Source: FelixArchief no. 1968#829
Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.
Consultez les images de ce livret de programme
FILM-REVUE
ONZE BIOGRAPHIES
ALICE TERRY
TlfA ENIGE jaren geleden traden twee jonge meisjes een studio te Los * Angeles binnen. De oudste, die « extra » was, t. t. z. figurante, had de toelating bekomen dien dag een vriendin mede te brengen die zich in hooge mate aan al het kinematographische gedoe interesseerde, ten einde een opname bij te wonen.
D en dag had men de jonge miss Taaf-fee ten zeerste verrast indien men haar toen had moeten zeggen dat de kinema-middens haar niet alleenlijk het succes en de roem maar ook het geluk zouden bezorgen... De gelegenheidsbezoekster zou eenige jaren later, onder den naam van Alice Terry, een dér beroemdste over-zeesche fiimdivas worden.
Het gezelschap maakte zich bereid om te gaan draaien, en Alice, in een hoekje weggedoken, bekeek andachtig de schermen en de bewegingen der vertolkers, toen men bemerkte, dat een artiste ontbrak. Goedschiks, kwaadschiks, het jonge meisje moest de toestand redden, en toen zij na haar eerste filmarbeid huiswaarts keerde, verklaarde zij zich opgetogen en besloot de kinemaloopbaan, waaraan zij vroeger in de verste verte nog niet eens had aan gedacht, verder te volgen.
Maanden gingen voorbij. De nieuwe kinemarekrute bleef vol wilskracht voort draaien, nu eens als figurante, dan in een meer belangrijk rolletje.
Men juichte haar toe in « Not rhy Sister )>, met Bess e Barriscale, alsmede in een reeks filmen voor de Vitagraph: « The Bottom of thje Well », « The Clarion Call ». en « Thin Ice ». Naar het too-neel overgaande vertolkte zij hier « Go. to it » en « Nobody 1 lome ».
Maar de insceneerdërs stelden in hàar geen belang. En terwijl de meesten harer kameraden tot den starrang opklommen, bleef zij steeds óp het achterplan, en hare schoonheid, haar onweerlegbare photoge-
ALICE TERRY
There are no dull moments In golden-haired Alice’s life. New adventures are always being provided for her. Her latest experiences caught up with her in the South Sea Isles.
nische hoedan gheden volstonden den ver-wezenlijkers der Nieuwe Wereld in gee-nendeele; zij vergden veel talent en hunne werkmethodes schenen niet met Alice Terry’s bekwaamheden overeen te stemmen, doch dezen zouden niet lang meer moeten wachten om naar waarde geschat tç worden.
Zekeren dag begreep Rex Ingram, de Iersche artist, die langen tijd zelf had
~ OUVRAGES DE DAMES G
OUVRAGES DESSI.\ ÉS
LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES, nj STORES, BONNETTERIE A LÀ MAIN, LH
DENTELLES, JUMPERS . Ln
MAISON EMMA
51 V Y IHVIJik EX
WOL, ZIJDE, KATOEN. BEDSPREIEN, TAFEL-KLEEDEREN, STORES, KANTEN, HANDBREIGOED, JUMPERS
Anvers, Rue Vondalstraat, 15, Antwerpen g
( ALLE ELEGANTE DAMEN KOOPEN HUNNE
PELSEN
Pelsmantels, Boas en Marabous
in het
Huis ANNA
. Oiepsstraat, 140 - ANTWERPEN
ijiiiiimiiiimimimiiiimi’.'''''hiiiiiiiiiiiim
MEUBLES
I Les plus grands Magasins en Belgique | = —
9 Longue rue des Claires 9 1
( jrand choix de garnitures. 200 salles à manger, |
= chambres à coucher, salons, cuisines, verandah's, § g bureaux, literies, chaises-longues, etc. etc. I
Maison Américaine
Meilleur marché qu'aillems I Ouvert tous les jours jusqu'à 8 h. >. |
Magasin fermé g
Autos pout Cérémonies. Mariages. Baptêmes |
et Fêtes
Garage J. & H. DEHU
Téléphone 3107
42, Canal des Bncseurs - ANVERS VOYAGES A L’ÉTRANGER - EXCURSIONS PRIX A FORFAIT
iÆ IL9)
ëffire sTRÂÂf2.Q-
BRODERIES-PERLAGES
ancienne
Mm RYCKAERT
fi. Caucheteux, successeur
Rue Rubens, 17 - Téléphone 12217 Rue Forte St. Georges, 27 - Tel. 12218
ANVERS
MAISO.X OK CO\PIAIVCE
Ateliers de „Plissage et Points-clairs
rlML WjO
VONDELSTR., 19
(nabij St. Jansplaatsi
CAUS
Ile laatste nieuwigheden in Uiten Hoeden
Ziet Stalave
ROYAL - ZOOLOGIE CINEMA
£ ' J“Arrivis
fii avocat de talent, Claude Barsac est un arriviste forcené: Pour devenir riche il n’hésite pas à voler, puis à tuer la maîtresse de son meilleur ami, Marquisette. L’ami de la morte, Mirande, est accusé. Barsac lutte contre le réquisitoire et obtient (’acquittement. Désormais lancé, Barsac devient directeur de journal, puis député, puis ministre. Où s'arrêtera-t-il? Sa maîtresse. Renée April, qui a son secret, en devient folle, lin témoin gênant est supprimé. Puis, Barsac, accusé par Mirande, voil celui-ci succomber à une affection cardiaque. Les billets volés, et restitués mettrons la justice sur là voie. Mais une pierre le fera rouler au bas du chemin qu’il a gravi en piétinant l’amour, l’ami lié et la morale. Les morts suspectes seronl plus ou moins attribuées à Barsac, et l’audacieux aventurier touchera le sol, ses ailes repliées, d’aigle blessé à mort.
Claude Barsac, een wel talentvol advocaat, doch die slechts bekrompen van zijn werk leven kan, wil kost wat kost «er komen ».
Hij zal er dan ook niet voor terugdeinzen de band te leggen op een millioen van de vriendin van zijn besten vriend de Mirande. Marquisette die hem om raad was komen vragen er voor in Marquisette’s boudoir dringend en, eens dien eersten stap gedaan er niet voor terugschrikken de jonge vrouw te dooden door een bedwelmenden drank...
Op de Mirande weegt de zware beschuldiging van moord en bij kiest juist Barsac voor zijn verdediging.
Deze weet zijn pleidooi zoo treffend te maken, dal de Mirande w-ordt vrijgesproken, die echter voortaan nog slechts één levensdoel heeft de ware moordenaar Ie vinden.
PROGRAMME du 22 au 26 FEVRIER
1 • Madame
Favart
Ouverture
J. Offenbach
2 PATHE - REVUE
Gelukzoeker f
Gazouillement du printemps C. Sinding
Partie de Plaisir
Comédie gaie interprétée par LUPINO LANE
L ARBiVISTE
d’après le roman de F. CHAMPSAUR
PROGRAMMA van 22 tot 26 FEBRUARI
1 • Madama
Favart
Openingstuk
2 DATHÉ - REVUE
3 • Lenteruischen
J. Offenbach
C. Sinding
Een plezier - partijtje
Blijspel vertolkt door LUPINO LANE
De Gelukzoeker I '
naar de roman van F. CHAMPSAUR
Pendant la Pause
Récital pour Orgue
Tijdens de Poos
Récitaal voor Orgel
Semaii > pro( 'naine
REGINALD
dans
DENNY
FOLLE JEUNESSE
Grande Comédie dramatique
' Prochainement
RUDOLPH VALENTINO
dans le grand succes
Prisonniers öes 6laces
drame mondain
Barsac voelt nu de fataliteit van het gestolen •mud en hij wil er zich ten allen prijze van ontmaken. Hij gaat naar Nizza om er de fortuin de be-procven en tw'aalf maal heeft hij een gelukkige hand. Dan ontmoet hij plots Chesnard, de onderzoeksrechter in het « geval de Mirande » wiens blik dringt tot in het diepst van zijn wezen. Zoo wordt een zwijgend tweegevecht tusschen heide geleverd.
Met een list zal hij /’s anderendaags nog het geld aan een dorpspastoor uit den omtrek overhandigen met verzoek dit te doen bezorgen aan de Mirande.
Van zijn millioen ontlast doch in het bezit van een mooie isom, op de speeltafel verdiend keert hij terug naar Parijs.
Daar wacht hem een pijnlijke verrassing. Zijn liefje Renée April, die eigenlijk heel de waarheid kende doch haar beminde niet wou verraden, werd verteerd door vreeselijke aanvallen eener zenuw krisis en voor de eerste maal had Barsac bang van zijn verleden. Maar toch zegevierde andermaal de gelukzoeker in haar.
Hij werd bestuurder van een dagblad en alzoo een leidende figuur in de politieke wereld: het was de opgang naar de macht.
Niets meer zou hij voortaan nog ontzien. Een werkman die zijn verleden kent en hem komt beschuldigen zal hij kortweg vernietigen. Intus-schen heeft de pastoor het geld bij de Mirande’s notaris neergelegd en dat wekt nog dieperen argwaan bij onderzoeksrechter Chesnard die het plan opvat die zonderlinge doening te gaan door-vorschen.
Wanneer de Morande van Chesnard hiervan wordt op de hoogte gesteld wordt het hem als een plotse veropenbaring dat zijn vriend een aardige rol heeft gespeeld in zijn leven. Hij gaat naar hem toe als beschuldiger doch stort plots ineen, door een hartkwaal getroffen.
Eenige dagen later wordt Renee April, wier verstand onherroepelijk teloor ging, in een krankzinnigengesticht opgesloten.
Boven al die puinen staat Barsac de gelukzoeker en nog klimt hij omhoog. Doch een dag zal zijn noodlot zich voltrekken en hoe hooger hij staat des te geweldiger zal de val zijn, de ineenstorting, de straf van deugen die om zijn trots te dienen, alle menscheiijkheid en recht heeft verloochend.
Imprimerie du Centre. 26. Rempart Kipdorp. Anvers
POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE
Adressez-vous à la Brasserie
HOM BEECK
VAN
BER CHEM - Tél. 5210
ISIUltKS en ISOUTEIULES - en PUTS
HABILLEZ
VOS
ENFANTS
BRITANNIA
77, Longue rue d’Argile
üa Timiimiuü mmui
12, rue Van Ertborn Tél. 2921 ANVERS Tél. 2921
Agence pour la Province d'Anvers du Vrai FERODO”
Agence pour Anvers des Roulements à billes S. K. F.
