Programme de 26 à 30 oct. 1924



Livret de programme

Source: FelixArchief no. 1968#878

Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.

Consultez les images de ce livret de programme



FILM-REVUE

Een Onde­rhoud met Mama Coogan

Hoe Jackie wordt opge­voed

TIJ­DENS een korts­ton­dig ver­blijf te Parijs, kwam het bij ons op, eens te trach­ten Jackie Coogan te zien. We bega­ven ons dus op goed valle het uit naar zyn hotel, met ver­wach­tin­gen « op hoop van zegen », maar...

JACKIE COOGAN

If the screen were spo­ken of In terms of royalty, Jackie would oer­tainly be Its lit­tle prince.

Coogan Jr was juist met Coogan Sr een uits­tapje naar Ver­sailles gaan doen.

We lie­pen ech­ter geen heel blauwtje op, daar Mrs Coogan was thuis­ge­ble­ven, en na ons te heb­ben laten aan­die­nen, was zij zoo wel­willend ons te woord te staan.

Zooals het licht te begri­j­pen is, liep het ges­prek natuur­lijk over den klei­nen held.

— Ik ben Jackie Coogan’s moe­der, en dit is mijn geluk. Mijn zoon is nu tien jaar oud, en Mr Coogan en ik doen ons uiterste best om Jackie op te bren­gen, zooals alle kin­de­ren van zijn ouder­dom het dienen.

— Zoo­wel voor zijn vader als voor zijne « lieve mummy », zooals hij mij noemt, bli­jft hij steeds de kleine Jackie, een lieve kleine baas, die op een regel­ma­tige wijze eet, net zooals ieder ander kind van zijn ouder­dom; die veel speelt, even­veel leert en dan gansch natuur­lijk voor het 'ob­jek­tief komt te staan.

— Gewoon­lijk slaapt Jackie van negen tot elf uren per nacht. Hij eet als een. kind, t is te zeg­gen, een vers­ter­kend ont­bijt, en daarna niets meer tot het uur van net mid­dag­maal.

— Jackie is nog nihn­mer ziek geweest. Alleen­lijk werd hij eens het slach­tof­fer van een auto-onge­luk, toen hij aan. 't draaien was. Dit zal nu een drie­tal jaren gele­den zijn. Het was de eerste maal dat hij bed­le­ge­rig was en dan nog met een sche­del­breuk.

— Lange weken ver­lie­ten wij geen oogen­blik zijn sponde, hem ver­zor­gende en God bid­dende, opdat hij maar spoe­dig zou hers­teld zijn. En Jackie bracht het er door.

— Eene onder­wi­j­zeres, Mrs Nora No-wel, zorgt voor zijn onder­wijs. In 16 weken tijds ver­wierf Jackie de ken­nis­sen van een kind dat reeds twee jaar op school had door­ge­bracht. En kan eèn, moe­der nu niet trots op haar kind zijn, en dit beken­nen?

-— Als Jackie mij bij mijne bood­schap­pen ver­ge­zeld, of indien wij eens naar het strand gaan baden, dan wordt ik zeer dik­wi­jls door een heele zwerm men­schen omringd, die mij een onein­dig getal vra­gen stel­len over Jackie.

— Wat eet hij? Wat drinkt hij? Hoe slaapt hij? Is hij zenu­wach­tig? Hóéveel tan­den heeft hij nog? enz., enz.

— Maar wat men mij het meest van al vraagt is dit:

— Is zijn arbeid niet te moei­lijk?

— Vroe­ger heb ik mij­zelve die vraag: reeds ges­teld, en zijn vader eve­neens:

FILM-REVUE

maar, in gemoede gezegd, denkt u dat wij Jackie zou­den toe­ge­la­ten heb­ben aan zijn arbeid te bli­j­ven, indien deze te las­tig of te ver­moeiend zou geweest zijn?

— Meer dan eens heb­ben wij ons zelve reken­schap kun­nen geven, dat het voorv hem slechts een ver­maak is. Hij gaat naar ’t stu­dio, zooals een ander kind naar ’t spel, Is dit niet het beste bewijs dat hij hoe­ge­naamd geen last van over­ver­moeid­heid onder­vindt?

— Voor hem is de arbeid een echt spel. Het stu­dio is zijn eigen­lijk huis.

— Dik­wi­jls heb ik hem gezien, tij­dens de opname van een too­neel waa­rin hij noo­dig was, dat hij den stu­dio-machi-nis­ten om een hamer en nagels vroeg en ze in hun arbeid wilde bijs­taan.

Tevens helpt hij ook de ver­sier­ders — ten minste in zijn gedacht — en dik­wi­jls richt hij afbeeld­sels van scher­men op, die hij dan zelf mèt plan­ken en bord­pa­pier, opbouwt.

— Nu en dan snelt hij naar den tuin, om in het zand te gaan spit­ten. In zijn vrije uren is hij zijn eigen mees­ter en geen enkele wet noch regle­ment schri­jft hem het gebruik van zijn tijd voor.

— Zoo ook voor zijn fil­mar­beid. Jackie han­delt naar zijn inge­ving óf den gemoed­stoes­tand waa­rin hij zich bevindt, zoo­zeer is men beang­stigd om hem niet te ver­moeien. Indien hij zich niet tot draaien ges­chikt gevoelt, welnu, dan draait hij niet. Nie­mand uit onze omge­ving zal hem zeg­gen dit te doen in plaats van dat, of omge­keerd.

— Ik heb Jackie willen opvoe­den zooals eene andere moe­der het niet zou gedaan heb­ben. Geen enkel oogenbKk is zijne popu­la­ri­teit, mijns inziens, ver­min­derd. Voor ons is Jackie niets anders dan ons kind en thuis is er nooit sprake van kinema, en geen enkel zij­ner bewon­de­raars over­schri­jdt onzen drem­pel. Ten onzent komen er slechts jöhgetjes uit de buurt, die te samen met hem stu­dee­ren of spé­len.

—— Het ande­rhalve jaar dat Jackie met Mr Char­lie Cha­plin heeft door­ge­bracht, was zon­der twi­j­fel het leer­rijkste dat hij gekend heeft 'of nog zal kén­nen. Mr Cha­plin bleef uren lang met mijn zoon pra­ten. Zij spra­ken over erns­tige zaken en de groo.​te kuns­te­naar scheen zich even­zeer te ver­ma­ken als de kleine.

— Zoo ook is er nog eene vraag die mij dik­wi­jls wordt ges­teld. Deze:

— Wat doet u met het geld dat de kleine ver­dient?

— Het geld dat Jackie ver­dient wordt op de meest zekerste wijze geplaatst. Laatst­le­den werd er op het Hoo­ge­rhof te Los Angeles nog een akt onder­tee­kend, mij ais zijne amb­te­lijke voogdes aans­tel­lend en zijn vader als voogd en offi­cieel beheer­der van Jackie’s gel­den.

— Wij heb­ben deze akt aan­ge­vraagd om twee rede­nen:

-— Eers­tens was het om Jackie’s gel­de­lijke ver­diens­ten geheel en al te vrij-

JACKIE COOGAN

The appea­ling lit­tle sub­ject of the most spi­ri­ted bid­ding contest In film his­tory. Metro finally got “the mil­lion-dol­lar kid.”

waren voor het geval dat hij ons zou moe­ten mis­sen.

— En twee­der.3, om alle las­ter­praatjes den kop in te druk­ken.'Al het geld dat Jackie wint hoort hem toe; wij beleg­gen het in zijn naam.

— Hij bewaart de papie­ren voor de belan­grijke aan­koo­pen, de eigen­dom­men bij voor­beeld, en deze akten zijn allen op zijn naarp inges­chre­ven.

— Zijn geld is op eene bank, op zijn naam gede­po­neerd, en een vers­lag der ver­schil­lende ope­ra­ties wordt regel­ma­tig aan het Hof over­ge­maakt.

— Het geld waar­van Mr Coogan en ik leven, en waar­mede wij Jackie’s op-


4 FILM-REVUE

voe­ding bekos­ti­gen is de vrucht van Mr Coogan s Sr. arbeid.

— Noch­tans ont­vangt Mr Coogan, in zijne hoe­da­ni­gheid van beheer­der van Jackie’s belan­gen, een zeker sala­ris, dat, gevoegd aan het­ge­nen hij ver­dient, hem de mid­de­len ver­schaf­fen om het gansche hui­shou­den te onde­rhou­den. Dit sala­ris werd, wel te vers­taan, door het Hof vast­ges­teld.

JACKIE COOGAN

— De oprechte wensch van Mr Coogan en van mij is, van Jàckie de waarde van het geld te doen ken­nen, en wij veroor­lo­ven hem slechts eenig klein geld op zak te heb­ben, en nim­mer of nooit is het hem toe­ge­la­ten het­zij gelijk wat te koo­pen, zon­der de toe­la­ting zij­ner voog­den of van een lid zij­ner fami­lie.

— Het is hem ver­bo­den ijs­room, koude sla­groom of gekon­fi­jte vruch­ten te

.eten, wat niet goed is voor zijn ouder­dom of zijn groei.

— Het is ons ten zeerste aan­ge­naam te voe­len hoe­zeer ons kind bemind en bewon­derd wordt, maar wij reke­nen dit niet als onze ver­dienste aan, dat hij aldus gevierd wordt. Het is een gave Gods en wij staan hem steeds ter zijde om die gave zoo goed moge­lijk te lei­den, als ouders het maar kun­nen doen.

— Wij dra­gen even­veel zorg voor Jackie’s god­sdiens­tige opvoe­ding als voor zijne stu­dies.

— Hij gaat regel­ma­tig ter kerke en naar de zon­dag­school en ver­le­den jaar is hij gevormd gewor­den. Zijn eerste bezoek dat hij hier te Parijs aflegde, was aan de Notre-Dame, alwaar hij het Lof bij­woonde. In zijne stu­diën is de ker­ke­lijke ges­chie­de­nis van even­veel belang als de reken- en aar­drijks­kunde en nooit gaat er een zon­dag voor­bij,, zon­der dat Jackie de ker­ke­lijke diens­ten volgt.

— Indien Jackie de glim­lach en de vreugde op de lip­pen en in het hart van mil­lioe­nen men­schen brengt, dan ben ik geluk­kig, ja, ik ben geluk­kig dat het mijn kind is, dat hier­voor werd geko­zen.

