­ken Chi­nees lijkt).

31- Mis­schien zul­len we « Robin Hoot », van Dou­g­las Fair­banks, hjer op ’t laat­ste van ’t vol­gend jaar te zien krij­gen.

N.-B, — Uw voor­stel werd reeds be­stu­deerd, doch er werd om ze­ke­re re­de­nen niet op in­ge­gaan.

Toine is Toine. — 1° Gla­dys Broc­kwell, adres: Fox Stu­dios, 1401 Wes­tern Ave­nue, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

2° Vi­vi­an Mar­tin, adres: Gol­dwyn Stu­dios, Cul­ver City (Cal.) U.-S. A.

3° Emmy Lynn, adres: c/o 3, rue Ro­croy, Paris.

N.-B. — Ver­ne­men met ge­noe­gen de ont­vangst der photo’s van Viola Dana en Alice Brady.

Mario Cor. — 1“ Nog niet.

2° Ben Tur­pin, adres: 5560 Santa Mo­ni­ca Boul­vard, Los An­ge­les (Cal.) U.-S. A.

N.-B. — Doet ons ge­noe­gen -dat u de photo van Ha­rold Lloyd ont­vingt en dat u hem over ons blad ge­sen­re­ven hebt. -

Klaks­ke. — Brief ont­van­gen, nemen er goed nota van.

Fan­to­mas. — 1» Agnès Ayres is Ame­ri­kaan­sche. adres: Lasky Stu­dio, 6284 Selma Ave­nue, Hol­ly­wood fOal.) U.-S. A.

2° El­mi­re Vau­thier, adres: 17, rue Vic­tor Massé, Paris.

3° Al­mi­ran­te Man­zi­ni is de ware naam dezer ar­tis­te; Tta­li­aan­sche; adres: Itala Film. Vi­co­lo Pa ricli, Vil­li­no Fran­chet­ti, Rome.

N.-B. — Zal de ruzie nu geëin­digd zijn?

John Roe». — 1° De truk van die bloem­knop die men ziet groei­en, in de film « Kis­met », ge­beurt als vólgt: men heeft eerst de knop. en neemt er

it it

eene op­na­me van; men stopt, neemt de knop weg en zet er een an­de­re in de plaats die wat groo­ter is dan de eer­ste; men neemt dan weer eene op­na­me, en zoo het gan­sche be­wus­te tooneel voorts; het af­rol­len der aldus op­ge­no­men zich­ten zal den in­druk weer­ge­ven dat meoi die bloem­knop ziet groei­en.

2e Deze film werd in Ca­li­for­nië op­ge­no­men; de zich­ten van het Pa­leis, der Mos­kee, in het stu­dio.

3° Ge­beurt met al­kool of ben­gaalsch- vuur.

Pipke. — 1° Whee­ler Oak­man, adres: 5611 Holly . wood Boul­vard, Los An­ge­les (Car.) U.-S. A.

2° Lon Cha­ney, ge­bo­ren op 1 April 1883, adres: 1575 Ed­ge­mont at Hol­ly­wood (Cal.) U.-S. A.

3° Jane Rolet­te, adres: C/o Stu­dios Gau­mont, 53, rue de la Vil­let­te, Paris.

3 Mus­ke­tiers. — 1° Mary Pick­ford en Dou­g­las F’air­banks heb­ben na­tuur­lijk als man en vrouw het­zelf­de adres.

2° Dit is wat veel ge­vraagd hoor, en daar zul­len de ar­tis­ten wel nooit in toe­stem­men.

Buck. — 1° Ge­or­ges Lar­kin is in 1890 ge­bo­ren; adres: c/o Ed. Small, 1493 Broad­way New-York City (U.-S. A.).

2° Jac­que­li­ne For­za­ne, rond de 30 jaar oud: adres: c/o rue Ro­croy, 3, Paris.

3° Zelf­de ant­woord als voor vraag n° 2 aan T G. P. Jr.

K lucht­zan­gers. — 1“ Fatty (Roscoë Ar­buckle) is o,p 23 Maart 1>387 ge­bo­ren; op reis in Japan.

2° Een brief van 20 gram voor het bui­ten­land hoeft 0.50 fr. port.