Agence générale pour la Belgique du Diamond et Noble's Polish
La seule maison de la place fournissait aux garages aux prix de gros
Maison BERTHY
106, rue de l’Eglise, 106
rww
Grand choix en toutes sortes de
FO UJRJR U 1RES
Manteaux et casaquins à partir de fr. 37 5
PHOTOGRAVEURS
DESSINATEURS
EXECUTION
RAPIDE ET
SOIGNEE
Champ Vleminekx.ô ANVERS
FILM-REVUE
draaid en een kinema-kracht van eerste gehalte was geworden, al de waarde die hij uit de lieve vertolkster kon halen.
Hij verbond ze aan zijn gezelschap om een film te draaien en weldra vertrouwde hij haar een rol toe in « De Vier Ruiters van den Apocalypsus », waarin zij aan de zijde van Rudolph Valentino de rol van Marguerite Laurier vertolkte. Talrijk waren in Amerika de kinema-vaklui die protesteerden toen zij Ingram’s keuze vernamen. Velen dachten dat Alice Terry volkomen onbekwaam was een rol tot een goed einde te leiden. De jonge vertolkster gelaste er zich mede hen hun dwaling te doen inzien. Het geestdriftige onthaal dat « De Vier Ruiters van den Apocalypsus » te beurt viel, deed sindsdien de namen van Alice Terry en Rudolph Valentino als sterren op den voorgrond treden... Nadien wenschte men Rex Ingram geluk om zijn speurzin en den oogopslag die hem die twee stars had doen ontdekken...
Het geluk zou Alice Terry niet meer verlaten. De lievelingsvertolkster zijnde van Rex Ingram, snapte zij zijne bedoelingen opperbest, wist de haar toevertrouwde personnages even juist uit te beelden zooals hij ze zich had voorgenomen, leefde als t ware zelf de rollen’van de film mede, en bracht voor een groot deel aan hun succes bij. Opvolgenlijk draaide zij « De Goede Vagebonden », (( Hearts are Trump », « The Conquering Power », « Eugénie Grandet », naar het bekende werk van Honoré de Balzac.
Maar met de volgende voortbrengst ontstond er een ydille, een echte ditmaal... Door de hoedanigheden zijner vertolkster, door haar lieftalligheid, door haar groote geestesgaven waarmede zij hem in zijne banden bijstond, was Rex Ingram door haar bekoord geworden, en verloofde zich met Alice Terry.
Het huwelijk greep plaats op een Zaterdag, na het voleindigen van « Ge Goede Vagebonden ». Zondag1 nam Rex Ingram zijn jonge echtgenoote mede naar de kine-ma, en Maandag waren (beiden aanwezig in... het studio. Elun huwelijksreis had zich niet verder dan Los Angeles uitgestrekt en slechts één dag geduurd Weinig talrijk zouden de kinema-artisten of insceneerders wei zijn die zich met zulke korte tijdspanne hadden tevreden gesteld! Ook zag men zelden zulke goede verstandhouding tusschen de insceneerder en zijn vertolkster. Legt Rex haar een tooneel uit? üogenblikkelijk speelt Alice het hem voor, voegt er dikwijls eenige verbeteringen van eigen vinding aan toe, maar buigt
The Master
REX INGRAM
The great director promises to outdo his famous production of "The Four Horsemen” with his new picture, “Scaramouche.”
geheel en al voor den wil van haar echtgenoot, als wiens nederige medewerkster zij zich aanschouwt.
Na « De Roman van een Koning » (The Prisoner of Zenda) trad Alice Terry op in « Triff ling Women », met Ramon Navarro en Barbara La Marr, alsmede in « Where te Pavements Ends », immer met Novarro.
Toen begon Rex Ingram de verwezenlijking van « Scaramouche », de groote film waarin de Fransche Omwenteling1 als grondbasis dienst deed. Aan Alice Térry werd de rol eener jonge aristokratische toegekend, waarop tegelijkertijd een op vrijheid belustte tooneelspeïer (Ramon Novarro) en een dappere maar wreede en lichtzinnige edelman (Lewis Stone) verliefd waren.
De laatste film die Alice Terry draaide Ivas « The Araba » en is grootendeels in het Noorden van Afrika verwezenlijkt ge-
FILM-REVUE
worden. Nu is Rex Ingram in Italië bezig aan het verfilmen van « Mara Nostrum », naar het werk van Vincente Blasco Ibanez, en naar het schijnt vertolkt Alice Terry er wederom een rol, ten spijte der onlangs verspreide geruchten als zou het echtpaar Ingram-Terry er scheidingsge-dachten op na houden.
« Mare Nostrum » zou, naar het schijnt, de laatste film zijn van Alice Terry en Rex Ingram, daar beiden zouden besloten hebben de kinema vaarwel te zeggen, op een oogenblik dat hun roem door ophefmakende successen komt bezegeld te worden. De tooverachtige bekoring van Tu-nisië heeft op den kinematographist een zekeren indruk gemaakt; hij heeft er zich een villa aangeschaft en denkt er zeer kortelings zich te komen vestigen om er zich dan maar alléén met zijn lievelings-bedrijf, de beeldhouwkunst, in te laten. Alice Terry, van haar kant, verlaat de roem zonder spijt, en maakt zich klaar om aan de zijde van haar echtgenoot een vredig en rustig leven te slijten.
Al de Amerikaansche bladen betreuren dit vertrek (want sinds « De Roman van een Koning » heeft Rex Ingram zijn besluit om zich aan de Riviera of in het Noorden van Afrika terug te trekken kenbaar gemaakt, alhoewel zijn laatste successen dit nog zoo spoedig niet laten voorzien.
Een drietal jaren geleden, na het afwerken van « De Vier Ruiters van den Apo-calypsus », toen zij pas met Rex Ingram in het huwelijk was getreden, beschouwde zij zonder droefgeestigheid het nu besloten vaarwel; « De kinema verlaten, verklaarde zij, geeft mij hoegenaamd niets. Ik streef maar naar één doel: de vrouw zijn van Rex Ingram... Ik zal hem volgen daarheen waar hij wil. Van allen arbeid ontlast, zal ik eindelijk al mijn zorgen kunnen wijden aan die duizenden kleinigheden waarmede ik me tot nu toe nog niet heb kunnen inlaten tengevolge van mijn drukke studioarbeid. Geheel en al zal ik mij dan aan mijn haarstede kunnen wijden...
« Nochtans, zult gij mij zeggen, zult gij de kinema, zijn schitterend leven, zijn successen en voldoeningen die hij U brengt, betreuren... Zeker, ik zal de kinema betreuren, het is het midden waarin ik Rex Ingram heb leeren kennen, waarin ik met al mijn krachten heb gewerkt... waarin ik mij had voorgenomen te gelukken... maar geenszins zal de lust mij weerkomen om opnieuw voor de lens te verschijnen. Ik heb een groot aantal sterren gezien die, na het succes gekend te hebben, stilaan zijn gevallen en wier triomfen van weleer geheel en al vergeten zijn... Iedereen kan Mary Pickford niet zijn: zij is de eenige die haar faam zegevierend heeft weten te bewaren!
(( Het kinemapubliek is zôô veranderlijk! In tegenoverstelling met het schouwburgpubliek dat zijn geliefkoosde vertolkers niet ziet verouderen, krijgt het stilaan genoeg van zijn lievelingsartisten, zelfs van de jongsten... Het moet immer iets nieuws, iets origineels hebben... en in hetwelk het niet altijd ongelijk heeft...
« De ontgoochelingen van het studio zijn mij talrijk en wreed geweest. Zonder te lachen kan ik de verwezenlijkers, die mij vroeger onbekwaam achtten, nu niet aanzien; eenige maanden geleden nog was ik voor hen eene indringster, die slechts maar één doel had: de echtge-noote te worden van Rex Ingram, en nu verheffen zij mij tot in de wolken en zijn voor mij een en al voorkomendheid. Diezelfde menschen hebben niet eens geaarzeld te verklaren dat ik tot niets goed was... Nu, dat het Lot mij heeft toegelachen, dat ik de gunst van het publiek heb verworven, besparen zij mij geen enkele vleierij... Maar in vrienden van die soort heb ik hoegenaamd geen vertrouwen. Rex Ingram alléén heeft in mij geloofd. Van de kleine figurante, zonder eenige hoop in de toekomst, die ik vroeger was, heeft hij nu eene hoofdvertolkster gemaakt, daar hij mijne bekwaamheden heeft weten te begrijpen... Ik ben er gelukkig om hem . voldoening te hebben geschonken en aan zijn succes te hebben medegewerkt!... »
Rex Ingram, evenmin, heeft de betee-kenis van dit dubbele beeld niet verborgen gehouden.
« De plaats mijner vrouw is aan haar haard, verklaarde hij. De studio arbeid, als hij goed wordt opgevolgd, is een der pijnlijksten... De sunlights verblinden ons, het werk put ons uit. Persoonlijk houd ik veel van kinema. Hij heeft mij meer succes erç fortuin aangebracht dan gelijk welke andere kunst... nochtans wil ik niet meer draaien. Als éénig doel wil ik mij nog aan de beeldhouwkunst wijden. Om dit beroep ten huidigen dage uit te oefenen moet men rijk zijn... en toen ik vroeger aan de Yale Hoogeschool de lessen in beeldhouwkunst volgde, was het mij onmogelijk, bij gebrek aan geld, dit voornemen tot een goed einde te brengen... Zekeren dag, toen ik met een mijner vrienden het Edison studio bezocht.
FILM-REVUE
raadde men mij aan een scenario te schrijven... Ik heb mij aan ’t werk gezet...
« Eens mijn scenario aangenomen trad ik als assistent in dienst, en stilaan bracht ik het zelfs tot insceneerder.Na de oorlog, tijdens dewelke ik dienst deed bij het « Royal Flying Corps », kwam ik in een zeer slechten financieelen toestand terug thuis, daar ik zelfs een gedeelte mijner kleederen heb moeten verkoopen om terug in Amerika te geraken. Zonder ha-biet, smoking, moest ik langen tijd de uit-noodigingen afslaan die men mij deed... Ik was er niet kwaad om, daar ik een afschrik heb van elke plechtigheid, en mijn home veruit boven elk weelderig vermaak verkies... Eenigen tijd lang werkte ik zelf in het studio met als eenige kleeding een oude uniform...