— En hier kan ik niets beters doen dan de woor­den aan­ha­len, door Mr Irvin S. Colb uit­ges­pro­ken, tÿdens de enkele dagen die hij bij ons in het Wes­ten door­bracht:

« Ik weet niet aan wat wij het geluk te dan­ken heb­ben Jackie op deze aarde te heb­ben, zegde Mr Irvin S. Colb, en alles wel inge­zien, zijn het mis­schien de enge­len die hem ons gege­ven heb­ben. »

« En ik ben er verre af, het met hem eens te zijn. » NEMO.

Vrije Tri­buun

Bij JACKIE COOGAN

— Wat is er te doen, mijn­heer, dat al die men­schen daar als gek­ken staan te roe­pen en te tie­ren en elkaar onder de voet te ioo­pen

— De aan­ges­pro­kene bezag mij als zot. Weet ge het dan niet: Jackie Coogan is zoo juist aan­ge­ko­men!

Op gevaar, mijn eks­te­roo­gen te laten kapot­trap-pen, drong ik mij door die hui­lende menigte heen en bereikte alzoo den klei­nen miH:onnair.

— Hallo, boy! riep hij me toe. Dat is hier nog ai iets, hé, ik wist niet dat ik zoo beroemd was.

— Ik wist het ook niet, ant­woordde ik ver­won­derd, dat hij me zoo joviaal aans­prak.

FILM-REVUE

— Ge ziet het, met geld komt men ove­ral terecht; eer­gis­te­ren heb ik weer een bezoek bij den Paus gebracht, lachtte hij.

— Maar, is het dan toch waar, dat gij zulke schat­ten ver­dient met het draaien van een film?

— Ik begrijp zelf niet hoe dat kan, bekende hij eer­lijk. Als het aan mij moest lig­gen, dan zou­den de fil­mar­tis­ten wat min­der en de groote schri­j­vers en geleer­den wat meer geld en? roem ver­die­nen.

Ik stond vers­tomd over zulk een open­har­ti­gheid.

— Zeg eens, vroeg ik, zou die reis van u ook niet wat...

— Rek­laam zijn, wilt ge zeker zeg­gen, viel hij in de rede; natuur­lijk, Bar­num-rek­laam en niets anders!

— Dus, mijn­heer Jackie Coogan. zijt gij een soort speel­pop in de han­den der Ame­ri­kaansche film­ma­gna­ten?

— Helaas, ja, zuchtte hij en gaf mij de hand als afscheid.

— Bon­jour, waarde heer Coogan, groette ik terug.

— Kust mijn... sekre­ta­ris­sen, met uw «mijn­heer»! lachtte hij op z’n Amer kaansch.

Van zulk een uit­druk­king uit de mond van dit edel en beroemd *ien­schen­kind, schrok ik zoo, dat ik door onver­wachte bewe­ging met mijn hoofd tegen de... wek­ker sloeg.

Vier uur, bromde ik ver­ge­noegd, en ik draaide mij nog eens om. /. G.

JETS OVER DRA­MA'S

Zooals het gewoon­lijk gaat, geeft men in de kinema alle weken een drama. Ik zie wel gaarne een drama, het is wel leer­zaam. Maar om er nog een te zien gelijk ik er over eeni­gen tijd gezien heb, geloof mij vrij, dan zou men er voor goed zijn gading van kri­j­gen.

Eerst en voo­ral, het was veel te lang en ook schrik­ke­lijk met zijn haar getrok­ken; doch, dat gebeurt meer. Ten tweede: de ver­tol­king was onbe­nul­lig. En dat stuk bedroeg acht lange dee­len.

Dat is veel te veel voor een drama, vijf dee­len is meer dan genoeg. Uti­zon­de­ring mag men noe­men voor de prach­tige fil­men als «Kei­zer­lijke Viooltjes», «Mes­sa­lina», enz., daar komen betoo­ve­rende toi­let­ten en kun­dige dan­sen in voor, die uw geest van het eigen­lijk onder­werp kun­neh bren­gen. Maar gewoon lijk zijn er toch nog too­neeien die te lang duren en die ver­ve­len. Korte dra­ma’s maken gewoon­lijk veel meer effekt op het gemoed van hef publiek dan die lange fil­men waar­van men pre­cies niet goed weet hoe te begin­nen en hoe hem te ein­di­gen.

Zoo kan ik van bovens­taande film zeg­gen, dat ik de vrou­we­lijke artiste in geen enkel der acht dee­len zien lachen, wel grim­la­chen. In een drama ziet men toch, denk ik, van per­so­nen, dat zij na veel tegens­poed onder­von­den te heb­ben, een nieuw, het ware geluk tege­moet gaan. Maar neen, deze film was in het geheel zoo niet, men kreeg niets dan zure, onver­draag­zame gezich­ten te zien. Op het einde, ja, kon de part­ner eenen hal­ven glim­lach op het gelaat zij­ner par­te­naire too­ve­ren.

En dan zijn er nog die zulke ban­den, van dat soort, kuns­tig, leer­zaam en wat weet ik al noe­men. Och kom, U kunt allen toch wel begri­j­pen, dat al die ban­den niet kuns­tig zijn. Ziet eens hoe­ve­len dat er gemaakt wor­den. Het zijn maar serie-fil­men. Er is mis­schien maar één film op de hon­derd, die van het begin tot het einde kuns­tig kan genoemd wor­den. De artis­ten zijn er aan gewoon, fimen voort te bren­gen. Het geeft hun niets meer; en, hoe­ve­len zijn er niet, die zulke soort of van fil­men van dien aard niet gaarne

draaien. Maar zij moe­ten. Het stuk beteekent niets, maar dat geeft 'ni­mers niet, met de noo­dige rek­laam komt alles in orde.

Tot daar met die arm­za­lige voort­breng­se­len.

Men heeft ook l:Imen in epi­so­den, en waar­van het derde deel de herha­ling is van het tweede, enz. Dat kan ook heel een­to­nig zijn, maar in zulke fil­men komt nogal eens een per­son­nage voor, dat het publiek in stem­ming weet te hou­den, door zijn komieke geba­ren of aar­dige gezeg­den. Dat is wat anders. Maar in geen gewoon drama heeft men zoo iets niet. En met zulk eenen film eene uiterst dra­ma­tische kracht te willen geven, maakt men hem bela­che­lijk en waar­de­loos.

Alice Faror.

Waarde Tri­bu­nis­ten,

Als regel­ma­tig iezer van het blad « Kinema en Too­neel­we­reld » meen ik de vri­j­heid te mogen nemen ook eens mijn gedacht te laten ver­schi­j­nen in de «Vrije Tri­buun».

Waarde Tri­buns­ten, wan­neer ik deze regels schrijf iigt het regle­ment van den laats­ten pri­js­kamp voor mij, daa­rin staat dui­de­lijk te lezen, dat de namen van de in te zen­den Fox-fil­men moe­ten bes­taan uit vijf woor­den. Wan­neer ik nu in de uit­gaaf van 3 Okto­ber 1.1. las, dat de oplos­sing was «De Glo­rie­rijke Konin­gin van Saba», ik daa­ro­ver zeer ver­won­derd was. Ten eerste: om reden dat ik deze film alleen kende, onder de naam (ver­kort) D. K. v. S. Ten tweede: in het num­mer van Vri­j­dag, 8 Sep­tem­ber 1922, staat de korte inhoud van

K. v. S. en dit is onder­tee­kend door Nemo, den­ke­lijk een der ops­tel­lers van dezen pri­js­kamp. Ten derde: omdat ik in de uit­gaaf van 26 Mei 1923, onder­ti­tel (nieuwe fil­men) lees (ver­kort) D. K. v. S. Ten vierde: omdat ik maar één enkele maal gele­zen heb: « De Glo­rie­rijke Kon:ngin van Saba », en dan nog enkel als rek­laam van een zekere kinema P. A. van Ant­wer­pen, met daar onder het schri­j­ven (ver­kort) D. K. v. S., is zeker voor kinema P. A. een groet sukses. Ten vijfde: in het­zelfde num­mer, 19 Sep­tem­ber 1924, met als onder­schrift P. D. G. een kort verhaal met namen van fil­men; tus­schen deze vind ik (ver­kort) D. K. v. S. Waa­rom Glo­rie of Roem­rijke weg­ge­la­ten??? Meer woor­den zijn hier niet noo­dig. Het bes­luit der redakt’e is wei onwe­der­roe­pe­lijk, maar daa­rom niet vrij van kri­tiek. Wij hopen dat dit schri­j­ven een vin­ger­wi­j­zing moge wezen aan de redak­tie, om in het ver­volg zulke geval­len te voor­zien aan­gaande de pri­js­kam­pen.

P.-S. — Deze regel» geef ik ter over­we­ging aan al de lezers(ree­sen) van « Kinema- en Too­neel­we­reld». Oxford F. C. for ever.

ONS ANT­WOORD

De Fox-Film, die de oplos­sing van onze laatst­le­den album­wed­strijd was, n.l.: « De Glo­rie­rijke Konin­gin van Saba », werd alzoo op het doek gebracht, onder die­zelfde naam door de Fox-Film, en daar een Fox-AIbum als prijs was, had­den we ons aan die naam te hou­den. Nemo.

MUZIEK

Waa­rom is het muziek noo­dig in den kinema? Onnoo­dig niet­waar, beste Tri­bu­nis­ten, daar een arti­kel over te wij­den, daar gij allen zoo goed als ik, het nut daar­van besef­fen kunt.

Alleen wil ik eenige woordjes schri­j­ven over de mis­sin­gen welke de muzi­kan­ten in vele kine-mas doen, en dat zij oor­zaak zijn, dat de aan­schou-wers mis­te­vre­den over hun doen­wi­jze zijn, zooals ik het was laatst­le­den.


FILM-REVUE

Een boeiend drama ontrolde zich voor onze oogen. Een boeiend drama zeg ik, ja lezers, ver­mits ik vele toes­chou­wers hun tra­nen zien weg­pin­ken had, doch de muzi­kan­ten bekom­mer­den zich niet om het­geen het vitte doek voors­telde, ver­mits zij een vr ooi ijk deuntje u't­galm­den.

Onnoo­dig u de onte­vre­den­heid der aan­schou-wers te mel­den.

Zou de bes­tuur­der van deze kinema zijn muzi­kan­ten geen goede beris­ping mogen toe­die­nen?

Is het dan zoo las­tig, een vrooïijk lied aan te hef­fen, als er een lachs­tuk ontrold wordt, of, voor een drama, een kla­gend lied? Zelfs is het niet moe’lijk den don­der na te boot­sen, als den film dit vergt.