3r Clara Wieth, rond de 30 jaar oud; Deen­sche; adres: Nor­disk Film, 45 Vi­mel­kaf­tet, Ko­pen­ha­gen (De­n­e­mar­ken).

Dac­ty­lo. — In dit tooneel waren de ver­tol­kers aan on­zicht­ba­re dra­den ge­bon­den, waar­me­de zij dan op­ge­trok­ken wer­den en na­dien z.g. rond­vlo­gen.

Nemo.

Ci­ne­ma­nieuws­jes

Wil­li­am S. Hart, schrij­ver. — De be­roem­de cow­boystar heeft een boek uit­ge­ge­ven zijn­de de le­vens­ge­schie­de­nis van zijn trou­we gezel « Pinto », • het paard dat zijne avon­tuur­lij­ke fil­men heeft mee­ge­maakt. Het in­ter­res­san­te is dat hij het schran­de­re dier zelf zijn leven laat ver­tel­len. Het boek is op­ge­luis­terd met vele il­lu­stra­ties en het is ge­ti­teld:

« Told under a White Oak Tree ».

Een nieu­we epi­so­den­film. — Pearl White werkt

voor Pathé aan een nieu­we epi­so­den­film, ge­ti­teld:

« Plun­der » (Roove­rij). Vele schouw­burg­be­stuur­ders zou­den haar gaar­ne ver­bin­den voor het ge­spro­ken tooneel, maar haar ant­woord is tel­kens, dat zij geen tijd heeft om zich met een nieuw kont­rakt bezig te hou­den.

DE ON­GE­VAL­LEN BIJ HET FII.​MDRAAIEN.

Anna Q. Nill­son, de ver­tolk­ster van «De Reis om de we­reld van een Iera­che straat­jon­gen» is ern­stig ge­kwetst ge­wor­den. Ter­wijl zij eene brandramp draai­de, vat­ten heure haren vuur en de ar­tis­te werd wree­debjk aan het ge­laat ver­brand.

Irene Cast­le, de ver­tolk­ster van « Een man....

eene vrouw», deed een ern­sti­ge val van haar paard toen zij zich voor een nieu­we film aan ’t oe­fe­nen was.

Ruth Roland, de hel­din van zoo­ve­le epi­so­den­fil­men ligt op ’t oog­en­blik in het gast­huis al­waar zij half­dood werd ge­bracht, na bijna eene mijl door den Stil­len Oce­aan me­de­ge­sleurd te zijn, aan hec eind van een touw, dat uit een vlieg­tuig hang-de. Zij moest van uit een mo­tor­boot door het vlieg­tuig gered wor­den. Het tooneel mis­luk­te en het ge­volg was een on­ge­luk. Reeds vroe­ger was Ruth Roland ern­stig ver­brand ge­wor­den.

Monte Blue, ins­ge­lijks over­kwam een on­ge­val dat ern­sti­ge ge­vol­gen na zich had kun­nen sle­pen. Hij was aan een paard vast­ge­bon­den dat hem over den grond moest trek­ken. Op zeker oog­en­blik sloeg het dier op hol en het had reeds een eind­je weg af­ge­legd al­vo­rens men het tot staan kop bren­gen.Ge­luk­kig­lijk ver­liep alles ten koste van eeni­ge bui­len, schram­men en ge­scheur­de klee­de­ren.

Ses­sue Haÿakawa en zijne echt­ge­noote Tsuru Aoki, komen in Japan hunne ver­lof­da­gen dooi' te bren­gen. Zij zijn door hunne land­ge­noo­t­en, alles be­hal­ve vrien­de­lijk ont­haald ge­wor­den. Dezen ver­we­ten den ar­tist zijn rol in «For­fai­tu­re» en de tal­rij­ke on­sym­pa­thie­ke rol­len die hij ver­tolk­te. Zelfs wilde men hem steeni­gen en dreig­de men hem met ge­van­ge­nis. Om aan de volks­woe­de te ont­snap­pen, moesten Ses­sue Haya­kawa en Tsuru Aoki langs eene ach­ter­deur van het hotel op be­dek­te wijze ont­snap­pen en zich aan boord van den pa­ket­boot «Shin­go Maru» ver­ber­gen.