« Mijn eenig doel is nu van mij met mijne vrouw terug te trekken... van mij geheel en al aan de beeldhouwkunst te wijden... Ik ben er tevreden om de kalmte en de rust weer te vinden, en aan Alice’s zijde zal ik zeer gelukkig zijn... Ik ken haar reeds sinds zoolang! Lang voor mijn huwelijk was ik reeds door haar lieftalligheid en haar goede inborst getroffen, en sinds wij besloten te huwen, verbeidden we ongeduldig die dag waarop wij, ver van iedere beslommering, eindelijk een kalm en rustig bestaan zouden kunnen slijten... »
Niet ver van het oude Karthago, op de zonnige oevers der Middellandsche Zee, zullen de verwezenlijker en zijne bekoorlijke vertolkster van « Scaramouche », dààr, de pijnlijke sunlights en de vermoeienissen van het studio vergeten? Hun bewonderaars, die weten welk aandeel zij hebben in de vooruitgang van den kinema, zullen zich hun succes gedenken. Langen tijd nog zullen zij spreken over de vertolkster van « De Vier Ruiters van den Apocalypsus », van « De Roman van een Koning », van « Scaramouche », en van den verwezenlijker die onze schermen van zulke schitterende successen wist te voorzien, en Rudolph Valentino, Barbara La Marr, Malcolm Mac Gregor en Ramon Novarro wist te ontdekken, deze laatste welke nu als de beste « jeune premier » van gansch Amerika wordt aanzien.
NEMO.
OOOOOOOOOOOOOO oooooooooooooo
Ginemanieuwsj es
HET GERUCHT bereikt ons, als zou Cecil B. de Mille overgegaan zijn naar de United-Artists.
Dr ADOLF EDOS, welke juist van Italië aangekomen is, verklaart dat de reusachtige film « Ben Hur » in de maand April zal kompleet zijn.
CHARLIE’S AUNT » (De Tante van Charlie) tal in Amerika op de markt komen in de maand Februari.
IN EEN INTERVIEW met Emil Jannings vernemen wij dat hij er niet aan zou denken naar Amerika te gaan. Om zijn eigen woorden te gebruiken: « Zoo lang er één enkel studio in Duitschland bestaat, denk ik er niet aan naar den vreemde te vertrekken ».
FRITZ FREUND, de uitgever van cc The Filmboten », heeft een belangrijk boek uitgegeven, waarin al de cinemas vermeld staan, niet alleen van Duitschland, maar ook van Oostenrijk, Tche-co-Slovakije, Hongarië, Roumenië en Joego-Slavië.
MONTE BLUE wordt de « star » van Warner Bross.
DE NIEUWE SASCHAFILM « De Wraak van Pharao », nadert zijn voltooiing. Zij wordt bestuurd door Hans Theyer, welke ook de meeste tooneelen op genomen heeft in Egypte.
MARY ASTOR is de leading-lady in « Don Q. », d'e n euwe film van Douglas Fairbanks.
DE MAATSCHAPPIJ Milano, een der meest voortbrengende firmas eenige jaren geleden, heeft
de 24n Januari eene vergadering gehouden om voor
de toekomst meer uitbreiding te nemen.
DE SUPERCINEMA zal kortelings te Rome geopend worden; het is aldus de grootste cinema van Italië. De opening zal plaats hebben met « De Weg der Zonde », voortgebracht door Amleto Palermi, — en met de volgende bekende artisten: Soava Ga-lone, Gravin Rini di Liguoro, Ruggieri Ruggeri en Mario Bonnard.
DE 2e FEBRUARI werd de Brioche film « Zeebrugge » in Canada voor de eerste maal vertoond in het Regent Theatre te Toronto.
DE FERT-PITTALUGA maatschappij te Turijn is volkomen gemoderniseerd onder de knappe leiding van Graaf Baldassare Negroni en is nu in staat om zeer groote producties voort te brengen.
ENRICO GUAZZONI, voortbrenger van cc Quo Vadis », « Antonio en Cleopatra » en cc Messaline », zal kortelings aan een andere supeiproduc-tie beginnen met Engelsche en Italiaansche kunstenaars.
DE CHATEAU-FILM-WERK, van Berlijn, heeft de kompleete voortbrengst van 1924 der Universal Co gekocht voor Rusland.
NORMA T ALM A DG E en Joë Schenck waren de gasten van de Ufa tijdens hun verblijf te Berlijn.
DE DUITSCHE overheden hebben in bezet Duitschland de film « Willem Teil », naar het werk van Schiller, verboden.
BETTY BLYTHE is te Berlijn aangekomen om de vrouwelijke hoofdrol te vertolken in de Atlantic Efa productie « Zij », een aanpassing naar de novelle van Rider Flaggard.
FILM-REVUE
Cinemabrievenbus
BEGINNELING. — 1) Max Linder verkeert nog steeds in goede gezondheid; hij is zelfs zinnens zeer kortelings een nieuwe film te gaan draaien.
2) Eddie Polo verheugt zich nog immer in een blakende gezondheid.
3) Die artist is Aimé Simon-Girard; een kleine raad: houdt in ieder geval een oogje in ’t zeil voor uw vrouw, want vanaf *t oogenblik dat zij A. S. Girard zoo’n schoone jongen vindt...
N. B. — Bijdrage voor V. T. niet geschikt.
MARIA MACHTELINCKX. — We vermoeden dat die artist Rod la Rocque is. Gelieve te noteeren dat antwoorden alléén langs deze brievenbus worden verstrekt.
ELZA EN HORTENSE. — 1) Rudolph Valentino draagt geen kousen; hij schildert zijn voeten zwart, recept: lampzwart met veel siccatif, daarna een laagje vernis.
2) De geliefkoosde kleuren van Connie Tal-madge zijn « roos »; uit oorzaak van het lied: « Quand on aime, on voit tout en rose »
CONSTANT GUNS. — 1) William Desmond, adres: c/o Athletic Club, Los Angeles (Cal..) U.
2) Eric von Stroheim, adres: c/o Metro-Gold-wyn Studios, Culver City (Cal.) U. S. A.
3) Enid Bennett, adres: c/o Metro Studios, 1025 Lilian Way, Los Angeles (Cal.) U. S. A.
CASSIO. — 1) Volledige rolverdeeling niet gegeven.
2) De rollen van Cassio en Rodrigo in «Othello;) werden vertolkt door Theodoor Loos en Ferdinand von Alten.
3) Olaf Fjord, adres: c/o Nordisk Film, 45, Vimmelkaftet, Kopenhagen.
AUSONIA. — 1) Betty Balfour zendt gratis haar foto, in de Engelsche of Fransche taal te schrijven.
2) Geneviève Félix en Georges Biscot zenden hun photo tegen vergoeding van 2 fr.
OMNIA. — 1) Charles Chaplin is geboren op 16-4-1889.
PIPKE. — 1) Niles Welch, adres: 1616, Gardner Street, Hollywood (Cal.) U. S. A.
2) Erna Murphy, adres: 962 1/2 No Western Avenue, Los Angeles (Cal.) U. S. A.
3) Carol Dempster, adres: c/o Griffith Studios, Mamaroneck, Orienta Point (N. Y.) U. S. A.
BOUBOULE. — In welke film hebt u die ar-tisten zien optreden? Van welke maatschappij was
hij?
TATAKE. — 1) Van welke maatschappij was die film?
2) Marjorie Hume, Leslie Shaw en Carlyle Blackwell zijn Engelsche filmartisten.
3) Marjorie Hume is te Yarmouth over ongeveer een dertigtal jaar geboren; ongehuwd; 1.65 m. en heeft bruin haar en dito oogen; zendt gratis haar foto.
NINITA. — I) Die artist houdt zijn burgerlijke stand streng geheim_
2) Douglas Fairbanks Jr is rond de 17 jaar oud.
3) Gloria Swanson is in 1899 geboren.
BONHEUR. — Wallace Beery vertolkte de roi
van de Duitsche zeekapitein in « Achter de deur», de roi van den koning in « De Spaansche Danseres » en de roi van koning Leeuwenhart in «Robin Hood».
ROSIT A. — 1) Ginette Maddie, adres: 7, rue Montcalm, Paris.
2) Sessue Hayakawa, adres: c/o 3, rue de Rocroy, Paris.
WILLY EN JIM. — .) House Peters meet
1 m. 78 en is gehuwd.
2) Wie de wettige eigenaar van den baby is, die in « Femmes du Monde » een rolletje vertolkt? Wij in ieder geval niet!
3) Het rekord der echtscheidingen in Amerika tusschen de filmsterren wordt voor ’t oogenblik gehouden door Barbara La Marre: zes op haar ak-tief en een zevende in verwezenlijking.
Mlle JOSEPHINE N. 24. — Men heeft u denkelijk verkeerdelijk ingelicht; wij kunnen daar niets aan verhelpen.
ALICE PAVOR. — 1) Zend' het artrkel gerust in; indien het lang is, doch belangrijk, reservee-xen we het een plaats als « Ingezonden ».
2) Gloria Swanson is in 1899 geboren; gescheiden van Wallace Beery en van Herbert Samborn, en onlangs gehuwd met een Fransch markies.
3) Maar, m’n beste kind, waar haalt U het toch te denken dat wij boos op U zouldèn zijn?? Houd U ons dan voor zoo’n bullebak? Voor wat nu de teekening aangaat, ze is wel aardig, maar de gelijkenis is, onzes inziens, niet al te gelukkig.. Nu niet kwaad worden, hoor!
OTHELLO. — 1) Percy Marmont; adres:
Lambs Club, New-York-City (U.S.A.), zendt gratis zijn photo.
2) Zouden die naam noch ouderdom niet kunnen zeggen; staat niet rechtstreeks met de cinema in verband.
WALKER. — 1) Belga Films: 33, Barthelemy-laan, Brussel.
A. QUINTEUER. — De prijs eener kolom van ons blad is 30 frank. Wij hebben die juist noc-dig om de 80 vragen die U ons stelt in één adem te kunnen beantwoorden.
MARIA. — 1) Kenneth Harlan en Mary Walcamp kunt U nu schrijven aan: c/o Suite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.), U.S.A.
2) Jack PickforcL; adres . Hollywood (Cal.), U.S.A.
La f7
JIT. — 1 ) Rudolf Valentino; adres: zelfde
adirés als E. C. (voorgaande).
2) Mrs. Wallace Reid, zelfde adres als voor voorgaande; gelooven niet da1 zij de photo van haar echtgenoot nog zal opzenden.
GENNERA. — 1) Anna Q. Nilsson; adres: 1945 1/2, Argylestreet. Hollywood (Cal.). U.S.A.
2) Lester Cuneo; adresi: c/o Suiite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.), U.S.A.
3) Beiden in de Fransche of Engelsche taal te schrijven.
FAUNTLEROY. — 1) Pola Negri’s levensbeschrijving verschijnt bij gelegenheid.
2) Rudolpf Valentino is bekend geworden door zijn tango-dans in « De Vier Ruiters van den Apocalypsus ».
MIRIAM NOËL. — 1) Hoot Gibson heeft bruin
haar en bruine oogen; ongehuwd.
2) Claire Windsor heeft blond haar en blauwe oogen: is gescheiden van Bert Lytell.
3) Met donkere oogen krijgt men op het doek meer effekt dan met lichte.
P A LLI ET ERKEN. — 1) Ivor Novello is in 1894 geboren; adres: H, Aldwydk N. W. (Engeland).