Voor mij moe­ten de muzi­kan­ten mede­wer­ken met deze van het witte doek, zoo zul­len zij ten­minste de vriend­schap der aan­we­zi­gen niet ver­lie­zen, of weten zij dan niet, dat het muziek veel bij­draagt aan de hoe­da­ni­gheid van den film?

Tri­bun's­ten, u kunt begri­j­pen, dat de kinema waar het bovens­taande gebeurd is, mijn bezoek niet meer zal ont­van­gen: één­maal çUe stom­mi­teit gezien, is genoeg, zooals dit zou gebeurd zijn met u, waart gij in mijn plaats geweest. Bona.

BENIGE STEL­RE­GELS VOOR DE VRIJE TRI­bU­NIS­TEN

Bes­chrijf alleen onder­wer­pen die ge vol­ko­men mees­ter zijt.

Val niet in per­soon­lijk- of hate­lij­khe­den.

Wees bek­nopt, zaa­krijk, niet ver­ve­lend of wijs-neuz:g. Maak geen mis­bruik van het geduld der lezers.

Val geen andere would-be-mede­wer­kers aan, omdat ze ster Zoo-en-zoo boven uw favori ver­kie­zen. Schrijf niet om uw naam onde­raan gedrukt te zien.

Tracht te oor­deeien of uw bij­drage lezens- of druk­kens­waard is Wees uw eigen streng­ste kri­tie­ken

Ver­lies niet uit het oog, dat ge voor een kinema-rùbr'ek schri­jft.

Wees voo­ral uw eigen zelf!

HatXi.​nar.

N. d. R. . . Onder­schre­ven vol­ko­men deze stel­re­gels en hopen dat ze door de Vrije Tri­bu­nis­ten zul­len geno­men en rageeejd wor­den. .Vcmo.

Kine­ma­brie­ven­bus

WARD JE. — Î) Pearl White, adres: c/o Hôtel Grillon, rue Baissv S.​Anglas, Paris (8c).

2) Van Her­bert Rawl nson, kunt U, indien alles goed gaat, bin­nen de 6 weken ant­woord ont­van­gen.

3) Nor­man Kerry zendt gra­tis de hem gevraagde photo; in de Engelsche of Fransche taal te schri­j­ven; adres: c/o Goldwyn Stu­dios, Culver City f(Cal.) U. S. A.

KROE­ZEL­KOPjE. — - 1) Hoot Gib­son zendt gra­tis de hem gevraagde foto; adres: c/o Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U. S. A. Voor­naam­ste fil­men: « Voice on the Wire », « The Lone Hand », « Roar ng Dan ».

2) William Far­num zendt gra­tis zijn photo; adres: c/o Para­mount Stu­dios 6284, Selma Ave­nue (Cal.) U. S. A. Voor­naam­ste fil­men: « A Tale of Two Cities », a Le Misé­rables », « If I Were King », « Gord Nug­gets ».

3) Mary Pick­ford, voor­naam­ste fil­men: « Tess of the Storm Cou­try », « Doro­thy Ver­non of Had-don Hall», a Lit­tle Lord Faunt­le­roy »; zandt gra­tis haar photo; adres: Hol­ly­wood (Cal. ) U.S.A-

PLA­NEET MARS. — 1) «Dc Man­zon­der Naam», rol­ver­dee­ling: Peter .Voss (Harry L'edtko); Dodd (Georg-Alexan­der); Mar­gue­rite (Madidy Chris­tians).

2) Meer dan waar­schi­jn­lijk zen­den zij hunne photo niet gra­tis; best zoudt u doen hen eenige mil­liar­den mar­ken op te stu­ren.

3) Harry Liedtke (Peter Voss):s twee­maal gehuwd en cens ges­chei­den; zijn tw eede vrouw is de tGo­neeis­peel­ster Kathe Dorsch.

N.-B. — Zeg eens, m*n beste, /oudt gij ons eens niet kun­nen zeg­gen ol gil bewoond zijt? (We bedoe­len natuur­lijk geene kle:ne... acht­voe­ters.

ALICE PAVOR. — We namen goed nota van uw schri­j­ven, voor­wat het kleine schil­de­ri­jtje betreft, want het is er een, we kun­nen niet anders dan er u om geluk­wen­schen, én om de ont­wer­ping én bizon­der­lijk om de kleu­ren keuze. Voor wat de ft Vrije Tri­buun» betreft, we vra­gen onze lezers • alleen dat zij hun per­soon­lijke opvat­tin­gen over alles wat de kinema aan­be­langt op de ste­vig­ste wijze ineen­ge­zet, zou­den inzet­ten, en ver­mats u in de tee­ken- en schil­der­kunst zoo goed bes­la­gen zijt, twi­j­fe­len we niet dat u op let­ter­kun­dig gebied ins­ge­lijks uw spo­ren kunt ver­die­nen.

AURORA. — 1) Glo­ria Swan­son is te Chi­cago in 1899 gebo­ren. r

2) Zoo­dra we over een cli­ché bes­chik­ken, geven we de levens­bes­chri­j­ving van Aasta Niel­sen; deze is ove­ri­gens reeds ver­sche­nen in c Too­neel­we­reld » van 24-8-1923; we ver­moe­den sterk dat men u iets op de mouw heeft willen spel­den met die zoo­ge­zegde ver­want­schap.

3) Alice Terry is in 1899 gebo­ren; zij meet I m. 67 en heeft zwarte haren en bruine oogen; gehuwd met Rex Ingram maar naar de laatste berich­ten, zou­den zij gaan schei­den (om niet uit de mode te gera­ken.

N.-B. — We geloo­ven dat U het inzicht hebt onze « regle­men­taire » drie vra­gen­reeks te ont­dui­ken, niet? Voor­wat die « Oom Sara »-kwes­tie aan­gaat, U houdt er blik­sems slechte gedach­ten op na, hoor!

OTHELLO. — 1 ) Wynd­ham Stan­ding is de ware naam van die artist; gebo­ren pp 23 Augus­tus 1880; j gehuwd.

2) Mary Pick­ford kan in allp falen ges­chre­ven wor­den; adres: Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

3) Claire W:ndsor is ges­chei­den; zij heeft een zoontje dat nu zes jaar oud as.,

APLOMB. — i) ’t Spijt ons zeer, mis­schien is Uwe inzen­ding zoek geraakt; bij een vol­gende gele­gen­heid, gelieve ze te herha­len.

NANA STREA. — 1) Uw oplos­sing waa goed, maar daar er méér goede oplos­sin­gen waren dan bes­chik­bare pri­j­zen, zoo heeft het lot uits­praak moe­ten doen en, onge­luk­ki­glijk genoeg, was dit U niet guns­tig.

EVA. — 1) In a Mans­laugh­ter » 'Het Rek­wi­sito-rium) ver­tolkte Jack Mower de rol van chauf­feur van Lea­trice Joy.

2) Doro­thy en Lilian heb­ben bei­den het­zelfde

3) De Ame­ri­kaansche titel vàn de film «. De Noo­dlott:ge Sma­ragd » is « The Green Temp­ta­tion »; de naam van die ver­tol­ker is niet gege­ven gewor­den.

N. B. — Bij het lezen dezer rege­len, zal het U toe­ge­kende album reeds in. uw bezit zijn.

/. C. — Ses­sue Haya­kawa, adres: c/o 6015, Hol­ly­wood Bowl­vard (Cal.) U. S. A.

DNOMDE S. — Daar uwe bij­drage een per­soon­lijk ant­woord is, spijt het ons zeer ze niet te kun­nen opne­men.

L. AERTS. — 1) Van die. firn heb­ben wij nog niets gehoord; daar hij reeds zoo lang gele­den

FILM-REVUE 7

gedraaid is gewor­den, bes­taat er, ons inziens, wei­nig kans dat hij hier nog zal ver­toond wor­den.

2) Mary Odette, adres: 11 a. South Hill Park N. W. 3, Lon­den.

3) De rol van Tih-Minh werd ver­tolkt door Mary Harald.

» N. B. — Voor wat de pri­js­kamp betreft, ver­wi­j­zen wij u naar het ant­woord uwe «twee­ling­zus­ter » Nana Strea, gege­ven; die bij­dra­gen zijn de inzen­din­gen voor de Vrije Tri­buun.

M. V. — 1) «Het Kind-Koning » (l’En­fant-Roi) rol­ver­dee­ling: Lode­wijk XVI (Louis Sance); Marie Antoi­nette (Andrée Lio­nel); A. de Fers­sen (G. Vaul­tier); de Douph n (J. Meu­nier).

2) Georges Vaul­tier, adres: 78, rue de Strass-bourg, Vin­cennes (Fiance).

3) Andrée Lio­nel, adres: 15, rue Char­ton, Neuilly-sur-Seine {France).

N. B. .Zen­den hunne foto tegen ver­goe­ding van 2 fr.

SOLANGE. — 1) Georges Vaul­tier, zie adres -ant­woord 2) aan M. V.

2) Georges Mel­chior, adres: 60, rue de la Colo­nie, Paris.

3) Léon Mathot, adres: 47, Ave­nue Félix Faure, Paris.

N. B. — Wat zijn uwe vra­gen strikt redak­tio-neel! Is het mis­schien de schuld van den Herfst? Neen hoor, dan zijn uw Mechelsche nichtjes wat vrien­de­lij­ker!!!

MONTE CHRISTO. — 1) Agnès Ayres, adres: c/o Para­mount Stu­dios, 6284, Selma Ave­nue, Hol­ly­wood (Cal.) Lh S. A.

2) Char­lie Cha­plin, adres: La Brea Ave­nue 1416 Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

3) Anna May Wang, adres: c/o 6015 Hol­ly­wood Boui­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U.’ S. A.

N. B. — Zen­den alle drie gra­tis de hen gevraagde foto.

OOG VOOR OOG — 1) Dou­glas Fair­banks, adres: Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

2) Men kan hem in alle talen schri­j­ven; een brief­port voor het bui­ten­land bedraagt 0.75 fr.

Zeg eens wraak­zuch­tig mensch, voor wan­neer is het

WALLY. — 1) James Oli­ver Cur­wood is geen fîîm­spe­ler doch een Ame­ri­kaansch let­ter­kun­dige en bekend avon­tu­ren-roman­schri­j­ver; o. a. «Kazan de Wolf­hond » is van zij­nés hand

2) Car­mel Myers, adres: 5721 Carl­ton Way, Hoä-Ijwood (Cal.) U. S. A.

3) Har­riet Ham­mond, adres: c/o 6015 Hol­ly­wood Boui­vard, Hol­ly­wood (Cal.) U. S. A.