« CI­NE­MA­WE­RELD »

De Ver­bor­gen­he­den & & & & van Pa­rijs

(Les Mystères de Paris)

Groot Avon­to­ren-dra­ma naar het be­roem­de werk

van Eugène Sue, en naar den film der Phocéa.

. Vlaam­sche be­wer­king van Ed. Neorg.

(6e Ver­volg.)

Hij leef­de daar.​zeer een­vou­dig; ge­wik­keld in zijn ka­mer­rok, na een klein maal ge­nut­tigd te heb­ben, ver­diep­te hij zich in de le­zing zij­ner dag­bla­den. Over­liep hij wel de­ge­lijk de ar­ti­kels waar­op zijne, oogen ge­richt waren?... Voor hem ver­scheen een heer­lijk maar te­vens smar­te­lijk vi­si­oen. De prins zag voor hem het wee­moe­dig ge­laat van Fleur-de-Ma­rie... Het hoofd op de borst la­ten­de zak­ken gaf hij zich over aan eene lang­du­ri­ge mij­me­ring.

Op het­zelf­de uur, in eene der groote hee­ren­hui­zen van het Fau­bourg Saint-Ger­main, de of­fi­ci­eels re­si­den­tie van Prins Ro­dolp­he, was Murph, ge­ze­ten in een prach­tig salon; hij was ver­diept in het ver­ze­ge­len van ver­schil­len­de brie­ven.

Een deur­waar­der, in ’t zwart ge­kleed en met zil­ve­ren ket­ting om den hals, open­de de deu­ren:

« Zijne Ex­cel­len­tie Mr de baron de G raun! » Murph, zon­der zijn ar­beid te on­der­bre­ken, groet­te den bin­nen­ko­men­de.

« Mijn­heer de zaak­ge­las­tig­de, ge­lief u te ver­war-, men, ik ben oog­en­blik­ke­lijk tot uwen dienst. »

« Mijn­heer de se­kre­ta­ris, tot uwe be­ve­len! » ant­woord­de de an­de­re har­te­lijk.

De baron was om­trent 50 jaren oud, zijne trek­kei. ver­rie­den spoe­dig den edel­man. Hij legde zijn hoed op een zetel en plaatste zich bij het vuur.

« Zijne Ko­nink­lij­ke Hoog­heid heeft zeker een ge­deel­te van den nacht ge­werkt? » vroeg hij. « Uwe kor­res­pon­den­tie doet mij zulks ver­on­der­stel­len. »

« Gij hebt ge­lijk, baron. Mon­seig­neur is laat gaan sla­pen... Maar zeg mij, is er n->g niets uit­ge­lekt aan­gaan­de onze ge­heim­zin­ni­ge avon­tu­ren? »

« Nie­mand, be­hal­ve de gra­vin en haar broe­der, weten er iets van, maar deze heb­ben er geen be­lang bij zijn ge­heim te ver­ra­den. »

« Ah, mijn waar­de baron » zucht­te Murph,

« welk on­ge­luk dat deze ver­vloek­te Sarah Sey­ton op het oog­en­blik we­du­we is. Een wei­nig na den dood van dit on­ge­luk­kig kind is zij ge­trouwd... Mon­seig­neur be­weent nog al­tijd zijn doch­ter­tje dat nu bijna 17 jaren oud moest zijn... »

« Maar denkt gij wer­ke­lijk dat do Gra­vin op­nieuw droomt... »

« Ik denk het niet, ik ben er zeker van » ant­woord­de Murph.... « Oh, deze vrouw is tot alles in staat; er zijn soms oog­en­blik­ken dat ik be­vreest voor haar ben. »

Ge­du­ren­de dit ge­sprek had Ro­dolp­he, in zijne klei­ne wo­ning, spoe­dig zijne werk­mans­klee­de­ren aan­ge­trok­ken en was haas­tig naar het «Ta­pis-Franc» ge­to­gen al­waar mama Po­nis­se hem zegde dat de vo­ri­ge avond, na zijn ver­trek, men naar kern ge­vraagd had.

« Ik kom voor Fleur-de-Ma­rie » zegde ij.

« Om haar naar den bui­ten te voe­ren!»