2) Voornaamste filmen: « The Call of the
3) Is een Engelschman; zendt grat is zijn pho-
SUSCA. — 1) Rudolph Valentino, zie adres
antwoord aan Jit. _ ....
2) De zoon van Douglas Fairbanks leeft niet bij hem.
3) Mary Philbin. in de Engelsche taal te schrijven: adres: 1729 3/4, Wilcox Avenue, Holly-
FILM-REVUE
KNOBER. — 1) Shirley Mason; adres: c/o
Suite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.) U. S. A.
PAPAGENA. — 1) Julia Johnstone; is dit wel SMARAGD. — 1) De Amerikaanscbe film der Drie Musketiers » werd vertolkt door Douglas Fairbanks. 2) Alla Nazimova is de ware naam dezer aritste; zij is in Ruislamd geboren in 1879. 3) Douglas Fairbanks is op 23 Mei 1883 geboren; is zijn ware naam. ALMA. — 1 ) Alma Rubens is gehuwd met Daniel Carson Goodman; geboren in 1897; adres: c/o Pioneer Film, 729, Seventh Avenue, New-York {U.S.A.). LEKKERBEK. — 1) Milton Sills; adres: 1320, Crescent Heigths, Hollywood (Cal.), U.S.A. 2) Enid Bennett; zie adres hooger ver meld. 3) In de Engelsche taal te schrijven en zenden gratis hun pho’o. HAD-JE-ME-MAAR. — 1) Dit nummer kunt U gerust op ons kantoor koman halen. 2) Lilian Gish draait voor ’t oogenblik voor de Inspirations Corporation; bij gelegenheid geven we haar levensbeschrijving. 3) Het laatste nieuws over Charlie Chaplin? Hij gaat terug scheiden... N. B. — Al het gewenschte over Gloria Swanson vindt U in het antwoord gegeven, aan Alice Pavor. Kwaad? Geen woord van; hoe komt U daarbij? Wel te rusten en da-ag! NEMO. N. B. — Vragen ons na Zondag toegekomen, worden in het volgend nummer beantwoord. Wat de “Stars” kunnen doen indien zij de film verlaten WANNEER Milton Sills het moede wordt om in de bres te springen voor filmheldinnen, dan kan hij terugkeeren naar den professor’s stoel in de een of andere Universiteit, van waar hij kwam wanneer hij aan het filmdrama ging- Doris Kenyon, welke met Sills in de First National film « I want My Man » de hoofdrol speelt, kan haar rang als dichteres terug hernemen, doch, het dichterlijk baantje brengt niet veel op; daarom, met haar lief figuurtje, kan zij meer geld verdienen als balletdanseres. Ben Lyon’s toekomst is nog niet zoo schitterend, gezien zijn jeugdigen ouderdom; wel kan hij den weg maken als tooneelakrobaat, doch, zijn spieren zijn meer geschikt voor een wielrijder voor een zes dagen-koers. Maar Anna Q. Nilsson, oh glorierijke triomf, Anna Nilsson kan recht van het studio naar het tooneel stappen als va-rieteitsartiste voor het baantje van slan-genmensch; de lenigheid harer ledematen zijn daar best voor geschikt. Dit zijn de mogelijkheden voor de toekomst voor eenige beroemde filmsterren. Waarom? Omdat men nu een nieuwe ster ontdekt heeft welke het stieltje van danseres beoefende in de Follies. Deze danseres is een zekere Mejuffer Corri. Gedurende haar engagement in de Follies behoorde zij daar tot de schoonste aller schoonheden. Het filmdrama wil nu Peggy Corri leeren kennen. Niet als een danseres, maar als een dramatische actrice. Zij is reeds begonnen Milton Sills en Doris Kenyon bij te staan in « I want My Man », dewelke het gezelschap van Earl Hudson aan ’t draaien is. Peggy is een lieve blondinne, met een jongensachtig athletiek figuurtje; tijdens de rustpoozen verbaast zij eenieder door haar krachtig gestel. Miss Corri is zeer gekend op het New Yorker tooneel, waar zij laatst nog een bijzonder succes behaalde in de Follies met de Revue: « The Perfect Fooi », van Ed. Wynn. Bij dit alles is zij nog een goede zwemster en duikt als de beste; dagelijks neemt zij een bad in de waters rond New York, zelfs in het midden van den winter. Hierdoor kan men zien dat de meeste beroemdheden van de Stille Kunst in het filmspel niet geboren worden, maar veeleer aan het vak geraken, na reeds een beroep uitgeoefend te hebben. Zijn zij het « draaien » moede, dan kunnen zij terugkeeren tot hun vroegere bezigheden.
FILM-REVUE
société Generale Cinematograohique
153, rue Neuve, 153 BRUSSEL
KINDERGEZICHTEN
(Visages d’Enfants) - Film van Jack Feyder - (Visages d’Enfants)
met in de bijzonderste rollen: RACHEL DEVIRYS, VICTOR VINA, HENRI DUVAL, JEANNE MARIE-LAURENT, ARLETTE PEYRAN, PIERRETTE HOYEZ en JEAN FOREST
société Generale Cinématographique
153, rue Neuve, 153 BRUSSEL
BEKNOPTE INHOUD:
Te Saint-Luc, een der hoogst gelegen dorpen van Europa, woont de burgemeester Pierre Amsler. Een ongeluk treft hem: hij komt zijn vrouw te verliezen en blijft met zijn twee kinderen alleen. Jean, de oudste, het evenbeeld zijner moeder, kan zich over dit verlies niet getroosten. Hij wordt dan ook gevaarlijk ziek. Na zijn genezing gaat hij gedurig naar het graf zijner moeder, waar hij zijn tijd doorbrengt. Een jaar is verloopen; Pierre is bedroefd zijn huisgezin zoo te zien achteruit gaan. Hij denkt Jeanne Dutois te huwen; deze is weduwe met een dochtertje, Arlette. Amsler, de natuur van Jean kennende, vertrouwt hem toe aan zijn peter. Deze is pastoor van het naaste dorp, en zal Jean stilaan de waarheid bekend maken.
Een maand later: het huwelijk is ingezegend, en Jean is teruggekeerd. Vanaf de eerste dagen kwam hij in opstand tegen dit alles, en nooit ging ihij slapen zonder geweend te hebben. De nieuwe mama is een werkzame en moedige vrouw: zij behandelt de kinderen van haar man als het hare, en daarom ook wil zij dat Jean werke, evenals Ariettè. Enkele voorvalen die zich voordoen, omtrent de kleederen en de juweelen zijner moeder, doen Jean de zekerheid hebben dat zijn stiefmoeder
onrechtvaardig is. De oneenigheid die er bestaat tusschen Jean en Arlette groeit steeds aan, zoodat ze ten laatste elkander haten. Zekeren avond dwingt Jean, Arlette haar pop te heden, welke verloren is. Buiten weten harer ouders gaat Arlette. Buiten huilt de storm en de sneeuw begint te vallen. Een uur gaat voorbij en Arlette komt niet weer. Alsdan wordt Jean angstig en ziet hij zijn slechte daad in. Hij loopt naar zijn vader en vertelt hem het voorgevallene. Amsler begeeft zich op den weg om het kind te zoeken dat door de sneeuw verkeerd loopt, valt in den sneeuw, eindelijk denkt zij den weg te herkennen; niet verder meer kunnende
neemt zij haren intrek in een klein kapelletje aan den voet van den berg: het is daar dat Amsler haar vindt. Door deze daad voelt Jean zich onwaardig te leven. Des anderendaags plaatst hij een afscheidsbrief voor zijn vader op de schoorsteen, en gaat zich daarna in den stroom werpen. Arlette, welke de doenwijze van Jean gezien had, liep haar moeder verwittigen; ziij komt juist op het oogenblik dat Jean zich in het water werpt: het gelukt haar na vele moeite Jean te redden en hem aan kant te brengen. Wanneer Jean tot bewustzijn komt, ziet hij voor zich Jeanne en voor de eerste maal noemt hij haar: moeder!...
FILM»R£VUE
Vrije Tribuun
AANDACHT
Door de vele inzendingen en om ieder Vrije Tribunist te voldoen, zijn wij genoodzaakt de artikels te beperken op ongeveer 25 lijnen.
De inzendingen welke dit aantal lijnen overschrijden, zullen onmeedoogend in de scheurmand geworpen, worden.
DE RED AKTIE.
HET EINDE VAN EEN ROOKLEGENDE
Veroorloof mij, een paar woorden te richten tot de waarde lezers en lezeressen van de Film-Revue.
Fr wordt steeds gekibbeld over het rooken tijdens de opvoering. Laat ons trachten tot een vergelijk te komen. De heeren zullen wel begrijpen dat het voor dames niet aangenaam is wanneer men in vervoering zijnde door de filmen, men tot de koude werkelijkheid wordt teruggebracht door een walm of wolk van «echte»? Turksche tabak of andere, en ook zonder die rook zou men een klaarder zicht hebben tot « the screen ». Laat ons rooken tijdens de poos in de corridors of aan 't buffet; ik vraag niet dat de gentlemen 3 uren zouden wachten, want ik kan het zelf niet, ik ben persoonlijk een hartstochtelijk rooker, en ik weet bij ondervinding wat al goed en troost en geluk dat woord « cigarette » zoo al bevat, dat de ex-service-men, die zich tusschen de lezers bevinden nog maar zich herinneren wat een pijp of cigaret kan doen, b. v. tijdens de rustpoos van een marsch of een paar minuten voor het fluitsignaal van « Go ahead lads », dn de dagen van de « Big Push » aan Chemin des Dames of Givenchy — maar toch als jarenlange bezoeker van cinema-theaters keur ik rooken af tijdens de opvoering; en aangaande de vrouwen, wezen wij tegenover hen een weinig gentlemanlike — what?
Ik hoop dat de heeren lezers en bijzonder de rookers tribunisten mij zullen verontschuldigen omdat ik zoo onbarmhartig in hun haar zit (in figuurlijken zin natuurlijk), maar daarom is ook de Vrije Tribuun ons aller toevlucht om onze hartjes eens lucht te geven, niet waar?
Charles Cel. Montalhan.
VLAAMSCHE TEKSTEN, A. U. B.
In sommige kinemas heeft men de goede gewoonte aangenomen wekelijksch eene reis doorheen andere landen of een overzicht der wereldgebeurtenissen aan het programma toe te voegen. Zulks vindt ik een loffelijk gedacht. Ongelukkig •echter dat al de opschriften in die soort banden in het Fransch zijn opgesteld.
Hetzelfde geldt eveneens voor de kluchten. Immers, hetzij gelijk in welke dezer, krijgt men Fransche titels voor de oogen.
Zou men dan niet, gelijk in de dramas en too-neelspelen, Vlaamsche teksten kunnen bijvoegen?