GEORGE MARIE. — 1) Zie de levens­bes­chri­j­ving van Rudolph Valen­tino, met opgave van juiste ouder­dom in het num­mer van 3 Okto­ber 1.1,

2) Zie den ouder­dom van GLo­ria Swan­son, ant­woord nr I aan Auroia.

3) Ses­sue Haya­kawa is te Tokio op 10 Juni 1889 gebo­ren.

WALLY II. — 1) Glo­ria Swan­son, adres: c/o Société Ano­nyme Fran­çaise des Films Para­mount, 63, Ave­nue des Champs Ely­sées, Paris.

2) Jackie Coogan, adres: c/o Hotel Grillon, 2, rue Boissy d’An­glas, Paris.

3) Zie ant­woord nr 1) aan Wally. Daar het geen fil­mac­teur is kun­nen wij u het gevraagde adres n et bezor­gen.

N. B. — Gelieve voo’ de toe­komst te notee­ren dat er per week maar drie vra­gen wor­den beant­woord. Uwe bij­drage voor de Vrije Tri­buun is een per­soon­lijke aan­val en kan bij­ge­volg niet opge­no­men wor­den.

COR­RIE-OMEN 1— 1) Is een té wei­nig bekend fil­mar­tist opdat wij u er de gevraagde inlich­tin­gen kun­nen over bezor­gen.-

2) Armand Ber­nard heeft bruine haren en bnrne oogen; onge­huwd, adres: 30, Ave­nue Kle­ber, Paris.

3) In welke film en van welke maat­schap­pij hebt u die actrice zien spe­len?

N. B. — We zou­den die mooie inge­ka­derde pho­tos wel eens willen zien; t moet net een ten­toons­tel­ling zijn, niet?

ROMAINE. — Andrée Örabant is onge­huwd; adres: 5, rue de Brousse, Paris.

LEK­KER­BEK. — M sschien is Pearl White op reis, of hebt u uw schri­j­ven terug­ge­kre­gen?

, TITINE. — Zooals we u zeg­den, is er in Bel­gië niets te doen; mis­schien wel in het bui­ten­land; zul­len zien wat we voor u daar kun­nen doen.

G.45. — 1) De bin­nen­too­née­len van «La Bataille » zijn in het Stu­dio van den Film d’Art te N ee gedraaid gewor­den.

2) De z.g. zees­lag werd gele­verd in de Mid­del-landsche Zee.

BRU­TUS 102. — 1) De film «Notre-Dame de Paris » werd gedraaid door de Uni­ver­sal.

2) De opna­men van die film zijn gemaakt gewor­den in bet stu­dio en omge­ving der Uni­ver­sal, te Uni­ver­sal City in Cal for­nië.

3) Hij werd gere­gis­seerd door Wal­lace Wors-ley en de rol­ver­deel ng ervan is: Qua­si­modo (Lon Cha­ney); Esme­raida (Patsy Ruth Mil­ler); Phoe­bus (Nor­man Kerry); Claude Froio (Nigel de Bru­lier): Jehan (Bran­don Hurst); Lode­wijk XI (Tully Mar­shal); Esme­ral­da’s moe­der (Gla­dys Bro­ck­well).

N. B. — Bij­drage voor de V. T. onop­neem­baar; is te een­zi­j­dige film­kri­tiek.

IKKE. — Bij­drage voor de V. T. onop­neem­baar, is te per­soon­lijk.

EMMY AND ANDRY. — Bij­drage V. T. is te per­soon­lijk, kan niet opge­no­men wor­den. NEMO

N. B. — Vra­gen ons na Zon­dag toe­ge­ko­men wor­den in het voe­gend num­mer beant­woord.

Kine­ma­nieuwsj es

De regis­seur Jean Epstein draait voor het oogen­blik, voor de films Alba­tros, een drama, waar­mede Natha­lie Lis­senko eens te meer har groote artis­tieke gaven zal too­nen.

Met elk harer pro­duk­tie’s, en bij­zon­der met « Cal­vaire d’Amour », «Kean» en « Les Ombres qui passent », is de ver­maard­heid dezer artiste nog verhoogd.

Men herin­nert zich dat, tij­dens de opname van de laatste film der Alba­tros, Natha­lie Lis­senko met tij­de­lijke blind­heid getrof­fen werd, waar­door zij ver­plicht was lange maan­den in de vol­strekte duis­ter­nis te bli­j­ven; geluk­kig voor de schoo-ne treurs­peel­ster, en ook voor de kine-mato­gra­fische kunst, is zÿ op het oogen­blik gansch hers­teld, zodat men wel­dra hare prach­tige ver­tol­king zien zal in de pro­duk­tie « L’Af­fiche », dewelke Jean Epstein rekent in den loop van de maand Okto­ber te kun­nen volein­den.


FILM-REVUE

MIRIAM ROZ­BLrLrA

Groote suc­ces­film naar de roman van B. L. FAR­JEON

E Lon­den woont, in een schoon 'huis, de vreed­zame fami­lie Ro-zella.

Dien avond ver­wachtte men den vader, die van een lange reis terug­keerde, toen een taxi voor de deur stil hield, en een gerechts­die­naar bericht aan Madame Ro-zella dat haar man in den trein dood gevon­den is; een brief op hem gevon­den, kon­digt hun ruïne aan.

De armoede doet spoe­dig haar intrede in het bes­chei­den ver­trek door de Rozel­la’s gehuurd. De moe­der valt ziek de

doch­ter Miriam en Cecil, de zoon, zijn nog te jong om te wer­ken.

Lady Lave­rock, die de Rozel­la’s vroe­ger kende, neemt Myriam als gezel­schaps­juf­fer aan. Lord Lave­rock, en zijn vriend Ran­dolph, mer­ken de schoon­heid van

Miriam op, maar de gene­gen­heid van Lady Lave­rock, ver­wi­j­dert het jonge meisje van too­nee­len, d:e haar zou­den kun­nen kwet­sen. f

Lady Lave­rock, reeds lang lij­dende, komt plot­se­ling te ster­ven, na Miriam n deel harer juwee­len gege­ven te heb­ben. Wan­neer Mir jam aan Lord Lave­rock den dood van diens vrouw bericht, wil deze, door den drank bevan­gen, haar omhel­zen. Miriam vlucht. De juwee­len haar door Lady Lave­rock gege­ven wor­den in haar kamer gevon­den en Miriam wordt bes­chul­digd ze ges­to­len te heb­ben.

Miriam zoekt ove­ral naar werk, maar ner­gens wordt ze aan­ge­no­men. De armoede wordt steeds groo­ter en de armoede 'kwi­jnt meer en meer weg.

Miriam wordt ver­zocht in den dienst van Ran­dolph te tre­den, maar ze wei­gert

Owen Nar es.

vol­strekt onder het dak van dien man te leven; maar dan ziet ze den ake­li­gen toes­tand waa­rin ze zich bevindt. Ze vers­taat ff ar plicht en gaat bij Ran­dolph, die naar een voor­schot geeft. Deze som laten aan Madame Rozella en Cecil toe, hunne gezond­heid aan de zee te gaan hers­tel­len.

Een groot feest heeft plaats bij Ran­dolph; wan­neer de genoo­dig­den ver­trok­ken zijn. ziet Miriam het gevaar dat ze loopt en barst in snik­ken uit.... Een lief klein meisje treedt bin­nen; het is de zus­ter van Ran­dolph: wan­neer deze terug­komt vindt hij bei­den sla­pende.

Oli­via is Miriam zeer gene­gen, en vraagt haar als gou­ver­nante.

Zeke­ren dag ver­neemt Madame Rozella van­waar het geld, haar door Miriam gezon­den, komt. Een pijn­lijk too­neel heeft

De film MIRIAM ROZEi LA wordt ver­tolkt door een schaar artis­ten J an eers­ten rang:

Ben Webs­ter,

Hen­rietta Wat­sof, Nina Bou­ci­cauit, Ger­trude Mac Qoy, Gor­don Craig,

'de kleine Marie «inten en de schoone Moyna Mac Gill (in de rol van Miriam)

raj­re­sir

Films C

Plan­tens­traat,

DUBOIS

40-42, BRUS­SEL

plaats tus­schen moe­der en doch­ter....

Ran­dolph recht­vaar­digt het gedrag van

Miriam Zij heeft alles opgepf­ferd om

haar moe­der en haar broe­der te red­den...

Ze zou haar eer opgeof­ferd heb­bend....

En vol van liefde en spijt, smeekt Ran­dolph Miriam hem te ver­ge­ven en vraagt haar zijn vrouw te wor­den.

De roman « Miriam Rozella » is het eenig­ste werk, het­welk twee­maal in het groote dag­blad « Daily Mail » ver­sche­nen is. ,

« Miriam Rozella » zal het groot succes van het sei­zoen wor­den daar deze film een bij­zon­dere waarde heeft door zijn dra­ma­tische kracht, zijn aan­gri­j­pend spel en grootsche mis-en-scène.


FILM-REVUE

De sier­lij­kheid der Dames op het Witte Doek

WE zijn nu het tijd­stip gena­derd, of beter gezegd al voor­bij, dat de film­ve­rhuur­ders hun voor­raad fil­men voor het komende win­ter­sei­zoen heb­ben opge­daan.

Zooals het ook de vorige, jaren was, zal dit­maal de Ame­ri­kaansche voort-brengst de markt wede­rom ove­rheer­schen.

We had­den de gele­gen­heid eeni­gen dier lïee­ren te zien en vroe­gen hen om de reden waa­rom de Fransche film, b.v. bij hen zóó in onge­nade stond. Een hun­ner, een ver­te­gen­woor­di­ger eener Zuid-Ame-rikaansche firma, toonde ons zelf zijn aan­koop­boekje en we stel­den vast dat de Fransche film er dóór zijne afwe­zi­gheid in schit­terde.

— Maar waa­rom ver­kiest u b.v, over-zeesche fil­men boven de Fransdhe? Deze zijn door­gaans even goed ver­zorgd als die­ge­nen welke gij komt te koo­pen, en zeke­ren halen het zelfs op de bes­ten der Ame­ri­kaansche voor­ti­brengst.

— Waa­rom?... Zie­hier, lees en mis­schien zult ge begri­j­pen. En hij reikt ons een Per­uviaansch dag­blad over, waa­rin de uits­la­gen van een te Lima gehou­den kine­ma­to­gra­phische schoon­heid­swed­strijd te lezen ston­den.