Hij be­taal­de al de schul­den van het arme meis­je, over­won de te­gen­stand der wol­vin met goud en ver­kreeg dat men de klei­ne ging ver­wit­ti­gen. Vijf mi­nu­ten later, bleek van aan­doe­ning, was Fleur-de-Ma­rie bij Ro­dolp­he.

« Wilt gij mij ver­ge­zel­len? » vroeg de Prins.

« Oh ja, in­dien de bazin het toe­staat. »

Deze knik­te be­ves­ti­gend en vol ont­roe­ring ver­liet zij de plaats.

« Maar... gij geeft mij den arm » zegde het meis­je.

« Welnu? »

« Gij zijt werk­man, in­dien ie­mand u met mij ziet zou men wel­licht uwen baas kun­nen ver­wit­ti­gen waar­on­der gij zoudt kun­nen lij­den. »

« Oh, vreest niets » zegde Ro­dolp­he ge­trof­fen door deze fijn­ge­voe­lig­heid. « Daar­bij, wij gaan een rij­tuig nemen op de Quai aux Fleurs... Is het u ge­lijk naar wel­ken bui­ten wij gaan? »,

« Oh ja, mijn­heer Ro­dolp­he, als het maar den bui­ten is... Kunt gij ge­looven dat het meer dan zes weken ge­le­den is dat ik niet ver­der ben ge­weest dan de Bloe­men­markt? »

« En wan­neer gij daar ging was het om bloe­men Ie koop­en? »

« Oh neen, want ik had geen geld. Het was enkel om de bloe­men te zien, hun geur in te ade­men... Ver­beeldt u, mijn­heer Ro­dolp­he, eens heeft de wol­vin mij een klei­ne ro­ze­laar ge­ge­ven; maar in de cité is de lucht zoo on­ge­zond en op twee dagen tijd waren mijne bloe­men dood... Wat heb ik daar­over

Onze Ciné»Ro­mans

een ver­driet gehad... Deze ro­ze­laar bracht een licht­straal in mijn don­ker leven, daar­om was mijn hart­zeer bij zijn dood dub­bel groot... Meer­maals heb ik voor de Seine ge­staan maar dan be­dacht ik dat ik nog zoo jong was... zes­tien... en ik zegde bij mij zelve: wie weet... »

« Wan­neer gij dit zeide dan hoop­tet gij? »

« En wat hoop­tet gij? »

« Eene goede ziel te vin­den welke mij werk zou ver­schaf­fen... Ro­dolp­he en Gou­a­leu­se kwa­men aan de Quai aux Fleurs, waar een rij­tuig hen wacht­te. Hij deed het meis­je in­stap­pen en zegde tegen den koet­sier: « Naar Saint-De­nis! »

Het rij­tuig ver­trok; er was geen wolk­je aan den hemel en de zon scheen heer­lijk. Naar­ma­te de wan­de­ling vor­der­de, ging Ro­dolp­he voort met vra­gen: « Zijt ge niet ver­ge­ten wat Chou­et­te gis­ter zegde: Of ge niet te­vre­den zoudt zijn uwe ou­ders terug te vin­den? »

« He­laas, mijn­heer Ro­dolp­he, als mijne ou­ders mij niet be­mind heb­ben, waar­toe goed hen weer te zien en zoo ze mij wel be­min­nen welke schan­de voor hen zulk een kind te vin­den! »

Op dit oog­en­blik kwa­men zij nabij Saint-Ou­en, aan het kruis­punt der wegen Saint-De­nis en de la Révolte. Niet­te­gen­staan­de de een­zaam­heid van het land­schap ver­gat Fleur-de-Ma­rie, bij het zien er van, al hare droe­ve ge­dach­ten, boog zich bui­ten het poor­tier, klop­te in de han­den en riep uit:

« Oh, mijn­heer Ro­dolp­he, welk geluk!... Niets dan vel­den en gras!... Wil­len wij uit­stij­gen?... Ik loop zoo gaar­ne in het gras!... »

« Koet­sier, houdt stil!... Loop mijn kind!... » Ro­dolp­he en Gou­a­leu­se gaven el­kaar de hand en gaven zich over een tijd­je door de vel­den te loop­en. De b'.eeke kleur op het ge­laat van het meis­je ver­dween stil­aan en spoe­dig moesten zij halt hou­den daar zij deze oe­fe­ning niet ge­woon was. Hare vreug­de was on­be­schrijf­baar en met kin­der­lij­ke on­schuld pre­vel­de zij:

« Wat is God goed ons zulk een se­hoo­ne dag te geven. »

Plot­se­ling richt­te zich een man voor hen op en schoot in een scha­ter­lach. Gou­a­leu­se week ang­stig ach­ter­uit Het was Chou­ri­neur.