Want iedereen heeft het geluk niet de Fransche taal machtig te zijn en, verders, we leven hier toch ook in een Vlaamsche stad, meen ik.
Dus, is het meer dan redelijk dat er voor der gelijke Vlaamsche opschriften gezorgd worde! In dien men het in de dramatische stukken kan, zal het ook in de andere filmen niet onmogelijk zijn. Een raad dus voor de filmverhuurders!
N. B. Over de taalfouten in de teksten van sommige filmen zwijg ik maar liever, alhoewel het wel wenschelijk ware dat daar toch ook voor opgepast worde en de verhuurders goed deden een oogje in ’t zeil te houden! Tata\e.
BEDELEN OM PHOTO'S
Waarde Aigrette! Ik moet U zfeggen, dat mijn verontwaardiging ten top steeg, toen ik uw artikel « 'Het bedelen om photo's » las. U noemt ons gekken, eerzuchtige menschen, geldverkwisters en ’k weet niet wat al meer.
Welnu, mijn waarde Aigrette, dan hebt gij het mis, hoor! Ik vilnd het wel degelijk heel prettig een verzameling dier huidige filmartisten te bezitten. En wat U daar verteldet van die vurige bewonderaar en van zijn eerzucht, nu dat zou ik nog wél willen zien. Nonsens! dat is overdrijving!
Waar zou de Cinemabr’evenbu blijven, als men geen porrtettem van filmartisten meer verlangde/ Ik denk dat een groot deel -7an onze makkers hun .. weetgierigheid opzij zouden zetten en onze vriend Nemo zou mogen, in verlof gaan.
Neen, ik geloof dat velen het met mij zullen eens zijn, dat een bazar -an photo’s opstapelen, verre van onaangenaam is.
Nu, waarde Aigrette, ik hoop dat ge mij daarom het niet kwalijk zult nemen, dat ik U wat grof behandeld heb, doch even goede vrienden, he?
Een gulle groet van een getrouwe lezeres,
Papagena.
EEN HELD
Ik dwaalde als in een droom naar huis toe. Voor mij zweefde nog steeds het beeld van Sakr-el-Bahr, de mooie figuur, die, als ridder-zeeschui-mer m’n jongensbloed deed opbruischen van emotie.
Ha! wat een prachtfilm. Eerst komt de zee, in een stille, kalme avondschemering, als in een droom zijn we verplaatst naar gindsche kusten, in een woord, het brengt ons in de gewenschte stemming. En dan ontrold zich een drama voor onze oogen dat me in vervoering brengt. Wat een strijd, wat een reusachtige strijd geleverd door d en man, die z’n edel karakter moet opofferen voor de lastertaal. Heerlijke oogenblikken als ge die schepen ziet drijven; majestueus als zeilende vogels. Wat een mooie schakeering van licht! Ge z'et u zelf verplaatst in die Moorsche middens. Dié ouwe grijze pacha, die het lijf begeerde van het reine onschuldige meis'e. Wat een onvergetelijke scene met die roeiers. Die prachtig gespierde lichamen, de ellende welke in hun lijderswezen ligt. In een jubelkreet zou men het kunnen uitgalmen, in één adem vertellen wat men mede gemaakt heeft. Het kapen der schepen zoo getrouw mogelijk nagebootst. De strijdende massa, een mengelmoes van kleuren: het geloof der Mooren in Allaah en die door het geloof moedig den dood trotseerden en dat hun dikwijls onvermijdelijk naar den zegepraal moest leiden.
Wat een ridder is van dit tijdperk?
Kerels! Kerels met een ware fierheid, die zich niet lieten uitschelden als een rotzoodje. Dat is nu de held waar ik in een vorig artikel over geschreven heb. Dat doet de menigte begrijpen wat een edel karakter is! Daar tasten we n’et in het duister, onze « held » schittert er, omlicht van glorie en roem!!! Kai Jans
CINEMA-PRATERS EN CINEMA -HA TERS
Er worden wel eens perseonen gevonden die over de cinema willen praten, u eens een uitleg willen geven, waar zij u duidelijk hun onbé-kwaamheid laten doorschemeren.
Zij gaan zelden naar een vertooning, kunnen dus van filmen of artisten niets kennen, maar willen er toch alles van weten. Ik noem dat verwaande lieden.
Nog onlangs praatte ik met een van die perso-
FILM-REVUE
nen die ook alles wilde weten, of beter, al lang wist. Eerst en vooral hield hij staan, bij hoog en laag, dat verschillende photo’s ontvangen van filmartisten, en die ik hem liet zien, dezelfde kunstenaars waren. Ik gaf hem de noodige uitleg om hem toch een weinig (een groote dosis) slimmer te maken, maar hij raaskalde maar steeds door. Op het einde zag ik mij, verplicht te zwijgen daar er aan zijn woordenvloed geen einde kwam. (En 'waarlijk, ik zou er niets van kunnen voortvertellen).
Ten tweede: Die alwetende man vertelde mij, dat er van de tien filmen die men gaat z:en, er negen maal dezelfde artiste in voorkomt. Een bewijs dat hij de een van de ander niet kan onderscheiden omdat hij ze van gelaat of naam niet kent.
Men zal, geloof ik, toch wel eerst de beroemde artisten kennen, en geen gewone figuranten.
Wij zelf, die meer van dit alles weten en be-studeeren, kennen toch raar of zelden den naam van een figurante. Dus moeten het gekende spelers zijn die hij bedoelt.
Nu, hoeveel films van beroemde diva’s krijgen we eigenlijk te zien? Ik spreek van heel beroemde spelers. Weinig, niet waar? Er worden wel banden gegeven waar de naam van de vertolkers niet in voorkomt, en gezichten die we nooit te voren zagen.
En nu de derde dommigheid. De grootste kemel die hij schoot.
« De cinema, daar versta ik niets van, ge weet niet wat ze willen zeggen, men hoort niet spreken, enz. »
Dat is nu het eenigste wat men de cinema kan
wil ten kwade duiden: men spreekt niet op het
witte doek.
Hoe dikwijls heeft de zevende kunst dit niet reeds moeten hooren van dommerikken en bios-coop-haters. De mimiek of gelaatsuitdrukking is een groote kunst op cinemagebied.
Wat men op het tooneel hoort aan groote, ronkende woorden, wat men ziet aan breede, overtollige gebaren, dat alles is op het witte doek veel zuiverder. Het spel moet dan ook veel soberder zijn. Die sprekende oogen die u zoo kunnen treffen, die van wanhoop en zielelijden vertrokken mond. Daar is de kunst.
Tooneel is voor de oogen.
Die levende beelden voor het hart.
Hun gelaat ziet ge weerkaatst als uw eigen gelaat in een sp:egel. En wat men van het tooneel niet verlangen kan, mag en kan men ook niet «ischen van de cinema-kunst. Alles met recht en met reden.
Men is wel nooit te oud om te leeren, maar sommigen zijn te dom, door hun hoovaardigheid en hun blinden haat tegenover alles wat cinema aangaat. En dan komt er zoo een (die dan bij een goedkoope gelegenheid binnengeslopen is) met een gevonden en verneukelt programma aandragen en zegt dan heel wijsgeerig: Naar dien film moet ge gaan zien.
De sukkelaar!
A lice Pavor rN ANTWOORD OP ’N « ANTWOORD »ƒƒ ’k Las in ’t nummertje van 23 Januari 1.1. het episteltje van Had-je-me-maar, onder V. T., en ’k vatte aanstonds, met ’n echt prettig gevoel, dat het van een wezentje kwam dat haar zieltje voor één oogenblik, op één gedachte had kunnen con-centreeren. het gedacht: «stichten», ’k Las het heden (6-2-25) nogmaals, en weer zinderde ’t me erg sympathiek door ’t harte. Dat, ja dat ws de vrucht van n hooger denken, van *n hunkeren Tiaar ’n universeel reinheidsbegrip, van ’n betrachten naar t ëksklusief mooie in den naaste, van *n opperen eener vradkvoelende spontaniteit. Had- e-me-maar boeide me, omdat ik begreep waar ze heen wilde, omdat ze in haar schriftje uiting wou geven aan ’n massa, bijna materieel door ’t zielige schietende, gemoedsimponderabie-len.
Ze wou behoeden de kle:nen die met klare kijkers uit ’n school komen gehold, en plots, zonder te beseffen, voor n reklaam-naaktheid staan, die hun inaïeve kijkers wijd open werpen, om in hun ongekunsteld, half-gekneede zieltje, ’n aangluipende wanorde te storten; om hun thuis te doen zeggen, k nd'erlijk onschuldig: «Mama, ik heb ’n «slechte» vrouw gezien; om de moeders de woorden in te geven: « Daaiheen moogt ge niet kijken, lieveling, dat is kwaad. »
’n Mooi 1 cht van angstige beschermzucht straalt uit dat gansche artikeltje. Had-je-me-maar wilde onder haar penne-hoede nemen die gansche, kloeke vlucht onaangesmeerde groote wichtjes, die re n door Antwerpen’s straten kuieren met ’n schitteiblik in de groote oogen, met een snoezig-leuke naïveteit in handelen en woord. Ze wou gaan goe:en ’n roep van: « Past op, gij, kijkers, bezoedelt u niet aan ’t vleeze dat ge zien kunt!»
’k Las ook het « zoogezegde » antwoord van « Orakel » in ’t nummer Van 6-2-25.
*k Kreeg *n gevoel of in mij alles duister werd, of er ’n donkere zwaarte me begluurde, gereed me neer te slaan.
« Londen bij mistweer » betitelde ik dat stukje, want *k zag er niet klaar in. Is hij of zij, die dat schreef, ’n volbloed pessimist of ’n vrijwillige naastkijker? Kan hij of zij (ik denk dat het een « hij » is) niet klaar zien in mooie betrachtingen en edele aanwijzingen?
’k Denk het, neen, k ben er overtuigd van!
Ik zelve heb bemerkt dat Betty Blyth’s afbeelding, zooals H. j. m. m. ze beschreef, in verschillende straten onzer stad, besmeurd werd met ’n bruin-vuil verfje. Is dat ook door een kinderhand gedaan? ’k Betwijfel of ’n kind, met een kwast en een verfpot, de straten rondslentert.
Neen, Mr of Mjr « Orakel » uw stukje was een staalt e van vergezochte en overdreven bevitting-zucht, en well'cht uwer onwaardig. U begrijpt het intense niet van Had-je-me-maar’s 7e en 8e alinea’s harer bijdrage. U ziet niet dat er in gloort een scherpe vonk van meelij voor d’onschuld, van angst voor ongekunsteldheid.
Dat z et u niet!
En ruw pent ge neer die onzinnige woorden: « Dus d egene die zulks schandelijk beoordeelt, moet zeker met schandelijke gevoelens bezield zijn. »
Wat *n log gepeins!