Duit­schland was er ver­te­gen­woor­digd met Hilda Loth in de film Mag­da­lena; de Veree­nigde Sta­ten met Clara Kim­ball ( Young in De Wereld der Zonde; met Pau­line John­son in Blan­chette pakte Fran­krijk uit; Ita­lië was tegen­woor­dig met Fran­cesca Ber­tini in Credo der Liefde.

Het was deze laatste ver­tolks­ter — die in Zuid-Ame­rika steeds graag gezien is geweest — en met haar, heur laatste film die met eene over­groote meer­de­rheid ver­ko­zen wer­den. Zeg nu niet dat gij het niet vat, maar beken lie­ver dat gij het niet wilt begri­j­pen dat wij de roman­tische, poë­tische en lyrische onder­wer­pen ver­tolkt door de mooie, zeer mooie artis­ten, ver uit ver­kie­zen boven de belan­grijkste rea­lis­tische verha­len die zich in het wereldje der kroe­gen en kroch­ten afspe­len.

— Noch­tans telde Blan­chette met Mathot, de Féraudy, Leon Ber­nard en Mme Thé­rèse Kplb, een kuns­tige rol­ver­dee­ling.

— Dit geef ik wel toe, maar gij ver­geet die oude kan­ton­nier, de rond­ven­ter Bap­tiste, waa­ro­ver in Fran­krijk zulk eene reu­zen­rek­lame is gemaakt gewor­den. Geloof mij vrij, al die per­son­nages, al diè too­nee­len aan­gaande het een­vou­dige en kalme leven van brave men­schen, interes-see­ren ons in gee­nen deele, want ten onzent wil ihet publiek ver­le­den wor­den door bewe­ging, weelde en schoon­heid. Spreek mij b.v. over La Sul­tane de Y amour met France Dhé­lia­welnu die film was een waar succes, dat nog niet is uit­ge­put, en indien dezen band voor de wed­strijd had-de mede­ge­don­gen, dat had hij zeker bekroond gewor­den.

— En Blan­chette

— Nie­mand twi­j­felt er aan dat het stuk door een too­neel­ge­zel­schap opge­voerd zoude toe­ge­juicht wor­den. Maar dan zou er Brieux’s tekst wel zeker voor het grootste gedeelte tus­schen geweest zijn, en dezen tekst kan door geen enkel ver­ta­ler in het Spaansch goed over­ge­zet wor­den.

— « Tra­dut­toro, tra­di­toro!.... »

— In Zuid, Ame­rika, zooals in de verre lan­den, zijn de bes­tu­dee­rin­gen van karak­ters, karak­ters die wij hoe­ge­naamd niet begri­j­pen, ons gansch onver­schil­lig, daar zij té veel van onze zeden ver­schil­len. Wat wij willen is voor alles de vreugde der oogen, mooie hou­din­gen, weel­de­rige toi­let­ten...

— Ik denk wel dat u niet gaat bewe­ren dat onze Európeesche artis­ten niet mooi zijn.

— Aan­bid­de­lijk!... Ik heb zelfs de eer gehad met ver­schei­dene hun­ner te spre­ken. Maar op het doek klee­den zij slecht, of indien u het lie­ver hebt, zij geven den indruk hunne oude klee­ren te gebrui­ken om te draaien. In welke film zult ge b.v. eene Fransche artiste vin­den welke de ele­gan­tie heeft eener groote Ame­ri­kaansche film­diva?... Ik weet wat u me gaat ant­woor­den. De Fransche artis­ten kun­nen niet meer aan hunne toi­let­ten bes­te­den dan wat zij ver­die­nen; dan wan­neer de Ame­ri­kaansche ster­ren, ondanks de hoo-ge sala­ris­sen die zij ops­trij­ken (gemid­deld 2000 dol­lar per week) door hunne weder-zijdsche maat­schap­pi­jen voor dewelke zij draaien, gek­leed wor­den.

— En indien ik u eens zegde dat tal­rijke dametjes van Bue­nos-Aires, van Rio-de-Janeiro, Mon­te­vi­deo, San­tiago, Lima,

FILM-REVUE

Cara­cas, enz., door de een­voud der Fransche film­toi­let­ten zóó onguns­tig zijn beïnv­loed gewor­den, dat zij de adres­sen der groote Pari­j­zer mode­hui­zen ver­ge­ten ten bate die van New'-York, die nog­thans hunne models naboot­sen?

Indien ik een Pari­j­zer mode­huis had,

dan zou ik al de Fransche film­di­va’s op mijne kos­ten klee­den. daar dit voor mij eene onver­ge­lijk- en onbe­taal­bare rek­lame zijn zou.

— Weet gij dat in Pérou (!) tot in de kleinste onzer ste­den toe, er cinema-ver­too­nin­gen door han­dige mode­wer­kers

Cvoor de rijke plan­ters- en fok­kers-fami­lies gege­ven wor­den, daar deze geene andere vers­trooiing heb­ben dan zich te klee­den, uit te schit­te­ren en visi­ten af te leg­gen?

— Met een draag­baar pro­jek­tie-appa-raat doen deze han­dige rei­zi­gers stuk­ken uit fil­men zien en hotee­ren de bes­tel­lin­gen!

— Weet gij dat zekere toi­let­ten van Mary Miles Minier en van Bebe Daniels zulk een ophef heb­ben gemaakt dat zij, door de jonge dames bes­teld, in het la-tijnsch Ame­rika bij hon­derd­tal­len zijn ver­kocht gewor­den?

— Hoe deze jonge meisjes die toi­let­ten dra­gen?... zeer goed, want zij zijn mooi en van lati­jnsch ras en daar­door ele­gant van nature uit. Maar wees er dan ook over­tuigd van dat bij geene enkele huis­moe­der het gedacht zou opko­men hare doch­ters te klee­den zooals Miss Pau­line John­son in Blan­chette, en dit alléén om reden van Bap­tiste, die men ten onzent de film van den « gat­chou­pino » genoemd heeft.

Van al die gedo­cu­men­teerde uit­leg­gin­gen kun­nen we opma­ken, dat de Euro-peesche film­ni­j­ve­rheid, onder oog­punt van vrou­wen­sier­lij­kheid nog ver .ten ach­ter staat bij hare Ame­ri­kaansche mede­din­gers. Zij zou het voor­beeld dienen te vol­gen eener Para­mount, b.v. die hare eigen mode­ma­ga­zi­j­nen en ate­liers heeft, en die even­goed geor­ga­ni­seerd zijn als die van een Mon­naie of van eene Come­die Fran­çaise.

In de Veree­nigde Sta­ten zien wij groote film­re­gis­seurs zooals een Cecil B. de Mille, niet aar­ze­len van zelve tus­schen de

(1) In 1917 gaf de opne­ming der Peru-viaansche kine­mas de vol­gende cij­fers: Lima en ortis­tre­ken, 20 kine­mas: Le Cal­lao: 10; Huan­ca­ve­lica: 10; Cerro de Pasca: 5; Iqui­tos: 5; Piu­via: 5; Chi-clayo: 5; Tru­pillo: 5: Hua­rar: 5: andere ste­den: 50.

model­len van Ethel Gaf­fin, die toi­let­ten te kie­zen welke de ster tot aan de nede­rig­ste der figu­ran­ten zal dra­gen in de film die hij gaat draaien.

De sier­lij­kheid in de kinema is een der ken­schet­sende noten der Ame­ri­kaansche uit­gave die, om haar in haar keus en opzoe­kin­gen te hel­pen, over artis­ten bes­chikt, wier moder­nisme immer dat­gene heeft weten te ver­mi­j­den wat aans­toot geeft.

Zekere toi­let­ten zijn som­wi­j­len bui­ten­spo­rig, maar zij zijn zóó goed gemaakt en bove­nal zóó goed gedra­gen dat het eene begöoceh­ling voor de oogen is waar­door we dik­wi­jls de zwa­khe­den van het sce­na­rio ver­ge­ten.

Wat men bizon­der­lijk in de Ame­ri­kaansche film dient op te mer­ken, is dat de ins­ce­neer­ders er zich allen op toe­leg­gen, pm hunne ver­tol­kers, in alle moge­lijke schoon­heid voor te stel­len, en die noch­tans, geloof ons vrij, niet bekoor­lij­ker is dan de onze, európeesche.

Alleen­lijk willen onze ins­ce­neer­ders er zich niet op toe­leg­gen hunne ver­tol­kers te aan­schou­wen zooals een beeld­hou­wer het model bes­chouwt, dat hem de inge­ving moet bezor­gen om in de klei de smaak­volle en sier­lijke lij­nen te kne­den van het stand­beeld dat hij met een god­de­lijk vuur wil bezie­len.

Alhoe­wel eener voor­bi­j­gaande schoon­heid, lij­ken de Ame­ri­kaansche kinema-ster­ren mooi, maar met die schoon­heid hun door hunne ins­ce­neer­ders gege­ven. Dezen zijn poè­ten, en zij verheer­lij­ken de vrouw in mooie pho­tos, waar­van men ech­ter niet moet trach­ten het ori­gi­neel te zien, wilt gij niet ont­goo­cheld wor­den.

Schoon­heid en sier­lij­kheid zijn fak­tors die men in de kunst niet kan negee­ren, maar, helaas, in de geïn­dus­tria­li­seerde wordt er steeds min­der en min­der reke­ning van gehou­den, ten koste der poë­sis van het film­beeld.

NEMO.

WAL­LACE MAC DONALD, en niet Eugène O’Br'en zooals gemeld werd, zal de par­te­naire zijn van Norma Tal madge in

een radio­toes­tel mede naar de woes­tijn, tij­dens de fil­ming van « The Great Divide »; zij waren ver plicht daar eenige weken te bli­j­ven; zoo­doende kon­den alle avon­den Alice Terry, Conway Tearle, Wal­lace Beery en Mae Bush menig concert bij-wonen.


FILM-REVÜE

Het Huis der Leu­gen

(La Mai­son du Men­songe)

Sce­na­rio van Mary O’Con­nor, naar de roman van Phi­lips Oppen­heim — — a Too­neel­schik­king van Paul Powell

EiN­GE­VO'LGE van onge­luk­kige S beur­so­pe­ra­ties werd de oude pro-'JL fes­sor John Bierly totaal geruï­neerd. De man sterft op zijn kléin land­goed in den omtrek van Lon­den, ten gevolge van de hevig­ste droef­heid, zijn twee doch­ters Jeanne en Mary, in armoede ach­ter­la­tend.