« Wees niet be­vreesd, mijn kind » zegde deze. « Zeg, mijn­heer Ro­dolp­he, op dezo ont­moe­ting waart ge niet voor­be­reid hé? »

« Wat doet gij hier? » vroeg Ro­dolp­he ver­rast.

« Ik lag in het gras om u te zien, mees­ter... Maar dui­vel, we!k toe­val dat ge juist in de na­bij­heid mij­ner villa komt! »

« Maar .nog­maals wat doet ge hier? »

« Dit zult ge da­de­lijk weten; een oog­en­blik!... » En Chou­ri­neur liep naar het rij­tuig, klom er op en wierp een blik over de vlak­te; daar­na kwam hij terug bij Ro­dolp­he.

« Maar wat beteek­ent dit alles? » vroeg deze.

« Ge­duld, ge­duld, mees­ter!... Welk uur is het nu? »

« Half een! » ant­woord­de Ro­dolp­he.

« Goed, dan heb­ben wij nog een half uur tijd. » Daar­op begon Chou­ri­neur de gan­sche ge­schie­de­nis te ver­tel­len van den vo­ri­gen avond

« En zie­daar » ver­volg­de deze, « hoe ik hier in hin­der­laag ge­le­gen heb om op de een of an­de­re ma­nier u te hel­pen... Maar 2000 fran­ken wil­len geven om u iets te doen, mijn­heer Ro­dolp­he, wie zijt gij dan? »

« Dit is dood­een­vou­dig: Ik heb een nieuw model van waai­er uit­ge­von­den in ivoor en nu wil­len deze per­so­nen mij dit ge­heim ont­ruk­ken. Deze zijn groote fa­bri­kan­ten. »

Deze uit­leg be­viel Chou­ri­neur daar dezes geest niet al to zeer ont­wik­keld was.

« Ik dank u zeer » ver­volg­de Ro­dolp­he, « gij hebt mij waar­lijk een groote dienst be­we­zen waar­voor ik u de een of an­de­re dag mijne er­ken­te­lijk­heid zal be­wij­zen... En wat zult gij nu ver­der doen? »

« Chou­et­te af­wach­ten en haar be­ta­len voor den tand welke zij Gou­a­leu­se ge­trok­ken heeft! »

« Neen, mijn vriend, ik weet beter: Belet haar te spre­ken met de ver­wach­te per­soon en geef haai ren­dez-vous met de Maître d’école voor mor­gen zeer \roeg... En dezen avond kom mij vin­den om zes uui op den hoek van de Champs-Ëysées en de Allée aux Veu­ves, daar zal ik u de rest me­de­dee­len! » Op dit oog­en­blik sprong Chou­ri­neur op.

« Op­ge­past, ik zie in de verte de witte muts van Chou­et­te. Zon­der u te be­ve­len, Mr Ro­dolp­he, ver­trek spoe­dig! Ik zal u om zes uur komen vin­den! » Ro­dolp­he ver­wij­der­de zich met Fleur-de-Ma­rie. Hij merk­te op dat het meis­je droe­vig scheen.

« Wat scheelt u, Fleur-de-Ma­rie? »

« Het ver­driet mij dat deze dag zoo spoe­dig zal ein­di­gen. »

« Bah, men kan niet weten... Hebt gij er nooit aan ge­droomd, lFeur-de-Ma­rie, van eens in een schoon kas­teel te wonen? »

« Vroe­ger, ja, wan­neer ik in het ver­be­te­ri­ugs­huis was; maar gij, mijn­heer Ro­dolp­he, hebt gij daai ooit aan ge­dacht? »