« Schand'ge gevoelens»? Als men neerhalen wil de onbeschaamdheid van een aan gezonde weergaaf mankgaande beeltenis?
« Schandige gevoelens »? Als de ziel spreekt ten voordeele van schuchtere kindertjes, die bedremmeld kijken naar onbegrepen beelden?
«Schandige gevoelens»? Als ’n goede inborst wijst op de gevaren, die ’n kleuter loopen kan, door ’n onbewust staan blijven voor n schunnige papierlap?
« De vernielingszucht van jonge snaken » zegt u.
Neen, dat niet! Jonge snaken scheuren juist geen plakkaarten af die t harte kwetsen! Die vergrijpen zich niet aan tientallen affichen in verscheidene stralen, doch die bezondigen zich, in hun onbesuisdhe'd, en in t voorbijhollen, aan één enkel reklaambord!
12 FILM-REVUE
« Misplaatst eerbaarheidsgevoel van een deftige jongen » zegt u verder?
« Misplaatst »?
Sedert wanneer is de zedelijkheid, als ze gekwetst wordt in een te groote mate, misplaatst?
Vindt ge niet dat «misplaatst» en «deftig», in het voorlaatste alinea van uw bijdrage, woorden zijn die elkaar in t haar zitten?
« Misplaatst eerbaarheidsgevoel » is niet of nooit aanwezig in een « deftige jongen », ziet u!
’k Lees nogmaals uw stukje ten volle, en weer __ brrr... neen, maar liever zwijg ik!
/Intoon Van lerse
VERLEIDENDEN EN BETOOVERENDEN BLIK OF KARAKTERSPEL
Van af haar ontstaan volg ik in de V. T. regelmatig alle weken de gedachtenwisselingen. Ik las dan ook dat sommige V. T.-isten vonden dat Rudolf Valentino zuiken verleidenden en Ivan Mos-joukine zuiken be.ooverenden blik bezaten. Nu, die meening ben ik hoegenaamd niet toegedaan en ik heb me reeds dikwijls af gevraagd hoe men tot het bovenstaande gedacht gekomen is. is het omdat Rudy zijn oogen zoo kunst-g weet heen en weer te draaien, dat men zulks van hem zegt? En omdat Ivan Mosjoukine met zulke groote grijze kijkers gezegend is? In t algemeen schijnen deze lieh e oogen niet erg photogeniek te zijn, want zij trekken niet heel wel ep den film. Maar die van Ivan komen zeer goed uit. Is het misschien daarom? Wei, daar vmd ik niet veel aard aan! Volgens mijn meening, moet een blik niet verleidend of betooverend zijn door de eene of andere reden — en vooral niet door dezen hierboven aangehaaid — maar wel moet hij dit wezen uiit zijn eigen natuur.
Denk nu niet, dat ik het spel dezer twee artis-ten wil beknibbelen. Neen! Verre vandaan! Want op dit punt valt hoegenaamd niets at te keuren. Zij spelen zeer wel, vooral Ivan schijnt een groot kunstenaar te zijn en ik rangschik hem dan ook onder mijn lieveiingssterren; maar niettegenstaande dit, houd ik veel meer van andere artitsen, van karakterspelers. Dan zie ik liever een expressie! gelaat, waarop de minste gemoedsverandering af-geteekend wordt als een groote witte lijn op een zwart bord. Dan lees ik liever in een aangezicht, waarop alle uitdrukkingen af gebakend worden, waarop beur.elings den onwrikbaren haat, vurige liefde, teedere vriendschap, onderdrukte smart, teugellooze woede, kolossale verontwaardiging, valsch genoegen, en wat weet ik al meer andere 'karak er veranderingen, te voorschijn Ikomen. te lezen zijn; zoodat men bijna geen teksten noodig heeft om alles uit te leggen.
En onder de weinigen, welke deze groote begaafdheid machtig zijn, stel ik op een der allereerste plaatsen den gekenden atbleet en cowboy Harry Carey, waarin men deze eigenschap aan-treft. Na hem plaats ik Ramon Novarro. de hoofdvertolker van « Scaramouche » den film waardoor hij beroemd werd.
Ik weet het wel, er zijn weinig menschen, welke van karakterspel houden, maar ik ben er zoo een te grooter liefhebber van.
Ik denk niet, dat ik iemand zal gekwetst hebben en vooral n;et de bewonderaasr van Rudy. Ik vraag geen pennestrijd, hoor! Dus, zondei wrok! Tatake.
’N KAN TT EEKENING
Met veel bombast (later bleek hij heel gewettigd), kondigde men den film «De Tien Geboden » aan. Lijk half-Antwerpen, holde ik naar het Anvers-Palace...
De muziek zette in, zielig, overweldigend, klagend, eischend, smeekend.
’n Roerende galmengolvdng, die langs d’ooren dringt naar ’t harte en wijd weghuppelt als ’n heir van onzichtbare, zingende engelen.
Lijden van Israëls kinderen onder t knellende juk van Pharao— De vlucht door de woestijn... k Hoor achter ipe ’n heerenstem. Ze zegt:
«....En nu komen ze aan de Roode Zee... »
De Lim rolt verder, ’k Geniet.
Weer achter me:
« .... En nu wordt het leger der Egyptenarera
’n Poosje later:
«.... En nu gaat Mozes op den berg,... wacht,
... ’k geloof, den berg Sinaï, ja, dat is *t.... » ,
Geniet nog, maar een beetje minder, wantf dat fiu.ste.en achter mij fascineert me.
« — En nu krijgt Mozes van God de Tien Geboden— Zie... dat is t eerste—
’k Wend het hoofd om... ’n Heerenhoofd tegen ’n jufferkopje, echt lief, hoor! Maar dat vervelende, luide fluisteren toch! Enfin (ik zucht gelaten:
« O! die Liefde! )
« .... En nu—! en dan—! en verder...!» n Gansche litanie van slepende, eentonige, akelige, vervelende « en nu’s » en « en dan s », enz.
’k Woelde op m’n stoel om en om, wendde af en toe ’t hoofd, en keek dan maar weer naar het doek.
’tMoodste van de grap (die heusch niet grappig was, hoor!) was: ’t dametje dat z.ch zoo behagelijk liet « uitleggen », had de oogen gesloten.,.. Waa.achtig... ze sliep!
En de heer in kwestie, vervolgde:
« ...En nu stort de kerk in— En dan— Zeg,
Mitje, ’k geloof dat ge slaapt!.... ’t Is nogal
schoon... ’k Draai een halve uur m’n nestel af, en»
’n Toornig mompelen en dan niets meer...
Loste een zucht van verlichting en *k genoot verder. Betty Mizette
KLACHT
Haast zullen de trouwe lezers van Cinema- en/ Tooneelwereld denken, dat de schrijvers(sters) der'. Vrije Tiibuun een broederoorlog tot s and hebben gebracht.
Voorwaar, wat is er vooreerst verschil van mee-ningen geweest over R. Valentino, en nu weer heeft men het gemunt op het icoken in de cinema. Men schrijft zijn opinie, over een onderwerp de cinema aanbelangend, en men krijgt onverschillige antwoorden en het verwondert mij ten zeerste dat deze an woorden niet gevolg?d zijn van scheldwoorden of iets dergelijks.
Natuurlijk, Tribunisten, hoe kan dit anders? Hoeveel zullen er zijn die dezelfde meening dealen? Voor mij, ik vind er uiterst weinig. Dit is genoeg te zien: volgt maar regelmatig de V. T. Wij tellen ook schrijfsters in de V. T. Hoe is het dan mogelijk dat hij d*e het rooken goedvindt (omdat hij liefhebber is eemer sigaret of wa: hem lust), hoe is het mogelijk, zeg iik, de goedkeuring te mogen boeken van hen, die dit klein genoegen ons ontzeggen?
Niet dat ik u ophits om ten strijde te trekken tegen onze medewerksters (want tussohen haakjes gezegd, het doet mij te groo; genoegen eens een artikeltje te lezen, door een vrouwenhand geschreven) .
Ook doet het mij groot genoegen over deze rookkwestie niet te moeien rcdletwisten, daar hier te Brussel de aanplakbrie'ven melden dat het rocken streng verboden, is en dit verbod wordt nageleefd.
FILM-REVUE
Laat mij hopen, dat de Vrije Tribuun in ’t vervolg leerzame opstellen zal bevatten, opdat het ten nutte kome van de lezers en niet ter verveling. Bona.
Ik las hew op mij bedoeld artikeltje van Orakel. *k Ben er toch niet boos om, hoor! Wel neen. U neemt de partij op voor *n naakt ruggetje? Groot gelijk, hoor! Och ja, ik dacht er zoo gauw niet aan, maar... heeren bezien zulke... (ik zal maar zeggen: reklaam) met *n heel ander oog als wij en... hoe vindt U dan cle reklaam voor « De Hel van Dante» (’n ondeugende vraag, he?); zeg het maar niet, want U zou me misschien antwoorden met: « ’n Chic reklaam », of niet?
En zoudt U denken dat de cinemabestuurders om mij een genoegen te doen, den sluier die de vrouw omhult vijf centimeter zullen verhoogen? Och, ik hoop voor U dat zij het maar vergeten. O, dat vergeten, ze zeker, *vant... Had-je-me-maar heeft immers niets in te brengen dan... ledige briefjes, en die gelden niet.
Ik vergeef U alles, behalve één geschreven zin-neÇe van U. dat luidt: «eDjs diegene die zulks schandelijk » enz...
Ziet U, mijnheer, ik ben erg gevoelig voor zulke Woorden, maar och. ik zal maar denken da1 U het niet zoo slecht bedoeldet, hee? ’n Vergissing;s immers menschelijk en ’t is erg moeilijk te oordeelen over onbekenden zooals...
Het is waarlijk belachelijk wat men tegenwoordig schrijft in V. T. ’t Is niets dan over rooken, Rud. Valent'no, ditjes en datjes, maar wat wel het flauwste mag genoemd worden is die eeuwige vervelende twist over Rud. Valentino.
Is daar dan toch zooveel aan?
Laat u niet verblinden door zijn schoone oogen beste lezers (essen) want niemand weet wat daar achter verscholen zit!
In zijn f'Imen is hij de hartstochtelijke verliefde, en in het werkelijke leven misschien de grootste vrouwenhater op aarde.
Als ge er toch zooveel van houdt, liefste bak-vischies, waarom vraagt ge dan niet of hij eens tot u komt?
Ik ben er zeker van, hij zou u niet meer zoo erg oevallen.
Ik heb de ondervinding opgedaan met R:chard Barthelmess, ’k Had het geluk hem in levende lijve te aanschouwen, maar waarlijk, hij sloeg mij tegen.
Als ik van u was, *k zou die droomen maar laten varen en naar een frisch Antwerpsch Ru-dolfke uitzien.