Om niet als last te dienen voor haar oud­ste zus­ter, stemt Mary erin toe William Pier­son te huwen, den vriend en

David Powell wordt door de bekoor­lij-. ke en de uit­zon­der­lijke gaven van zijn* nieuwe mede­werks­ter getrof­fen. Hij geraakt ver­liefd en bekent zijn liefde. Mary zegt niets over haar eerste huwe­lijk, en tracht tijd te win­nen met de hoop, dàt de echt­schei­ding wel­dra eer> einde zal stel­len aan haar eerste ver­bin­te­nis.

Zeke­ren dag, mel­den de dag­bla­den dat William Pier­son, die zich naar Kairo begaf, aan boord van de Port-Saïd, het

man van ver­trou­wen van den ouden pro­fes­sor. Zij heeft zich tot dit huwe­lijk laten bewe­gen uit inter­est en niet uit liefde. Zoo­dra zij ech­ter ver­neemt, dat William Pier­son, de voor­naam­ste per­soon is, die het ruï­nee­ren van haar vader veroor­zaakte, ver­laat de jonge vrouw het ech­te­lijk dak en gaat zich mét haar zus­ter te Lon­den ves­ti­gen. Mary vindt er wel­dra een plaats als secre­ta­resse-archief­be­waars­ter bij den rij­ken boe­ken­ver­za­me­laar David Laur.,

slach­tof­fer werd van een zee­ramp in de Mid­del­landsche zee. Ont­last van de eeni-ge hin­der­nis, die haar geluk belette, stemt zij er nu in toe, de vrouw te wor­den van haar patroon.

Eeni­gen tijd later ech­ter, toont haar zus­ter ech­ter haar onthutst, een aan­kon­di­ging van een dag­blad, in dezer voege opges­teld:

« William Pier­son, geves­tigd te Kairo, » tij­de­lijk te Lon­den, Uni­ver­sal Hotel, » Wen­scht in betrek­king te komen met

FILM-REVUE

» han­del­shui­zen, die hem goede voor-» waar­den zou­den stel­len, om een han-» dels­ve­rie­gen­woor­di­ging in Egypte uit te » oefe­nen. »

In plaats van de waa­rheid aan haar man te zeg­gen, gaat Mevr. David Laur, heele? maal van streek, 's avonds en per auto, naar het Uni­ver­sal Hotel om er een bes­lis­sende samens­praak te heb­ben met William Pier­son. Een hevige woor­den­wisse-ling gri­jpt er plaats. William wei­gert zijn rech­ten als echt­ge­noot te laten var­ren en de plaats te rui­men voor een mede­din­ger. William onts­teekt in de hoog­ste woede, en valt als neer­ge­blik­semd ten gronde neer... Wel­dra loopt het gerucht dat hij ver­moord werd, alhoe­wel het lijk geen enkel zicht­bare kwet­suur draagt...

Mevr. Laur, rade­loos, vindt een schuil­plaats bij een kozijn van haar man, die het­zelfde hotel (bewoont. Dé auto­voer­der van Mevrouw, ziende dat zijn mees­teres niet naar bene­den komt, en op de hoogte zijnde van de gepleegde mis­daad, tele­fo­neert aan David. Deze komt toe­ge­loo­pen en vindt zijn vrouw in de appar­te­men­ten van den kozijn... De toes­tand wordt er nog meer inge­wik­keld door. David ver­denkt zijn vrouw, betrek­kin­gen te onde­rhou­den met den kozijn, en de poli­tie is de mee­ning toe­ge­daan dat Mevr. Laur wel eens meer zou kun­nen afwe­ten over den tra­gi­schen dood van Pier­son.

De echt­ge­noo­ten kee­ren naar huis. Een ijs­koude stilte heer­scht er tus­schen bei­den. ’s Ande­ren­daags laat Mary haar zus­ter halen. Deze geeft haar den raad alles aan haar man te beken­nen. Mary en David ver­zoe­nen zich, ter­wijl, kor­ten tijd daarna, de wets­dok­ter, met de lijk­schou­wing gelast, in zijn vers­lag elk ver­moe­den van moord wegneemt. William Pier­son is ges­tor­ven aan een sla­ga­der­breuk.

Deze gebeur­te­nis­sen moest Mary door­ma­ken om uit haar hui­shou­de­lijk leven elke leu­gen te wee­ren en opdat er boven haar (bedreigd geluk een nieuwe hoop­volle zon zoude schi­j­nen.

fömmant

48, rue Neuve, 48, BRUS­SEL

Kine­ma­nieu wsj es

JOHN BOWERS heeft een tijdje de film ver­la­ten om zich te oefe­nen voor een motor­ri­j­wiel-koers. Deze koers wordt gere­kend een der gevaar­lijkste te zijn welke er tot hier­toe gere­den is.

FIRST NATIO­NAL maakt een pro­duk­tie met voo­rhis­to­rische mons­ters dewelke men alles ziet doen als gewone die­ren: eten, loo­pen, vech­ten, enz. Het voors­pelt een film met de zon­der­ling­ste truk­ken tot hier­toe gezien.

IAN KEITH is de laatste sheik, op het zil­ve­ren scherm, om aller har­ten op hol te bren­gen en bij­zon­der te Hol­ly­wood. Dit voor de film « Chris­tine of the Hun­gry Hearts », met medes­peel­ster Flo­rence Vidor.

DE VOORT­BREN­GER van de film « The Water Babies », naar de novelle van King­sley, heeft een moei­lijke taak te vol­bren­gen. Hij is op dit oogen­blik te Miami (Flo­rida) om daar Ie trach­ten een zwaard­visch en een haai een gevecht te doen aan­gaan. Dagen en dagen ligt hij op loer om deze lieve diertjes te van­gen.

SHIR­LEY MASON ie ver­loofd met Har­lan Feng-ler, een motor­ri­j­der en, naar wij ver­ne­men, zul­len zij spoe­dig in het huwe­lijks­bootje stap­pen.

WAN­NEER men de film «The Man Who Came Back » zien zal, dan zal men ook een gedacht kun­nen vor­men van den groei en den oogst van pij­nap­pels. Een gedeelte van de film is geno­men op een pij­nap­pel­plan­te­rif op de Hawaïei­lan­den, op het eiland Oahu, 15 mij­len van Hono­lulu. 5000 mij­len reis heeft men aldus moe­ten afleg­gen om deze too­nee­len op te nemen.


14

FILM-REVUE

KINE­RO­MAN

Groot­va­der

(Grumpy — Grand Papa)

Vlaamsche bewer­king, naar de Para­mount-film, door Ed. Neorg

Vir­gi­nia Bul­li­vant .... May Mac Avoy

Ernest Heron . .... Conrad Nagel

(EERSTE VER­VOLG)

Wan­neer Grumpy ver­trok­ken was, wan­delde Heron de plaats op en neer.

« Ik ken dit » mom­pelde hij. « Ik heb haar niet genoeg ges­chre­ven en Vir­gi­nia is een meisje welke men niet ver­waar­loo­zen mag. Te veel werk heeft mij dit doen ver­ge­ten. Wan­neer ik Maan­dag op het bureel kom, zal ik een week ver­lof vra­gen en haar naar de schouw­bur­gen en kine­mas bren­gen.*»

Hij wan­delde steeds de kamer rond wan­neer Suzan bin­nen kwam.

« Nog iets van uw dienst, Mr Ernest? » vroeg zij.

« Neen, dank u, Suzan. »

Hij wilde haar eenige inlich­tin­gen vra­gen aan­gaande Mr Jar­vis, maar bedacht zich.

Wan­neer hij zich naar het vens­ter keerde, zag hij de scha­duw van een man. Hij liet zijn hand in een zij­ner zak­ken gli­j­den en greep naar een revol­ver.

Het is Simp­son, mijn­heer » zegde Suzan aan den ingang der plaats. « Hij had den trein moe­ten nemen, maar hij wilde mij spre­ken. Nu zal de gek heel den nacht aan de sta­tie moe­ten wach­ten om den eers­ten trein te heb­ben. »

« Gij zijt dien man een fijn dansje aan het lee­ren, Suzan. »

«'Daar houdt hij van, mijn­heer..., Hij is d!ol op me! » lachtte het kamer­meisje. «Doch, ik geef hem er geen aan­lei­ding toe. »

« Nu, Suzan, goe­den nacht. Ge doet zeker al de lich­ten uit? En is alle* goed ges­lo­ten?»

«Ja, Mijn­heer. Daar staat Daw­son borg voor... Goe­der» nacht, mijn­heer. »

Een uur later was eenie­der ont­waakt, behalve Grumpy, door een hevig gebel in het salon.

Rud­dock was de eerste bene­den. Hij zag M. Jar­vis, gebo­gen over iets nabij het haard­vuur. Het was het lichaam van Ernest Heron.

« Is hij dood, mijn­heer? » vroeg Rud­dock.

«Neen, zijn hart klopt nog. Hebt ge niet een v/einig bran­de­wijn? »

Rud­dock vond het gevraagde waa­rop Jar­vis or een goede hoee­veel­beid van tus­schen de lip­pen goot van den bez­wi­jnde.'

«Wat is er gebeurd, mijn­beer?» kloeg Rud­dock.

« Ik weet het niet. Ik zat op mijn kamer te Iezeai toen i»k plots een zon­der­ling gerucht hoorde. Ik

stormde naar bene­den en vond Heron zooals hi| nu is. »

Op dit oogen­blik kwa­men Vir­gi­nia en Suzan bin­nen geloo­pen.

Jar­vis herhaalde wat er gebeurd was.

« Geef mij het adres van de dichtst­bij zijnde dok­ter. », zegde hij. «Ik zal er met mijn auto heen rij­den en hem hier bren­gen. Ik geloof nieü dat hij gevaar­lijk gewond is, maar hij heeft een

May Mc Auoy ia the Para­mount Pic­ture 'Grumpy* A William deMille Pro­duc­tion

Nadat Jar­vis ver­trok­ken was, opende Heron spoe­dig de oogen.

Onmid­de­liijk voelde hij in zijn zak­ken, Waa­rop de wei­nige kleur op zijn gelaat, spoe­dig verd­ween.

«De damant is weg!» riep hij.

«Dia­mant?» vroeg Rud­dock, a Welke dia­mant, i’ni­jn­heer?»

« De Law­son-dia­mant! Ik had hem bij me'. Ik dacht dat ik iemand in den hof zag ea ik opende het vens­ter. Wan­neer ik mij «terug trok werd ik aan­ge­val­len. Hij moet zeker in de kamer ges­lo­pen zijn, wan­neer ik naar bui­ten ging. Ik vocht met hem, maar werd op het ach­te­rhoofd door een zwaar voor­werp getrof­fen. Dit is alles wat ik weet. »

Heron bez­wi­jnde weer, waa­rop Rud­dock hem weer bran­de­wijn gaf.