« Zeker, meer dan eens..; Maar kijk, welk een schil­der­ach­tig dorp... er vloeit eene ri­vier... ten einde het dorp ziet men eene hoeve... aan de eene zijde is een boom­gaard en aan de an­de­re zijde een hof met al­ler­lei bloe­men. In de hoeve heeft men eene groote keu­ken voor de be­wo­ners en eene eet­zaal vom- de mees­te­res... »

« Oh, mijn­heer Ro­dolp­he, op zulk eene hovee moet het aan­ge­naam zijn. »

« Welnu, lief kind, wij gaan naar de hoeve; gij zult er uw in­trek nemen; de mees­te­res zal uwe tante zijn... »

« Oh, dat moet eene goede dame zijn? » vroeg Fleur-de-Ma­rie.

« Zij zal u be­min­nen als eene moe­derf en gij moet haar ook lief­heb­ben. »

« Oh ja, ik zal haar be­min­nen! » riep het meis­je vol ver­uk­king de han­den vou­wen­de en de oogen ten hemel slaan­de. « Ik zal wer­ken, ik zal naai­en, het lin­nen was­so­hen, in een woord ik zal mede het huis­hou­den doen! »

« Een oog­en­blik, Fleur-de-Ma­rie, wij zijn nog niet aan de hoeve... Uwe kamer is op het eer­ste ver­diep... »

« Mijne kamer?... Welk geluk! » en het kind drong zich tegen Ro­dolp­he aan, nieuws­gie­rig de oogen open ge­sperd.

« Uwe kamer heeft twee ven­sters uit­zicht ge­ven­de op den bloe­men­hof en op eene weide waar­in drie koei­en gra­zen. De weide is ge­schei­den van den hof door eene door­nen­haag. Wat ver­der ziet men de dorps­to­ren. »

« Onder de koei­en zal er eene mijne lie­ve­lin­ge zijn, niet­waar mijn­heer Ro­dolp­he? Ik zal haar klok­jes om­han­gen en ze uit mijne hand laten eten! »

« Ja, zij is heel wit en heet Mu­set­te... Uwe kamer zal schoon ge­meu­beld zijn en elke mor­gend zult gij er ver­se­he bloe­men vin­den... »

« Oh, mijn­heer Ro­dolp­he, wat zijt gij een goed schil­der. »

« Luis­ter nu hoe gij den dag zult door­bren­gen: Uwe tante zal u komen wek­ken en u eene warme tas melk bren­gen daar uwe borst zeer zwak is. Gij maakt eene wan­de­ling, bêzoekt Mu­set­te, de kie­kens, de dui­ven en de bloe­men... Om negen uur komt uwe leer­mees­ter... »

« Mijn leer­mees­ter? »

« Ja... gij moet leeren lezen> schrij­ven en re­ke­nen om uwe tante te hel­pen. Na uwe les gaat gij met haar eene wan­de­ling doen in de vel­den en de land­bou­wers be­zoe­ken. Bij het val­len van den avond en na het avond­maal gaat gij u bij het vuur zétten en ge­zel­lig met de lie­den van de hoeve kou­ten. Om 10 uren gaat gij naar het bed toe en de vol­gen­de dag her­be­gint gij... »

Ro­dolp­he bezag Gou­a­leu­se; het arme kind ween­de, een oog­en­blik ge­loof­de zij al wat Ro­dolp­he zegde maar nu kwam de droe­ve wer­ke­lijk­heid haar terug voor den geest....

« Fleur-de-Ma­rie, waar­om weent gij? »

« Oh, mijn­heer Ro­dolp­he, zon­der het te wil­len, hebt gij mij ver­driet ge­daan. Een oog­en­blik heb ik aan dit pa­ra­dijs kun­nen ge­looven. »

« Maar, lief kind, dit pa­ra­dijs be­staat... Koet­sier, houdt stil!... Kom, meis­je, wij zijn er... »

Het rij­tuig hield stil... Zij stap­ten uit... Gou­a­leu­se was een en al ver­ba­zing... De gan­sche be­schrij­ving van Ro­dolp­he ont­rol­de zich voor hare oogen... niets ont­brak... zij waren aan de hoeve.