Will:am S. Hart, Harry Carey, Hoot Gibson,
«nz dat zijn ten minste nog mannen der vrije
natuur, tegen die verwijfde artisten!
Denk eens na, liefste zusjes en ge zult me gelijk geven; is *t niet met het verstoorde gedacht, dan toch met uw kloppend hartie.
In Vlaanderen Vlaamsch
NOG OVER HET ROOKEN
Het gekibbel en -geschimp reeds verscheidene weken in de V. T. gelezen hebbende over het rooken, heb ik de eer aan al degenen welke papier en inkt daaraan versleten hebben, een klein antwoordje toe te s'uren.
Ik vind het niet zeer prettig zooiets in de V.T. te moeten lezen, en dan nog onder Vrije Tribunisten. Waarom al dat geraas en die schoone woorden naar elkanders hoofd werpen? Zou het niet beter zijn elkaar met vrede te laten en de beeren rookers laten rooken? Het is, weliswaar, spijtig dat het ons àm een kinema zeer onaangenaam is een rooker rond zieb te hebben zitten;
maar enfin, daar hoeven we ons toch niets van aai* te trekken. Zooals er vele zijn, die schrijven en wrijven over t rooken iin de cinema, zou het hen soms mogelijk wezen de rookers met de pen uit de cinema weg te jagen? Zoo ja, dan trek ik mijn woorden terug, want anders is dit ook nutteloos! Het steike geslacht zoekt meestendeels behagen of troost in een pijpje, sigaar of sigaret, en het zwakke, om den man na te apen, zoekt troost in lekkernijen. Dus, de eene moet zwijgen voor de anderen. Nu, ik eindig met die praatje« over 'het rooken, en dat het, voor mijn deel, voor&-ga zooals voorheen. Ik denk wel, dat ik de Vrije Tribunisten aan het verstand zal gebracht hebben zich niet meer met nu telooze zaken bezig te houden, want indien er honderd; bijeen zijn, en een ervan zegt: « Ik rook niet », dan roepen de overigen: «Het is geen man die niet rooken kan », en lustig paffen zij er op los.
Ware he nu niet beter zich met zaakjes bezig te houden waarin er niet zulke oneenighedi zal bestaan? Nu, onder deze zelfde rubriek lasch ik er een droomverhaal hij, hetwelk ik zelf heb beleefd.
Het was op een Zondagavond, en was een film van Douglas Fairbanks gaan zien, waarin hij, zooals gewoonte, zijn toeren verricht. Te huis gekomen, begaf ik mij vlug naar bed. Toen!... dien nacht... heb ik... oh! zoon mooie droom gehad!
Ik droomde dat ik tooneelspeler was. Dootr mijn succes, hetwelk ik behaalde, werd ik weldra een groot kunstenaar. Ik besloot ook eens een reisje naar Amerika te wagen. Ik nam hier de boot van de Red Star voor New-York en ver rok. Na elf dagen gevaren te hebben, kwam Amerika en ook weldra 't mooie New-York in het zicht. Kort daarop legde de boot aan. Ik nam mijn reisgoed' en verliet de haven. Na zoo wat te hebben staan ronddraaien, vroeg ik, natuurlijk in t Vlaamsch, vermits ik geen Engelsch ken of toch bitter weinig, aan een politieagen* de weg naar de statie, hetwelk den man weldra had begrepen en mij den weg wees. Ik kwam weldra aan de statie en vroeg een koepon voor Hollywood, en weinigen tijd later, was ik op weg naar het land der stille kunst.
Daar aangekomen zijnde, ging ik het Hotel Hollywood binnen en vroeg een kamer, met zooveel Engelsch als Ik kende. Dit viel ook weer goed, want de hotelhouder begreep mij en bezorgde mij oogenblikkeJijk het gevraagde, s Namiddags ging ik een wandeling maken en het toe val wilde dat ik juist aan het Pickfair Studio af gezakt kwam, waar ik Douglas Fairbanks bemerkte. Weldra had deze mij ook gezien en vroeg mij wat ik hier wel kwam verrichten. Ik zegde hem dat .ilk ook een filmster wilde worden. Hij antwoordde dat hij mij als leerling wilde aannemen, op één voorwaarde, namelijk dat ik de krachttoeren, welke hij mij voordeed, zou nadoen. Toen hij deze had' verricht, vroeg hij mij of ik ze wilde nadoen. U kunt wellicht begrijpen welk gezicht ik zette, en dan nog zulke zware oefeningen oor een beginneling: een losse kumelee! Enfin, ik probeerde het; maar ik viel en deed me verschrikkelijk zeer. U moet nu nie1 denken dat ik vóór Douglas op den grond viel, neen, ilk viel uit mijn bed! En ik kan mij verheugen, dat ik er met wat kneuzingen was van af gek omen.
U zult allen wel denken: Het is zeker een mooie droom met Douglas in aanraking, of anders gezegd, met den .grond in aanraking te komen, niet!
Hertog Alva.
Ons Photohoekje
MARIA ontving gratis de photo van Dorothy Philips na 2 maanden en 9 dagen.
FILM-REVUE
CINE-ROMAN
Monsieur Beaucaire
naar d'en roman van Booth. Tarhington en de nieuwe Paramountjilm Vlaamsche bewerking van Ed. Neorg
ROLVERDEELING:
Monsieur Beaucaire Prinses Henriette van Koningin Maria van Frankrijk Lady Mary Carlisle Madame de Pompadour Koning Lodewijk XV Richelieu
Hertog van Winterset Kapitein Badger Hertog van Chesterfield Hertogin van Marlborough John Molyneux Nash
Rudolph Valentino Bourbon . Bebe Daniels Lois Wilson Doris Kenyon Paulette Du Val Lowell Sherman John Davidson Ian Mac Laren Frank Shannon Downing Clark Blanche Craig Maurice Col bourne H. Cooper-Cliffe
(6e Vervolg en slot)
« Die kerel hier binnen! Is die Molyneux gek geworden? »
Mr Bantison, welke zieh een weg gebaand had, voegde er bij:
« Ge moogt wel zeggen hier binnen! En wilt ge weten waar?.... In de speelkamer, ik zag hem door de half geopende deur! »
« Wat moet er gedaan worden? » vroeg Nash.
« Haal de gerechtsdienaars! »
« Neen! Neen!... Geen schandaal! »
« Luistert dan » sprak de Hertog. « Wij zullen een half dozijn edellieden Verzamelen, hem omringen en hem aan de mannen der wet overleveren. Men zal niets merken. Blijf hier en ziet dat Beaujolais en de Mirepoix niets gewaar worden. Bantison, kom en haal Townbrake en Harry Rackell, lik zal voor de anderen zorgen!»
Drie minuten later wierp de' Hertog van Win-terset de deur der speelzaal open en, na zijn vrienden binnen gelaten te hebben, sloot hij deze terug. .
« Ah! » lachte Beaucaire, « zes andere ferme kerels! »
De Hertog merkte Lady Mary op, welke onber grijpelijk voor hem, ook in het salon was; hij schrikte op maar dra was hij, door de uitdrukking op haar gelaat, gerust gesteld. Hij bood haar de -hand om haar buiten te leiden, doch zij zegde:
« Ik wil nu eindelijk alles weten! »
« Zocals ge wilt, me.uffer » antwoordde deze, niet gansch gerust gesteld... « En nu, gij gemeene rekel!.... » begon hij tot Beaucaire, maar onmiddellijk van verbazing achteruit deinzende, « bij alle Goden! Die hond heeft zeker een Koninklijken Prins vermoord en uiitgekleed!,»... In zijn opwinding vergat hij de tegenwoordigheid van Lady
Mary. « Grijpt hem aan en rukt die eereteekens hem van het lijf! » schreeuwde hij.
Doch, Molyneux stelde zich tusschen hen.
« Halt! Een enkel woord alvorens gij een daad gaat plegen die ge uw leven lang beklagen zoudt!» riep deze.
« Of laat M. de Winterset alleen komen » lachte Beaucaire.
« U gelooft toch niet dat ik met bloote handen een barbier zal bevechten! » antwoordde de Hertog.
« Ik geloof zelfs dat mijnheer met niemand zoi(l vechten... Of denkt gij dat ik met u den degen •' zou kruisen? Daarom liet ik dien avond mijn bedienden dit werk verrichten! Ik wil gaarne met*,, het is gelijk wie in de wereld ten strijde trekken, maar ik zou niet gaarne mijn handen bevuilen aan een... »
« Stopt zijn leugenachtigen mond met zijn orde-teekens! » riep de Hertog.
Doch, Molyneux hield de edellieden op afstand.
«Een oogenblik!» zegde hij.
« Mr de Winterset » lachte Beaucaire, « waarom zijt ge bevreesd?... Gij maakt uw berekening goed
... Beaucaire was geen leugenaar, zooals gij mij
betitelde; doch ik ging mijn gehe m niet openbaar maken Gij hebt mij van mijn belofte niet
kunnen af brengen. »
« Zeg wat ge wilt, vertel meer leugens, gij hebt nog vijf minuten tijd om u stilletjes te verwijderen. »
«Ha! ha!... » lachte maar steeds Beaucaire.
« Mejuffer » wendde hij zich tot Lady Mary, «zij willen mij buiten lokken om zich te bezoedelen met de moord op een Fransch edelman. »
«Een Fransch wat?» schimpte Bantison.
« Durft ge nog meer stoutmoedigheid begaan? * kwam Townbrake tusschen. « Weet gij, lage bar/ bier, dat uw meester, Markies de Mirepoix, in de_ aanpalende plaats is? »
Molyneux liet een zucht van verlichting.
« Zal ik? » vroeg hij aan Beaucaire.
De jongman lachte vroolijk en antwoordde:
« Zeg hem onmiddellijk hier te komen. »
« Brutaal tot op het laatste oogenblik! » riep Bantison.
« Nu zult ge Beaucaire’s meester zien » zegde Beaucaire tot Lady Mary. « Wat ik u zeide was waarheid. Ik kwam in zijn gezelschap naar Bath en mijn paspoort luidde als zijn barbier. Om mijn ledige uren te slijten speelde ik voor wat men mij nu neemt. Wanneer men vernam dat ik een bediende was, kwamen de grooten in het geheim om met mij te dobbelen en kaart te spelen. Daar-tusschen was er een, welke ik de belofte moest doen niet te spreken omdat hem dit in opspraak zou kunnen brengen. Dien man hielp mij daarvoor met mij in de salons te brengen; ik werd dus Ghateaurien en die man, de Hertog van Winterset... »
« Ik loochen deze beschuldiging! » riep de Hertog.
« Zal ik u zeggen waarom ik Victor, Beaucaire* en Chateauiien werd? »
«Om aan de politie te ontsnappen voor het stelen van scheermessen en zeep!» wierp Town--brake in.