Wan­neer de dok­ter kwam, sprak deze erns­tig, nadat Vir­gi­nia en Suzan de wonde had hel­pen rei­ni­gen en ver­bin­den .

« Hij moet onmid­del­lijk naar bed! »

« Ik denk het beste » merkte Rud­dock op, «eerst

FILM-REVUE

Mijn­heer Bul­li­vant te ver­wit­ti­gen. Ik ken zijn methode. Wan­neer hij een zaak in han­den kreeg, was het altijd zijn eerste werk, op de plaats zelve een onder­zoek te doen voo­ra­leer er iets aan­ge­raakt werd. »

Dezen avond kan hij niets doen » ant­woordde Vir­gi­nia. « Zooals de dok­ter zegt, wij moe­ten Ernest naar bed bren­gen. »

Rud­dock stemde toe haar zin te vol­gen.

« Hij heeft iets in zijn hand » kwam Suzan tus­schen, wan­neer Rud­dock en de dok­ter, Ernest van den grond licht­ten.

Rud­dock opende des jon­ge­lings hand en haalde èr een witte gar­de­nia uit.

« Dit moet mijn­heer Bul­li­vant zien » sprak deze en stak de bloem in zijn zak.

« Hoe is het er mede, dok­ter? » vroeg Järvi«; welke aan zijn auto geble­ven was, maar nu in het salon kwam.

« Bin­nen een paar dagen zal hij gansch opgek­napt zijn», ant­woordde deze. «Het ia een diepe wonde maar niet gevaar­lijk. »

Wan­neer men den vol­gend mor­gen Grumpy de zaak ver­telde was hij woe­dend.

« Waa­rom, in den naâm van uw gezonde zin­nen, hebt ge mij niet dade­lijk geroe­pen. Rud­dock? » viel hij tegen hem uit.

« Ik wilde wel, mijn­heer, maar Miss Vir­gi­nia was er tegen », sta­melde hij.

« Bah! Laat ge dan een vrou­wen­rok over u re-gee­ren? » gromde hij ter­wijl zijn onder­zoe­ken­den blik over het tapijt ging.

« Niets hier te ont­dek­ken » mom­pelde hij ver­der.

« Oh ja », zegde Rud­dock, « hier is iets dat u mis­schien belang kan inboe­ze­men. Ik vond dit m de ver­wron­gen hand, van Heron ». Hij haalde daa­rop de gar­de­nia te voor­schijn.

Grumpy ontrukte hem de bloem, nam een ver­groot glas uit zijn zak en onder­zocht zeer aan­dach­tig het voor­werp.

Men hoorde voets­tap­pen; Grumpy ver­borg de gar­de­nia in een kie n kastje.

Cham­ber­lain, Jar­vis kwam bin­nen.

« Ik dacht miss Bul­li­vant hier te vin­den», zegde hij. a Ik hoor dat haar tante in Lon­den z:ek is en dacht ik, dat het haar ple­zier zou doen haar met de auto er heen kte bren­gen. Dit gaat spoed‘ger dan mét trei­nen ».

. Hij ging bui­ten en zag Vir­gi­nia welke juist naar •bene­den kwam.

« Zeer lief van u, mijn­heer Jar­vis, mij naar Lon­den te willen voe­ren { Suzan b/iacht mij daar de bood­schap over. Doch, ik kan niet ver­trek­ken ter­wijl M. Heron in gevaar ver­keert... Ik moet groot­va­der zien. »

Zij zag de gar­de­nia welke Jar­vis in het knoops­gat had.

« Oh, dit is de bloem 'welke ik u gis­te­ren avond gaf; laat mij u een andere geven, deze is gansch ver­welkt» lachtte zij. Zij ging naar een-bloe­men-vaas en haalde er een frissche gar­de­nia uit.

«Ik dank u o Vei­volgde Vir­gi­nia, «voor de diens­ten welke gij ons gis­te­ra­vond bewe­zen hebt». Daa­rop ove­rhan­digde zij hem de boem.

Hij nam de ver­welkte van zijn jas en ant­woordde:

Wees zoo goed deze te bewa­ren als een zoete herin­ne­ring van mij, ik zal de nieuwe ins­ge­lijks als aan­den­ken bij me hou­den. »

Dit zeg­gende, ove­rhan­digde hij haar de zijne.

Vir­gi­nia plaatste dezen in haar hand­zakje.

«Wan­neer ge een oogen­blik wilt wach­ten, zal ik groot­va­der gaan vra­gen of hij het goed vindt dat ik met u mede ga », zegde zij.

Grumpy staarde haar gram­sto­rig aan, wan­neer zij in het salon kwam.

aFrach­tig, het­geen gij gis­te­ra­vond deed, mejuf-f er! » broemde hij. «Waa­rom belet­tet gij M. Rud­dock mij te roe­pen? Nu is er geen enkel spoor te vin­den! »

«Dit spijt me gewel­dig, groot­va­der», ant­woordde het meisje, ter­wijl er tra­nen in haar oogen kwa­men.

«Nu, nu, ween niet, hé!... Jar­vis zegt mij daar dat uw tante ziek is. Ge zult beter doen met haar fee gaan bezoe­ken, hier kunt ge toch niets uitrich­ten . »

« Denkt ge dan dat ik Ernest kan ver­la­ten? », sta­melde zij.

« Natuur­lijk kunt ge dat, Ga, lie­ve­ling. Rud­dock en ik heb­ben het druk. »

Wan­neer Vir­gi­nia in de hall kwam, vond zijl Suzan op haar wach­ten.

« Gij ver­geet uw porte-mon­naie, mejuf­fer », zegde deze.

« Dank. u, Suzan, steek hem in mijn hand­zakje, a. u. b. ».

Wan­neer het kamer­meisje dit opende, zag zij, de gar­de­nia welke Jar­vis aan Vir­gi­nia gege­ven had; doch, zij her­kende dade­lijk de bloem welke zij voor Heron had in orde gemaakt, gebon­den met een lange haar

Zij zegde niets aan haar mees­teres, dewelke zij in de auto hielp ins­tap­pen, doch, naden­kend, trad zijn terug in huis.

Wan­neer zij de biblio­theek voor­bij ging hoorde: zij Grum­py’s stem.

« Dit kon ik maar niet begri­j­pen. Rud­dock,. Waa­rom had Ernest deze bloem in zijn hand?... Ik herin­ner wel dat hij er gis­te­ren een in zijn knoops­gat droeg. Doch, waa­rom was die ver­wron­gen in zijn hand?»

Suzan trad naar bin­nen en zag de twee man­nen naar een gar­de­nia kij­kende.

« Ver­schoo­ning, mijn­heer», zegde het meisje,. « Dit was de bloem niet welke gis­te­ren avond mijn­heer Heron droeg. Ik maakte ze voor hem op en bond ze vast aan een blad met een van mijn haren. »

« Niet de bloem d e hij droeg? » sprak Grumpy, ver­won­derd. « Waar is dan de gar­de­nia welke gij voor hem gereed maakte?»

« In het hand­zakje van Miss Vir­gi­nia, mijn­heer. Ik heb ze daa­re­ven gezien. »

«Dit is klaar, Rud­dock », glim­ladhtte de oude mén.

Hij wende zich tot Suzan.

« Geen woord) daa­ro­ver aan een levende ziel! » waar­schuwde hij... « Rud­dock, wij moe­ten onmid­del­lijk naar Lon­den, naar de wonîhg van JarvlsL» voegde hij er bij.

(Wordt vqort­ge­zet)

Ver­wacht:

DE SPAADSCHE DAN­SERES


ROYAL - ZOO­LO­GIE CINEMA

La Neige sur les Pas

En ren­trant dans son hôtel de la rue de Fran-que­ville, Marc Rome­nay, le célèbre archi­tecte pari­sien, trouve un télé­gramme lui annon­çant que sa femme est mou­rante à l’hos­pice du Grand Saint-Ber­nard et désire lui par­ler.

Il emmène Juliette, sa petite fille, et la fidèle gou­ver­nante. Seul dans son com­par­ti­ment, il souffre toute la nuit. Il revit le passé: Voici, sur le coteau de Publier qui domine le Lac de Genève et où l'avait conduit le hasard de sa car­rière d’ar­chi­tecte, la Thé­rèse des pre­mières ren­contres avec ses che­veux cou­leur de châ­taigne mûris­sante et ses mélan­co­liques yeux de biche cap­tive. Voici Thé­rèse fian­cée. Voici Thé­rèse nou­velle mariée fai­sant son entrée dans cet hôtel, construit pour elle. Voici Thé­rèse jeune femme, entou­rée, com­blée de luxe. Voici Thé­rèse, pen­chée sur le ber­ceau de Juliette. Voici Thé­rèse, l’été der­nier\en Suisse, ren­con­trant André Norans, cet André Norans com­plexe, chan­geant, hardi et tendre, qui lui avait donné la pas­sion de la mon­tagne.

Au matin, en mon­tant en voi­ture à Mar­ti­gny, Marc Rome­nay apprend, par un jour­nal, les détails de l’ac­ci­dent. Thé­rèse Rome­nay et André Norans avaient voulu ten­ter, sans guide, l’as­cen­sion du Mont-Velar­mUn névé les avait entraî­nés et ils avaient rou­lés jus­qu’à une saillie rocheuse qui les avait rete­nus par miracle deux cents mètres plus bas après une chute dans les rochers. Trois jours et deux nuits ils avaient ago­nisé là. Quand les reli­gieux du Saint-Ber­nard les avaient décou­vert, 'An­dré Norans était déjà froid, mais Thé­rèse vivait encore.

A l’hos­pice, Marc Rome­nay apprend du Prieur Dor­naz (pie sa femme est sau­vée. Thé­rèse vivra! Thé­rèse vivra!... Et il retrouve au fond de lui-même une dou­leur qu’il connaît bien. Tl veut par­tir sans la revoir. Jus­qu’au len­de­main il erre dans le couvent sans rien pou­voir déci­der. Il doit écou­ter le récit du Père Son­nier qui a trouvé les mal­heu­reux. 11 doit apprendre le cou­rage d’An­dré Norans, les tor­tures de cette lente ago­nie et com­ment on a dû arra­cher les vête­ments de Thé­rèse que la neige et le sang avaient incrus­tés dans sa chair.

Heures tra­giques et cruelles. Que va faire Marc?