« Maar, mijn­heer Ro­dolp­he, ik ben bang... is dat alles geen droom? »

« Neen, mijn kind, de mees­te­res dezer hoeve is mijne voed­ster, ik heb haar ge­schre­ven dat wij kwa­men. »

Deze hoeve was ge­le­gen bui­ten het dorp Bou­que-val, eene zeer klei­ne ge­meen­te. Eéne vrouw van on­ge­veer vijf­tig jaren, met eene wee­moe­di­ge uit­druk­king op het ge­laat, zeer net­jes gck!#ed, kwam hen te ge­moet.

« Goe­den­dag, ma­da­me Ge­or­ges, ge ziet wij zijn op tijd. » Dan .zich tot den koet­sier wen­den­de en hem geld ge­ven­de zegde hij: « Gij kunt naar Pa­rijs terug keeren. »

Fleur-de-Ma­rie bezag beur­te­lings Ro­dolp­he en dan ma­da­me Ge­or­ges; nog kon zij het niet ge­looven.

« Oh! mi­in­heer Ro­dolp­he! Welk geluk! Ik moet niet meer naar Pa­rijs terug keeren? »

« Lief kind, gij gaat hier blij­ven wonen, Ma­da­me Ge­or­ges zal u ver­zor­gen alsof gij haar kind waart, zij zal voor uwe tante door­gaan. »

Fleur-de-Ma­rie viel voor Ro­dolp­he op hare knieën, greep zijne han­den en sta­mel­de: « Oh, mijn­heer Ro­dolp­he, gij zijt waar­lijk een engel van God ge­zon­den om eene on­be­ken­de aan de schan­de en el­len­de te ont­trek­ken! »

(Wordt voort­ge­zet,)

Ménagères exi­gez de vos épi­ciers:

La moutar­de Ch. Yan­doe­ren

Le vi­nai­g­re Ch. Yan­doe­ren

L’huile d'Oi­i­ves Ch. Yan­doe­ren

Produits appréciés par tous les gour­mets

Crown Le­mo­na­de

Made of

pure cane sugar and fruit aro­mas

FRANS PAU­WELS

Chaussée d’An­vers, 186 - - HO­BOKEN

Spe­cu­loos PHŒNIX

PHOE­NIX ll Le meil­leur

AN­VERS Sa

SPE­CU­LOOS Goûtez-ie

Breda­sche Ont­bijt­koek

G A Van Baar­le van Pelt

FA­BRIC

OPOr RICHT IN I ÛG5

Vinçot­te­straat, 10-18, BOR­GER­HOUT

Soc. An. Eta­blis­se­ments In­du­striels

.. LOUIS PITZ ..

- —1 — Téléphone 1294 -

SA­VONS

« 80LO » mou en ou­vel­les.

NOORD­STAR en bot­tes en bri­ques.

MAR­SEIL­LE en bar­res.

I QUICK TOI­LET­TE », savon de toi­let­te.

MON BIJOU, savon de toi­let­te, t QUICK », à raser en sticks.

< QUICK >, poud­re à raser.

Sa­vons on poud­res, li­qui­des, pail­let­tes.

So­leil Le­vant Films

Ver­wacht:

Het we­reld­be­roem­de Drama

De Tooneel­spe­ler des Kei­zers

Rijke tooneel­schik­king A A A Bui­ten-Reeks­film


I BANK CRE­DIT PO­PU­LAI­RE 1

Sa­men­wAf­ken­de Maal­schap­pil - - Stat­fe­pleln, 2-3

ANT­WER­PEN MBÜM

Alle Bank­ver­han­de­li­nen f

L »:!'?sn cp sia-.​UirScn en an­de­re waar­den

Aan­koop en ver­koop van Pu­blie­ke fond­sen en an­de­re waar­den

Cheks op alle lan­den - Hy­po­the­ken

Kre­dietooe­nir­gen. Voor­schot­ten op koop­wa­ren

GE­LOF­LAAT­SIN­GEN

Loop­en­de re­ke­ning....3.50° „

Spaar­kas.... . 4.00„

PLAAT­SIN­GEN OP TER­MIJN: van 4.25 lol 6o'o in­trest ’s jaars vol­gens ter­mijn

BRAND­KOF­FERS VAN AF IO Fr. ’S JAARS

Bu­roe­len open van 9 tot 12 en van 2i/i tot 6 uur