FILM-REVUE
« Neen, monsieur. In Frankrijk heb ik een neef welke soms zeer slecht geluimd is; hij wil nooit in de verlangens zijner bloedverwanten toestemmen.... »
Hij werd onderbroken doordat men de deur van het salon openwierp en de jonge Graaf de Beaujolais zich aan den hals wierp van Beaucaire.
« Philippe! » riep deze verheugd. « Mijn broer!
__ Ik kom u halen. Wij gaan samen terug naar
Frankrijk! »
Mr de Mirepoix volgde en boog zeer diep voor Beaucaire, doch, deze drukte hem hartelijk de handen.
Molyneux kwam de laatste met Nash en sloot de deur.
« Mijn welgemeende gelukwenschen » sprak de Markies. « Het is niet langer noodig uw incognito
bewaren. »
« Ik weet het. Uw koerier kwam veilig aan; mij werd vergiffenis geschonken... Maar ik vergeet. »
Daarop wendde hij zich tot Lady Mary Carlisle welke bevend toezag. «Fee aller Engelsche feeën» zegde hij, terwijl allen bogen, « ik heb de eer aan Lady Mary Carlisle voor te stellen: Monsieur Ie Comte de Beaujolais. Monsieur de Mirepoix had reeds die eer... Lady Mary is voor mij zeer vriendelijk geweest, mijnheeren... Henri» richtte hij zich tot zijn broeder, « ik heb onder mijn vermomming een vroolijken tijd doorgemaakt. » Doch, in zijn stem was iets weemoedgs terwijl hij Lady Mary aanschouwde; zij was aangedaan en beefde meer en meer. « Ik ben een groot acteur, Henri. Deze lieden denken mij een lakei en om die reden ging ik juist buiten gezet worden!— Zekeren avond werd ik door de lieden van den Hertog van Winterset aangevallen, omdat ik barbier was! Ha!
ha!... Ik ben een groot acteur!_ Maar Molyneux,
hij was steeds goedhartig, vertelde ik de waarheid, daar ik ontdekt had dat zijn groot-grootvader een Franschman was En wilt ge nu de
waarheid weten, Messieurs les Anglais? Mijn
neef in Frankrijk wilde mij doen huwen, doch, ik was een jong blokhoofd en weigerde; het was nochtans een edele, lieve jonge dame. Ik zegdus tot mijn neef: Neen, ik zal mijn keuze zelf
-óen! Daarop werd hij woedend en wilde mij
naar Vincennes verbannen. Maar, ik was vlugger dan hij. Mr de Mirepoix vertrok juist naar Londen; hij liep groot gevaar mij te helpen. Zijn haarkapper stierf ju;st voor het vertrek, ik nam dien armen drommel zijn plaats in. Doch, mijn neef is niet gemakkelijk, zelfs al is men in Engeland, dus, ik mocht de Mirepoix niet in gevaar brengen. Ik mocht mij niet bekend maken of de woede van mijn neef moest over zijn. Ik veranderde dus mijn naam, kwam naar Bath om mij te vermaken en richtte een speelhuis in Drie dagen geleden zond de Markies mij een koerier, om mij te zeggen dat mijn broeder, welke vernomen had waar ik mij bevond, naar mij toekwam met de boodschap dat mijn neef alles vergeten is... en ook, dat hij mij noodig heeft voor zijn kleinen schouwburg, daar anders zijn stuk niet kan gespeeld worden!— Ik moet die jonge dame niet huwen. Ik mag in vrede terug keeren.... Een ding moet ik nog zeggen. »
Nu werd hij dreigend en strekte den arm uit naar den Hertog de Winterset.
« Dus* Messieurs, ik ben geen Beaucaire! Ik ben een Fransch edelman! De man welke mij in de salons bracht, op gevaar af geschandvlekt te worden, en mij daarna verraadde, is die lafaard daar9i die valsche kaartspeler!»
Winterset trachtte te lachen. De edellieden welke hem omringden weken met afschuw van zijru zijde.
« Een b ransch edelman! Ha! Ha! »
Mijnheer! » riep de Mirepoix, doch, hij hield zich in; hij maakte nu een buiging, eerst voor de jonge Franschman en daarop voor Lady Mary. « Sta mij toe, Lady Mary en gentlemen, u voor te stellen Zijn Hoogheid Prins Louis-Philippe de Valois, Hertog van Orleans, Hertog van Chartres, Hertog van Montpensier, Eerste Prins van Koninklijken bloede, Eerste Pair van Frankrijk, Luitenant Generaal van de Fransche Infanterie, Gouverneur van Dauphiné, Ridder van het Gulden Vlies, Groot-Meester van het Ordre van Notre Dame, van Mont Carmel en St. Lazaire in Jeruzalem, en neef van Zijn meest kristelijke Majesteit Louis de Vijftiende, Koning van Frankrijk. »
« De Hertog van Orleans zal binnen een uur bericht van mij ontvangen » zegde Winterset terwijl hij met razernij in het hart naar de deur ging.
« ik heb u reeds gezegd » antwoordde de jonge man, «dat ik mijn handen aan u niet wil bevuilen. Indien gij een boodschap zendt, geen edelman zal het willen brengen; en degene welke uw bericht toch zou zenden zal door François hartelijk onthaald worden. »
Hij ging nu naar Lady Mary toe. Zij stond daar met gebogen hoofd en haar ademhaling scheen moeilijk.
« Monseigneur » fluisterde zij, « kunt ge mij vergeven?... »
« U vergeven? » zijn stem beefde insgelijks, doch, niettemin ging hij flink verder: «Het is de moeite niet waard... Er is steeds één enkele persoon waaraan ik hier gedacht heb, gij weet wel... doch. ik ga nu de Koning voldoening schenken en die jonge dame ginder huwen Mijnheeren, ik verwacht uw felicitaties. »
« En de Koning zal u daarvoor met open armen ontvangen! » lachte zijn broeder.
« Henri, wilt ge met mij in tweegevecht gaan? » riep de jonge man scherp. è
Hij bood daarop zijn hand aan Lady Mary en vroeg: «Mademoiselle is vermoeid... wilt ze mij de eer aandoen?»
Hij ging met haar tot aan de deur, terwijl haar hand gevoelloos in de zijne rustte. Plots viel er uit een bloemenkorf een tuil rozen en viel achter hen neer. Hij opende de deur en het geroezemoes; van dansende paren kwam hen tegen alsook de zachte tonen der violen welke de aangename melodie speelden van een zoet Fransch liedje: « Le Voyageur. »
Hij boog zeer diep voor haar terwijl Lady Mary Carlisle, de schoonheid van Bath, zeer traag hem: voorbij ging en in de groote zaal haar intrede deed
ED. NEORG
EINDE
Toekomende week:
De Zoon der Woestijn met GLAIRE UUinOSOR en BERT LVTELL
FILM-REVUE
Kinderen op het Witte Scherm
INGEZONDEN
I N tegenstelling met die der dieren,
I genieten de filmen waarin kinderen optreden, hier een ongewoon succes. Men zou zeggen dat deze kleine wezens de wonderbare eigenschap bezitten van de menschen aan ’t weenen te krijgen. Want, kijkt maar na, wanneer er zulken band vertoond wordt, ziet men gewoonlijk de zakdoeken te voorschijn komen en wordt het een algemeen gesnuit in de zaal. En wanneer, na het goede einde, meestal door het kind teweeggebracht, het licht terug ontstoken is, ziet men nog menigen toeschouwer een traan uit de rood gekreten oogen wegpinken.
Vooral de ouders — en in ’t bijzonder de moeders — schijnen zeer vatbaar te rijn voor den zonderlingen invloed door net kind op hen uitgeoefend. Is het om de zuivere onschuldigheid, welke uit al de handelingen van dit wezen straalt? Of doet de gedachte aan hun eigen kinderen de tranen in hun oogen opwellen? Ik denk dat in deze twee vragen de oorzaak wel te vinden zal zijn!
Nu, welke artisten men zooal onder dit kleine volkje telt?
Eerst en voorzeker het overbekende Amerikaansche trio, te weten: 1) het
aanbeden volkskind Jackie Coogan, wiens filmen vanaf « Le Gosse », zijn eerste, tot aan « Leve de Konng », «Cir-kusdagen» en « Oliver Twist », enkele zijner laatste produkties, zoo graag gezien worden; en met reden, want Jackie is — gelijk men hem terecht noemen mag — het kleine filmwonder; 2) de lieveling van het cinemapubliek, de guitige Baby Peggy, welke vroeger niets dan tweedee-lige kluchten vertolkte, doch die nu in grooter filmen een voornameren rol wordt toegekend; zijn daar niet « Het Kind van New York » en « Om de liefde van het Kind » reeds het beste bewijs van? en
3) de talentvolle Richard Headrick, welke in « Vrouwen uit de hooge Wereld » en « Het Kind dat gij mij schonkt » zoo kunstig zijn rol presteerde.
Ook onder de dooden heeft men nog
een kind, dat voornamelijk uitmuntte; het was Breezy Eason, welke aan de zijde van Harry Carey in « Een fijne Vos » en van Hoot Gibson in « Zonder vrees, zonder verwijt » optrad. Ook in Frank rijk bezit men een schaar kinderfilmver-tolkers. Men heeft o. m. de bekende René Poyen en de lieve Bouboule, welke beiden in « La Gosseline » de hoofdrollen vertolkten; de kleine André Rolane en Jean Mercanton, en de oudere Leslie Shaw en Jean Forrest, welke allen in « De twee Verstootelingen » optraden, de eersten in het voorspel en de tweeden in het eigenlijke stuk. Verder heeft men nog Régine Dumien uit « Grootmoeder » en Maurice Sigrist uit « Het Geheim van Polichinel ».
Ziedaar enkele kinderacteurs en eenige filmen waarin zij konden bewonderd worden!
Voegen wij nog daarbij, dat allen, zonder eenige uitzondering, uitermate goed en prachtig spelen. Er zijn er waal lijk onder hen, en bijzonder onder dé kleineren, — immers de grooten begrijpen wat zij dienen te doen — die een aanleg toonen en met een groot talent spelen, alhoewel zij dit geenszins weten. Maar zulks is te verstaan daar zij zelf niet begrijpen wat cinema is, die kunst niet kennen en dan op HUN eenvoudige en kinderlijke manier spelen, hetgeen dan op den film een zeer natuurlijk ef-fekt weergeeft.
Waren sommige filmsterren maar in staat hetzelfde te doen als deze kleine wezentjes, ’t is te zeggen, hun rol zoo eenvoudig, zoo natuurlijk uit te beelden, dan zou men in verschillende landen niet zoozeer hun « cinemaspel » doorzién en men zou meer aan realiteit gelooven!
TATAKE