Et quand il entre dans la chambre de sa femme, quand il voit son pauvre visage sans beauté et les pan­se­ments qui couvrent sa tête rasée, alors il oublie la per­sis­tante ran­cune de son amour et de son orgueil, il oublie le par­don solen­nel et mépri­sant qu’il appor­tait et il dit sim­ple­ment: ((Ma petite Thé­rèse, comme tu as dû souf­frir ».

Marc Rome­nay avait au moment du par­don atteint la cime de ses heures déjà vécues, mais ensuite il faut redes­cendre, il faut ivre. Et 'a vie est

PRO­GRAMME du 26 au 30 OCTOBRE

1. La Guêpe

(marche)

. Al. Colin

2. Au pays bes Alaouates

voyage

3 b'/lmour jVIan­ne­quiq

comé­die inter­pré­tée par

MARIE PRÉ­VOST

4. La Perle de Chi­cago . . Syl Det­nars

(Valse de l’opé­rette)

5 La Neige sur les Pas

d’après le roman de H- BOR­DEAUX

de l’Aca­dé­mie Fran­çaise

Pen­dant la Pause

Réci­tal pour Orgue

PRO­GRAMMA van 26 tot 30 OCTO­BER

1 De Wesp

(marsch)

M. Colin

2 in bet land ber Alaoua­ten

De biefde jVIo­de­pop g

too­neels­pel ver­tolkt door

MARIE PRÉ­VOST

|. De Parel van Chi­cago

(Wals uit de ope­rette)

5 Bes­neeuwde Voets­tap­pen

naar den roman van H. BOR­DEAUX

der Fransche Aca­de­mie

plus cruelle que la mort. Thé­rèse se réta­blit très vite. 11 l’ins­talle avec Juliette à Châ­teau d’Ox. De Paris, il fait de brèves appa­ri­tions, arri­vant le matin et repar­tant le soir.

Et Thé­rèse (pii aspire à vivre et que le pré­sent absorbe n’ose pas lui par­ler. « Il a cessé de m’ai­mer », pense-t-elle tris­te­ment. Et lui se dit: «Je l’aime et cepen­dant... » Ainsi le temps an lieu de les rap­pro­cher, les sépare et ils souffrent en silence, elle de lui, et lui du passé.

Cepen­dant Thé­rèse a com­pris que si le par­don vient de Marc, l’ou­bli vien­dra d’elle. Elle s’en va dans la vieille mai­son de Publier. Elle espère, elle attend tous les jours. Et Marc vient. II vient la cher­cher et elle ne craint plus d’évo­quer le passé! Elle lui avoue, en trem­blant, qu’après la mort 9 d’An­dré Norans, elle a cher­ché le mor­ceau de pain . byl Denial's «J« qu’il n’avait pas mangé!... Il était dur, ses dents 0 cla­quaient, mais elle vou­lait vivre. Et Marc lui redonne cette fois, libre­ment, le par­don du Saint-Ber­nard: (( Te crois en toi, Tu es ma femme ».

Au Mont-Velan, la neige fraîche a effacé toutes les traces de l’ac­ci­dent; ainsi la vie, agis­sante, dure et volon­taire, comme une troupe en marche et qui du passé se sert pour construire l’ave­nir, la vie a été plus forte que l’amour qu’elle contient.

Semaine pro­chaine à * oc

Pro­gramme Pi

Tij­dens de Poos

Récita al voor Orgel

< as. m de la Tous­saint

tra o réinia re

Le film sen

lation­nel

LE HÄ

Tra­gé­die de la Mer

Repré­sen­ta­tions publiques les:

Samedi 1 nov. (Tous­saint) à 8 heures. - Dimanche 2 nov- à 3 et 8 heures Lundi 3 et Jeudi 6 novembre à 8 heures.

RP01M

Bes­neeuwde Voets­tap­pen *ê

Naar den roman « La Neige sur les Pas » van Henri Bor­deaux BEK­NOPTE INHOUD Bij île ont­vangst van het wreede bericht dat zijn vrouw ster­vend in het kloos­ter van St-Ber­nard werd opge­no­men, ver­trekt Mare Rome­nay in allei-haast van Parijs, ver­ge­zeld van zijn doch­tertje Juliette en de goe­ver­nante, Mevr. Archer. De reis is voor hem een bron \an onuits­pre­ke­lijk lij­den: gejaagd en wan­ho­pig snakt hij naar de bes­tem­ming, ter­wijl gansch zijn lief­de­le­ven voor hem opdoemt. Hij ver­neemt alhier dat zijn vrouw, op een tocht in de ber­gen met den dub­bel­zin­ni­gen André Norans, veron­ge­lukte; hij is dood, zij werd ster­vend weer­ge­von­den door de broe­ders. In het kloo­setr ver­neemt hij dat Thé­rèse gered is. Hij wil •rge­ven en toch kwelt hem de dui­vel van jaloer­sch­heid en gek­wets­ten hoog­moed. Ver­gif­fe­nis schen­ken is het gebaar van­féén stond, maar daarna gaat het leven voort, het leven, bes­met met het ver­le­den.

Het wordt de treur­nis, van zwi­j­gende smart. Doch lang­zaam, met haar vrou­we­lijke fijn­ge­voe­li­gheid zal Thé­rèse de twi­j­fel oplos­sen in ëen her­bo­ren hoog lief­de­ge­voel.

En lijk in de ber­gen de sneeuw de laatste spo­ren van het onge­luk heeft uit­ge­wi­scht zoo zal ook het over­win­nende leven het ver­le­den doen ver­gaan.

Impri­me­rie do Centre. 26. Rem­part Kip­dorp. Anvers


POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE

VAN HOM­BEECK

BER­CHEM - Tél. 5210

ItlI­lilS en BOU­TEILLES - en FUTS

HABILLEZ

UOS

ENFANTS

BRI­TAN­NIA

77, Longue rue d’Ar­gile

Uil nni­rHuiuii uiniiiiii riiiu­mii­min 12, rue Van Ert­born Tél. 2921 ANVERS Tél. 2921

Agence pour la Pro­vince d’An­vers du Vrai “FERODO”

Agence pour Anvers des Rou­le­ments à billes S. K. F.

Agence géné­rale pour la Bel­gique du Dia­mond et Noble's Polish

La seule mai­son de la place four­nis­san aux garages aux prix de gros

PHO­TO­GRA­VEURS

DES­SI­NA­TEURS

EXÉ­CU­TION RAPIDE ET SOI­GNÉE

Mai­son BE RTH Y

106, rue de l’Eglise, 106

Tï? t

Grand choix en toutes sortes de

FO U TIR URSS

Man­teaux et casa­quins à par­tir de fr. 3.75

E5a5H5H5H5E5i5E5E5&H5H­J5E­SH5H5H5a5E5S5

OUVRAGES DE DAMES

OUVRAGES DES­SI­NÉS

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES, STORES, BON­NET­TE­RIE A LA MAIN. DEN­TELLES, JUM­PERS

MAI­SON EMMA

HAXOW­KIt­KIîIV

WOL, ZIJDE, KATOEN, BED­SPREIEN, TAFEL-KLEE­DE­REN, STORES, KAN­TEN, HAND­BREIQÓED, JUM­PERS

Anvers, Rue Von­dal­straat, 15, Ant­wer­pen

V 7 ALLE ELE­GANTE DAMEN KOO­PEN HUNNE

PEL­SEN

Pels­man­tels, Boas en Mara­bous

in'het

Autos pour Céré­mo­nies, Mariages, Bap­têmes || et Fêtes

Garage J- & H. DEHU

Télé­phone 3107 'M

42, Canal des\**ïv»«seurs - ANVERS

VOYAGES A L’ÉTRAN­GER - EXCUR­SIONS

PRIX A FOR­FAIT É

Huis ANNA

Diep3s!raat, 143 - ANT­WER­PEN

CTËM ËEf­trc STR AAT20

yjiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'."'''"'üiiiiiiiiiiiiiiiiii­Miiiiiiii­miiiiiiiiiiiiii­liiiiiiü

MEUBLES I

I Les plus grands Maga­sins en Bel­gique |

I 9 Longue rue des Claires 9 |

(près Meir) |

_ Grand choix de gar­ni­tures, 200 salles à man­ger, | I chambres à cou­cher, salons, cui­sines, veran­dah's, | I bureaux, lite­ries, chaises-longues, etc. etc. |

I liai­son Amé­ri­caine

Meilleur mar­ché qu'ailleurs

1 Ouvert tous les jours jus­qu’à 8 h. t. |

Maga­sin fermé |

BRO­DE­RIES-PER­LAGES

ncienne

M— RYCKAERT

Ä. Cau­che­teux, suc­ces­seur

Rue Rubens, 17 - Télé­phone 12217 Rue Porte St. Georges, 27 - Tél. 1221S

ANVERS

MAI­SON lit: COXl'IAXCK

Ate­liers de,,Plis­sage et Points-clairs

.. ENGELSCH HOEDE G/î

GAUS

VÜN­DEL­STR., 19

nabij St. Jans­plaatsi

De laatste nieu­wi­ghe­den in Vil­ten Hoe­den

Füu­rie k;eus

Ziet Zta­lae


ONZE PRI­JS­KAMP

FOTO’S VAN FIL­MAR­TIS­TEN TE WIN­NEN!

1 ) Al onze lezers en leze­res­sen wor­den vrien­de­lijk ver­zocht aan onders­taan­den pri­js­kamp deel te nemen.

2) Er zijn 12 PARA­MOUNT­FIL­MEN op te noe­men; dat wil zeg­gen: Men moet al de pun­ten invul­len, hie­ron­der aan­ge­duid, deze ver­van­gen door een let­ter, waa­rop men ten slotte den titel ver­kri­jgt van een film. Men neme wel in aan­dacht dat de reeds gedrukte let­ters op hun plaats staan en deel uit­ma­ken van den op te noe­men naam.

3) Men moet op dit blad zelve de pun­ten invul­len, alsook naam en adres, uitk­nip­pen en opzen­den naar « Kinema- en Too­neel­we­reld Korte Gas­thuiss­traat, 16, Ant­wer­pen.

4) Er zijn 24 pri­j­zen te win­nen, bes­taande uit een serie van

6 foto’s van fil­mar­tis­ten.

3) Zijn er meer dan 24 juiste oplos­sin­gen, dan zal het lot bes­lis­sen.

6) De oplos­sin­gen moe­ten bin­nen zijn vóór Vri­j­dag

7 Novem­ber.

Naam en Voor­naam

Adres